In de rubriek ‘De keuze van…’ laten we een keur aan kunstliefhebbers (van incidentele kopers tot kunstprofessionals) aan het woord over hun beleving van kunst, en vragen we naar hun voorkeuren: waar zien ze het liefste kunst? Waar kopen ze, en vooral: wie kopen ze? In dit deel Yuri Honing (Nederlands saxofonist, gespecialiseerd in sopraansaxofoon en tenorsaxofoon. Hij is onder andere bekend van zijn eigen muziekgroepen Yuri Honing Trio en Acoustic Quartet)
Wat betekent kunst voor jou?
Kunst is voor mij de overkoepelende term voor alles wat er toe doet in het leven: beeldende kunst, muziek, literatuur, de dichtkunst, noem maar op. Het is een voortdurende bron van inspiratie voor me, zonder welke ik niet zou kunnen componeren. Ik probeer met elk album dat ik maak verbindingen te leggen tussen de diverse disciplines en geniet enorm van de research die ik vooraf – en tamelijk grondig – doe.
Heb je kunst van huis uit meegekregen of heb je zelf je pad moeten vinden?
Bij ons thuis was muziek het universum, maar het huis was tevens één grote boekenkast en mijn vader had ook grote interesse in beeldende kunst. Ik had een peetoom, Klaas Fernhout, die me aan de hand van Michelangelo leerde tekenen en schilderen.
Later, toen ik een jaar of tien was, nam Klaas me zes keer per jaar mee naar het Rijksmuseum, en gaf daar uitleg over 17e en 18e eeuwse kunst, en bovenal over Breitner. Zo’n ochtend met exquise uitleg werd daarna beloond met een fantastische lunch in het Americain Hotel, een plek die in mijn ogen toentertijd slechts voor de rijken was weggelegd. Later kwam ik via een reis door Europa met een tienertourticket in Oostenrijk terecht, waar ik als een blok viel voor Egon Schiele en zijn leraar Gustav Klimt.
Kort nadat ik in 1984 op mijn 19e werd aangenomen op het Conservatorium, nam m’n vader me mee naar Le Grande Parade: een immense overzichtstentoonstelling van 20e eeuwse kunst, die een verpletterende indruk op me maakte. Henri Matisse, Max Beckmann, Anselm Kiefer, Mark Rothko, Ferdinand Leger en Willem de Kooning werden op dat moment voor altijd in m’n geheugen gebrand.
Waar haal je je informatie over het wel en wee in de kunstwereld vandaan: krant, vakbladen, televisie, online?
Meestal de krant, die lees ik digitaal, daarbij krijg ik ook regelmatig tips van vrienden. Het valt me op hoe behoudend de kunstkritieken over het algemeen zijn: het lijkt wel alsof de recensenten het liefst over dode kunstenaars schrijven, waarbij ze vooral hun eigen kennis kunnen etaleren en geen risico lopen de plank mis te slaan. In meerdere opzichten is Nederland vooral goed in het verkopen van dode kunstenaars, waaraan je je geen buil kan vallen. Hoe zou Van Gogh tegen zijn museum en merchandise hebben aangekeken terwijl hij bij leven niets heeft kunnen verkopen?
Waar bekijk je het liefste kunst? In een galerie, museum, een beurs of online?
Toen het Conservatorium nog op de Van Baerlestraat was gesitueerd – ik gaf daar les – liep ik in de lunchpauze altijd een rondje door het Stedelijk. Er was daar toen geen hond, een ideale situatie, en ik kon rustig genieten van hun prachtige vaste collectie. Korte museumbezoeken hebben m’n voorkeur, liever niet langer dan een uur en dan een week later weer een uurtje.
Online kunst bekijken is zinloos in mijn optiek. Laatst viel me op bij een advertentie voor de tentoonstelling ‘Giacometti – Chadwick Facing Fear’ hoe fotogeniek Giacometti was en hoezeer het werk van Chadwick werd platgeslagen. In werkelijkheid was het precies andersom: Chadwick maakte een verpletterende indruk op me, terwijl Giacometti geen verrassing bleek. Voor schilderkunst geldt overigens hetzelfde: je mist op een foto alle kleuren en diepte, die er in werkelijkheid wel is.
Hoe vaak per jaar koop je kunst? Koop je werk in oplage of liefst uniek werk?
Soms koop ik werk van bevriende kunstenaars, dat is eigenlijk het leukste. Oplagen doen er vooral bij fotografie toe: ik bezit een ‘The Last Supper starring Andy Warhol and Joseph Beuys’ van John Studulski, gemaakt van Andy Warhol en Joseph Beuys in Italië in 1981; een Fellini-achtig tafereel. Er zijn een beperkt aantal afdrukken van gemaakt en ik heb de eerste: de waardebepaling van fotografie is best lastig, dus ik ben hier wel blij mee.
En waar koop je dan: in de galerie, op een kunstbeurs, op een veiling of online?
Eigenlijk altijd in het atelier van de kunstenaar.
Is het belangrijk dat jij en je partner het altijd eens zijn over een aankoop? Hoe beslis je/jullie?
Mijn partner is schilder Mariecke van der Linden en we hebben veel gedachtewisselingen over tal van aspecten in de beeldende kunst, maar we zijn toch eerder bezig met werk te verkopen dan werk aan te kopen!
Is er een galerie waar je een speciale band mee hebt?
Willem Baars Projects vind ik een eigengereide galerie, alsof je een parallel universum betreedt.
Mariecke en ik hebben – even los van galeries – enorm genoten van onze jarenlange samenwerking met Museum De Fundatie voor ons Gesamtkunstwerk ‘Goldbrun’, dat te zien was tot januari 2019. Werken met Ralph Keuning is werkelijk een feest.
Als je onbeperkt budget had, van wie zou je dan een werk aankopen?
Ik denk werk van Van Gogh, Matisse of Bacon. Maar dit gezegd hebbende, hoort grote kunst natuurlijk beschikbaar te zijn voor iedereen en niet alleen aan iemands muur of in een kluis, hetgeen tegenwoordig gebruikelijk lijkt. Dus ik denk dat ik vooral kunst van onbekende of beginnende kunstenaars zou kopen, ter ondersteuning van hun ambities.
Wie zijn je favoriete kunstenaars op Gallery Viewer, en waarom? Liefst een mix van Nederlandse en buitenlandse kunstenaars!
- Emo Verkerk: heel goed en emotioneel werk, dat daardoor direct binnenkomt – en geen streep teveel!
- Rob Birza: vooral vroeg werk, heel erg to the point.
- Berend Strik: op een vreemde manier ontroerend, omdat - net als bij video – vooral de pioniers spraakmakend werk wisten te maken, zoals Man Ray.
- Michael Raedecker: vanwege de bijna mysterieuze context van zijn werk.