Borzo wijdt de nieuwe galerieruimte aan de Keizersgracht in met een tentoonstelling over triptieken in het werk van herman de vries. Van alle zaden, bladeren en takken die hij in het Beierse Steigerwald vindt, kan hij kunst maken. Daarbij schuilt de kracht in de vries’ gestructureerde aanpak. “Als iemand je een vel papier zou geven met drie herfstbladeren erop geplakt, denk je dat het gemaakt is door een kleuter. Bij herman niet”.
Afgelopen zomer werd herman de vries 90 jaar. Reden voor het Zuid-Franse museum Lieu d’Art Contemporain om een tentoonstelling aan deze markante kunstenaar te wijden. De tentoonstelling werd mede-samengesteld door Paul van Rosmalen van Borzo, die deze nu toont op de bel-etage van Het Roode Huis aan de Keizersgracht (ooit het woonhuis van meestervervalser Han van Meegeren).
de vries werd in Wageningen opgeleid tot plantkundige. Door de bevriende kunstenaar Henk Peeters raakte hij in de jaren ’60 betrokken bij de NUL-groep, de Nederlandse vertakking van de Zero-beweging. Die groep maakte met eenvoudige materialen serieel, vaak wit werk, om op die manier als maker, niet aanwezig te zijn in het kunstwerk. Dit verklaart ook waarom de vries kapitalen mijdt in zijn naam. In die tijd maakte de vries onder meer zijn random series, werken met stippen, cirkels en vierkanten waaraan een willekeurig gekozen algoritme ten grondslag lag.
In 1970 vestigt de vries zich in het Steigerwald, een natuurgebied in het noorden van Beieren. Weg zijn de vierkanten en stippen die zijn Zero-werken kenmerken. Vanaf dat moment bestaat zijn werk uit alles dat hij in het bos vindt. Toch ziet de vries zich tot op de dag van vandaag nog als Zero-kunstenaar, zegt Van Rosmalen. “herman is trouw gebleven aan de uitgangspunten van Zero in die zin dat hij de organische materialen die hij gebruikt, accepteert zoals hij tegenkomt”. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het drieluik clematis - hopfen – knöterich uit 2001. De composities bestaan uit niet meer dan de gedroogde takken van deze planten.
Het structurele element van de vries’ werk zie je ook terug in de werken uit de serie From Earth die bij Borzo te zien zijn. Het zijn witte vellen papier waarover een beetje aarde is uitgewreven uit een bepaald gebied. Telkens staat er bij waar en wanneer het monster is gewonnen.
De kleuren lopen uiteen van oker tot karmozijn en van grasgroen tot zwart. Bij elkaar vormen ze een portret van een gebied. Dat kan zo groot zijn als een continent, maar kan ook een kleinere regio beslaan. Zo maakte de vries in aanloop naar zijn presentatie op de Biënnale van Venetië in 2015 een portret van de Laguna of Venice met daarin, naast een aantal aarduitwrijvingen, alle bladeren planten en algen die hij aantrof. Iets soortgelijks maakte hij voor zuidelijkste puntje van Europa, het Griekse eilandje Gavdos.
Voor Van Rosmalen maakt deze aanpak het werk van de vries zo sterk. “Je moet het verhaal kennen en dan pas zie je de schoonheid”. Voor 1, 2, 3 hours unders my apple tree zat de vries in de herfst van 1975 gedurende 1, 2 en 3 uren onder een appelboom om alle bladeren die op het vel vielen vast te plakken. “Het is een non-daad, en dat tekent ook de filosoof-kunstenaar. Als iemand je een vel papier zou geven met drie herfstbladeren erop geplakt, denk je dat het gemaakt is door een kleuter. Bij herman niet”.