Aboriginal kunst is booming. Deze zomer werd een ambitieus plan goedgekeurd voor een nieuw Aboriginal kunstmuseum in Adelaide, een megaproject ter waarde van ruim 129 miljoen euro. Op een jaarlijkse kunstbeurs voor inheemse kunst in Darwin werd dit jaar voor 2 miljoen euro aan kunst verkocht, een wapenfeit dat er voor zorgde dat de beurs nu inzet op een permanente online marktplaats. De interesse voor inheemse Australische kunst past goed binnen een veranderende kunstwereld waarin voorheen ondergerepresenteerde groepen steeds meer aandacht krijgen.
De populariteit van deze kunstvorm blijkt ook uit het feit dat Sotheby’s sinds 2015 speciale veilingen organiseert rondom Australische Aboriginalkunst in Londen, en sinds 2019 ook in de Verenigde Staten. Ook toonaangevende kunstbeurzen als Frieze LA, Art Basel, Art Miami tonen Aboriginal art en in 2015 werd het werk van Emily Kame Kngwarreye tentoongesteld in het Centrale Paviljoen tijdens de 56ste Biënnale van Venetië. Haar werk was ook eerder al te zien in Venetië, toen ze Australië representeerde tijdens de Biënnale van 1997. Tijdens Documenta 13 in 2012 was werk te zien van een andere belangrijke Aboriginalkunstenaar: Warlimpirrnga Tjapaltjarri. SmithDavidson Gallery, een galerie die zich al zestien jaar inzet voor de verspreiding van deze kunstvorm, opende onlangs de tentoonstelling ‘Papunya 50 Years, 1971 - 2021’, waarin een ode wordt gebracht aan een kleine inheemse nederzetting Papunya.
Papunya wordt beschouwd als de geboorteplek van hedendaagse Aboriginalkunst. Hoewel Australische Aboriginalkunst geïnspireerd is op een culturele traditie die meer dan 40.000 jaar oud is, is de kunstvorm officieel pas tientallen jaren oud. Vijftig jaar geleden, in 1971, begon een groep van Papunya Aboriginal mannen in de Western Desert (in de Northern Territory) met het schilderen van patronen, gestimuleerd door de (witte) schoolleraar Geoffrey Bardon — één van de eerste Westerse mensen die interesse toonde in het Aboriginal erfgoed — die hen voorzag van materialen. Bardon verbleef uiteindelijk anderhalf jaar in de gemeenschap. Het zorgde voor een vonk aan creatieve energie, waardoor steeds meer mensen zich aansloten. De kunstenaars experimenteerden met kleur en stijl en schilderden stippen, lijnen, cirkels en voetafdrukken, die samen een direct herkenbare beeldtaal vormden. Ze reflecteerden daarbij op het land, de cultuur, de religie en de geschiedenis van de inheemse Australische bevolking. In 1972 richtten de kunstenaars hun eigen coöperatie op en de Papunya Tula Artists was een feit.
David Smith and Gabrielle Davidson tonen in de tentoonstelling ‘Papunya 50 Years, 1971 - 2021’ een reeks unieke werken uit de SmithDavidson collectie, één van de grootste verzamelingen Aboriginal Kunst buiten Australië. Bijzonder is dat deze werken deze volledige vijftig jaar beslaan. In de tentoonstelling is bijvoorbeeld ook ‘Boy’s Story (Version 2)’ (1971) te zien van Don Ellis Tjapanangka, uit het geboortejaar van deze Australian Aboriginal Art-stroming. In de expositie in SmithDavidson Gallery is zowel werk van mannelijke als vrouwelijke kunstenaars te zien, die allemaal op hun eigen manier expressie geven aan hun unieke geschiedenis, ervaringen en beeldtaal.