In de schilderijen van Thomas van Rijs (1986) vormen interpretaties van herinneringen de basis. De herinnering aan plekken waar je als jongen een heel eigen universum creëert. Het soldaatje spelen, de ontdekkingstochten op het erf van een boer, het bouwen van hutten en de eindeloze meters braakliggend terrein achter het huis. De schilderijen zijn reconstructies van deze gefragmenteerde en vervlogen herinneringen.
Het werk van Thomas van Rijs is een archeologisch en antropologisch onderzoek naar zijn verleden, waarbinnen hij zijn vondsten en ontdekkingen als het ware in een surrealistische wunderkammer presenteert. Naast dat hij het onderzoekende karakter van zijn werk als conceptueel uitgangspunt neemt, is het ook letterlijk terug te vinden in de visuele en technische aspecten van de schilderijen. Van dichtbij zijn vaak de vele onderliggende lagen en met potlood gemaakte schetsen van voorgaande schilderijen nog als oude sporen of aardlagen zichtbaar.