In Cokkie Snoei in Rotterdam kun je tot en met 14 november de tentoonstelling ‘Alledaagse ergernissen en het Baby zeepaardje’ zien, met werk van Bianca Sistermans. In de tentoonstellingstekst wordt een selectie van het werk van de Nederlandse fotograaf omschreven als ‘bijzonder grappig, op een anarchistische manier’, en daarin schuilt zeker een kern van waarheid.
Haar reeks ‘Alledaagse ergernissen’ toont bijvoorbeeld kleine frustraties die zo herkenbaar zijn dat ze een glimlach op je gezicht toveren, versterkt door hun stille poëtische kracht omdat ze zo esthetisch en geïsoleerd verbeeld zijn. Denk aan een langzaam optrekkende vochtvlek in een gordijn. Of een tegeltapijtvloer waarin één tegel nét een andere kleur is. Een loszittend draadje of een kroonsteentje dat nutteloos aan het plafond bungelt. Sistermans nodigt ons uit om de imperfectie en gebrekkigheid van onze leefomgeving te accepteren en beter nog: te omarmen. De objecten zeggen ook iets over onze tijd, waarin ieder defect of imperfect object direct vervangen wordt en apps ons leven tot in het absurde optimaliseren. Sistermans voelt zich daarnaast erg verbonden met dichters en schrijvers. Zo werkte ze voor het boek ‘Alledaagse ergernissen’ samen met de dichters Eva Gerlach en Sasja Janssen, waardoor haar beelden een vlucht nemen.
Andere reeksen die Sistermans maakt worden gekenmerkt door meer verdrietige onderwerpen. In de serie ‘Lang zal ze leven! Met mijn moeder verdween het keuvelen’ verbeeldde Sistermans mensen die onlangs hun moeder verloren hebben. Voor het boek ‘Hier besta ik’ richtte ze zich op de zogenaamde “Poule des Doods”, een groep dichters die gedichten maken over mensen die in volstrekte eenzaamheid overlijden: van daklozen tot eenzame senioren. Achter iedere persoon schuilt een verhaal dat uitnodigt tot het maken van een gedicht, dat vervolgens wordt voorgelezen op een eveneens eenzame uitvaart. Voor ‘Hier besta ik’ spraken Bianca Sistermans en schrijver Hester van Hasselt deze dichters over onderwerpen als poëzie, eenzaamheid en de dood.
Daarnaast maakt Sistermans sinds 2012 uitmuntende portretten van schrijvers en dichters, waarvan een deel te zien is in de tentoonstelling in Cokkie Snoei. Ze werkte voor dit project wederom samen met Hester van Hasselt, waarmee ze het boek ‘Een mogelijk begin van veel: 29 dichters aan het werk’ maakte. Omdat Sistermans de dichters voor deze reeks vastlegt in hun thuis- en werkomgeving worden deze portretten getekend door een bepaalde menselijkheid, intimiteit en herkenbaarheid.
Sistermans: “Een schrijver schrijft zichzelf vaak weg, maar is onzichtbaar aanwezig in het werk. Een schrijversportret schuift de persoon vanachter het werk naar voren. Ik zeg niet: nu gaan we fotograferen, zit even stil. We zijn gewoon aan het praten, en soms kijk ik door de zoeker en druk ik af. Ik zoek naar een bepaalde blik, een soort concentratie. Een afwezigheid of een naarbinnengekeerdheid die ik mooi vind. Intimiteit. Ik geef ook geen aanwijzingen.”
Naast de dagelijkse ergernissen en de dichtersportretten vind je in de tentoonstelling in Cokkie Snoei ook een project dat Sistermans begon met de Nederlandse dichter K. Schippers. Het doel was om een editie te maken van tien handgeschreven versies van zijn gedicht 'het Baby zeepaardje' uit 2020, vergezeld door een aantal van Sistermans’ foto’s uit de serie 'Alledaagse ergernissen’. Helaas waren er pas drie exemplaren compleet toen hij eerder dit jaar overleed. Van zijn handgeschreven teksten zijn vervolgens fotokopieën gemaakt.