Charlot Van Geert (°1992) zet dingen op hun kop, figuurlijk dan. Ze schudt ons onwrikbaar vertrouwen in object en materie door elkaar. Door voorwerpen van hun schijnbaar evidente betekenis te ontdoen, creëert ze nieuwe contexten, humoristische situaties en kritische reflecties op de objecten en de kunst waarmee we ons omringen.
Als beeldhouwer gaat ze subversief om met de materialen die haar traditioneel gegeven zijn. Daarmee daagt ze niet alleen hun werkelijkheid uit, maar ook haar eigen rol als kunstenaar. Van het werken met minder hoge materialen als karton, piepschuim of PU-schuim, tot de connectie tussen het correcte materiaal en de gepaste look (waterpassen van brons, lampen van piepschuim): Van Geert zet ons graag op het verkeerde been.
Ze speelt een spel met design en de functies van objecten: is het een gebruiksvoorwerp of is het kunst? Als een kandelaar kunst is, mag je er dan een kaars in branden? Zodra die vraag zich opwerpt, gaat het ook over de sacraliteit van kunst: heeft iets nog een artistieke waarde wanneer het gemanipuleerd kan worden, vuil kan worden, mag vallen? Voor vingerafdrukken hoeft er geen angst te zijn: die van de kunstenaar zijn vaak aanwezig, ook in bronzen reliëfs, waarin de sporen van het geknede wassen model nog duidelijk te zien zijn. Van Geert veegt doelbewust haar spreekwoordelijke voeten aan de hoge status van kunst door dagelijkse voorwerpen, zoals een deurmat en een sixpack blikjeshouder, te verheffen in artistiek hoogstaande materialen. Haar eigenwijze technieken doen de schijnbare, trotse onaantastbaarheid van brons teniet.