Je kunt op dit moment twee solotentoonstellingen zien met werk van de internationaal bekende kunstenaar Pat Andrea: in Museum MORE in Gorssel en in Galerie Ramakers, in zijn geboortestad Den Haag.
De Nederlandse kunstenaar werd geboren in 1942 als zoon van een kunstschilder en een illustrator. Andrea studeerde aan de KABK in Den Haag onder niemand minder dan Co Westerik. Tijdens en na zijn studie maakte hij verschillende reizen die zijn werk sterk beïnvloed hebben. Eerst naar Griekenland in 1962 en 1964, vervolgd door een reis naar Cuba in 1969, Ierland en Amerika in 1974 en Argentinië, Bolivia en Peru in het daaropvolgende jaar. In Argentinië vond hij al snel een tweede huis. Tegenwoordig verdeelt Andrea zijn tijd tussen Parijs en Buenos Aires.
Andrea: “Ik kwam naar Buenos Aires op de dag na de militaire staatsgreep in 1976 [door Jorge Videla red.] en ik verbleef daar geruime tijd. Het maakte me serieuzer in mijn kunst. Twee jaar later ontmoette ik mijn huidige vrouw in Mendoza, en Argentinië werd in feite mijn "andere ik". In deze mengelmoes van immigrantenculturen, met mediterraanse voorouders, leek alles duidelijker. Er ligt daar minder vernis over onze harde samenleving.”
Het werk van de schilder is figuratief en er is sprake van een aantal terugkerende thema’s. Angst, macht, verlangen, onderdrukking, wreedheid, erotiek en dat waar dat allemaal naar terug te herleiden is: ons onderbewustzijn.
Andrea: “Het onbewuste is de sleutel tot mijn onderwerpen. Wat ik schilder, is in feite wat ik zie als ik de deuren van mijn onderbewustzijn wijd openzet. Ik ben een waarnemer van menselijke relaties, onze sociale drijfveren en driften. Kunstenaars dienen een wereld te schilderen die we niet met onze ogen kunnen zien, een wereld van ideeën, een wereld van dromen, de dingen die niet bestaan. Dat is onze taak.”
Het levert intense schilderijen op die allemaal terug te voeren zijn naar rauwe, menselijke emoties en tegelijkertijd soms iets weghebben van dromen of visioenen. Zijn verbeeldingen zijn soms grimmig en verontrustend — met wapens, kettingzagen en dreigende honden — maar worden tegelijkertijd ook regelmatig getekend door humor en raadsels. Soms gaan zijn galerie-openingen gepaard met ludieke acties, zoals een bokswedstrijd tijdens zijn allereerste solotentoonstelling in 1966. De schilderijen zijn geladen met persoonlijke betekenis, maar net zo goed met een maatschappelijke relevantie. Andrea gaat daarbij klassiek te werk, met voorstudies en onderschilderingen waar hij een veelheid aan dunne, transparante lagen verf over aanbrengt. Soms wijkt hij daar van af en zie je ondoorzichtige verflagen of is juist de voorstudie nog zichtbaar.
Het werk van Andrea is onder meer opgenomen in de collecties van Centre Pompidou, Fondation Maeght, het MoMA, Museo Nacional de Bellas Artes in Buenos Aires, Kunstmuseum Den Haag, Boijmans van Beuningen, de ABN AMRO kunstcollectie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Tussen 1998 en 2007 was Andrea als docent verbonden aan het befaamde École Nationale Supérieure des Beaux Arts in Parijs en in 2002 werd hij benoemd tot lid van de Academie des Beaux Arts de l'Institut de la France.
Een tentoonstelling met een reeks recente werken is nog tot en met 7 november te bezichtigen in Galerie Ramakers in Den Haag. De tentoonstelling in Museum MORE is nog tot en met 23 januari 2022 te zien. Grappig detail: de tentoonstelling in Museum MORE opende op 10 oktober jongstleden, maar bezoekers konden de kunstenaar vanaf 3 oktober een aantal dagen in actie zien terwijl hij een monumentaal wandwerk maakte ter ere van de tentoonstelling.