Naarmate het gesprek vordert begrijp ik beter wat Joris met dat ‘complexer’ bedoelt. Terwijl hij koffie zet (echte Italiaanse!) kijk ik rond. We zitten op de eerste verdieping van zijn woning in Antwerpen. Op de begane grond heeft hij zijn kantoor, en op de tweede verdieping zijn atelier en opslag. Aan de keuken grenst een zonnige serre met uitzicht op een kleine binnentuin. Het geluid van kwetterende vogels aan de achterkant van het huis en langsrijdende auto’s aan de voorkant wisselen elkaar af. Overal waar ik kijk staan en hangen planten waarvan ik er verschillende meen te herkennen uit zijn tekeningen en schilderijen. Verder staan er veel kunstboeken. Van de Vlaamse primitieven tot aan Luc Tuymans. Aan de muur hangt een schilderij van zijn vriend Tom Poelmans: een portret van Vincent van Gogh.
Opgeleid als illustrator en graficus beschikt Joris over veel kennis van materialen en technieken om de werkelijkheid na te bootsen. Wie naar zijn tekeningen kijkt zal zich verwonderen over de juiste balans tussen techniek en gevoel waardoor de voorstelling, zoals het een echt kunstwerk betaamt, boven zichzelf uitstijgt. In het tekenproces zelf gaat hij niet verder dan het grondig observeren en nauwkeurig natekenen van de natuur: meestal een plant, of een bloem; onderwerpen die deel uitmaken van de natuurlijke wereld om ons heen en die constant in verandering zijn. Aan deze tekeningen ligt geen concept ten grondslag. Het zijn simpelweg oefeningen in de kunst van het kijken en de techniek van het tekenen die als zodanig deel uitmaken van zijn artistieke groeiproces. Je zou kunnen zeggen dat hij zijn tekeningen maakt vanuit een grote mentale rust. Juist omdat ze mogen bestaan bij de gratie van zichzelf bestaan ze uit niets anders dan de handeling zelf. Precies zoals een oefening in meditatie. En dan niet de westerse mindfullness-meditatie, bedoeld om je geest tijdelijk te kalmeren en je een gevoel van instant happiness te geven. Integendeel.
Vanpoucke’s tekenkunst kun je vergelijken met de meditatie uit de eeuwenoude traditie van het Zen-Boeddhisme. Een meditatie die jarenlange oefening vereist om, door simpelweg te zitten met je zintuigen wijd open, tot een hoger bewustzijn te komen. Tijdens dat zitten steken automatisch talloze gedachten, herinneringen en emoties de kop op die het bewustwordingsproces in de weg staan. Althans zo lijkt het. In werkelijkheid zijn het juist die obstakels die de meditatie beoefenaar helpen om dieper te zakken in het proces van bewustwording: simpelweg door die vanuit een groter bewustzijn te observeren. Daarom zal de Zen-monnik negatieve gedachten en gevoelens van machteloosheid niet wegjagen maar er evenmin mee aan de slag gaan. Hij zal ze laten voor wat ze zijn om de pure gewaarwording tussen hemzelf en de wereld om hem heen niet te belemmeren. Vanpoucke doet eigenlijk hetzelfde in zijn tekenproces: hij oefent in het kijken en in het direct vertalen van zijn observaties op papier. Zonder tussenkomst van interpretaties, doelstellingen, of andere beweegredenen. Hij wil zich zoveel mogelijk beperken tot het tekenen van wat hij ziet. Niet meer en niet minder. Naar analogie met de mediterende monnik die ernaar streeft samen te vallen met zijn bewustzijn, streeft Vanpoucke ernaar naar samen te vallen met de handeling van het tekenen als uiting van pure observatie.
Bij zijn schilderkunst is er iets anders aan de hand. Inspiratie haalt Joris grotendeels uit zijn dagelijkse wandelingen rondom het atelier en die hij - vanwege het speciale licht - het liefst maakt bij zonsopgang of -ondergang. Op zulke momenten kan hij nadenken over existentiële vragen die hem bezighouden: vragen over een zinvol leven of over het maken van de juiste keuzes. Het zijn juist deze vragen die ten grondslag liggen aan zijn schilderijen ‘die voortdurend schemeren tussen dag en nacht, tussen waken en slapen, en tussen de droom en het aardse’ [Menno Vuister, MK]. Uit elkaar spattende bloemen en takken die heftige gevoelens van melancholie en nostalgie kunnen uitdrukken geven zijn schilderijen een romantisch karakter. Toch zijn ze nooit met die intenties ontstaan. Integendeel. Waar we naar kijken zijn bepaald geen romantische schilderijen in de klassieke zin des woords. Ze verwijzen immers niet naar de empirische wereld en de gevoelens die die wereld kan oproepen, maar naar iets veel groters en complexers, iets wat zo veelomvattend is dat het zelfs begrippen als schoonheid overstijgt.
Als schilder is de mens Joris Vanpoucke aan zet. Op het doek staat hij zichzelf toe zijn eigen wereld te creëren en komen kennis en technisch vakmanschap ten dienste te staan van zijn eigen verbeelding. Een verbeelding die de realiteit en de gevoelens die die bij ons oproept juist tart of teniet doen. Ik denk aan het schilderij met de struiken waarachter de schilder zichzelf vrijwel geheel verscholen, dus nauwelijks waarneembaar, heeft weergegeven. Of aan het grijze berglandschap dat lijkt te worden ‘vernietigd’ door een explosie van rode bloemen. Voorgrond en achtergrond zijn geheel van elkaar losgezongen qua thematiek, techniek, kleurgebruik en emoties die ze oproepen. Het achterliggende, grijskleurige en onveranderlijke landschap staat in schril contrast met de explosie aan kleur en vormen op de voorgrond. Met een expressief gebaar lijkt de schilder te willen breken met wat hij noemt de ‘anekdote van het landschap’: het landschap dat alleen verwijst naar zichzelf. Nu wordt het landschap ingezet om iets complexers weer te geven, namelijk een combinatie van een weergave van de werkelijkheid (de achtergrond) en een zelf gekozen toevoeging (voorgrond). Vanpoucke voegt iets aan het landschap toe waardoor er een subjectiever en dus complexer beeld ontstaat. In tegenstelling tot zijn tekeningen verschijnt hier de kunstenaar in beeld. Niet om zichzelf uit te drukken maar om het schilderij meer zeggingskracht te geven. Als ik hem vraag waarom hij dat doet op basis van het scherpe contrast tussen voor- en achtergrond antwoordt hij: ‘Ik wil dat je mijn schilderijen op twee manieren kunt ervaren: door in- te zoemen en uit te zoemen. Zo trek ik de wereld uit elkaar.’
En dat is precies wat Vanpoucke met zijn schilderkunst doet: de wereld uit elkaar trekken. Juist in die handeling schuilt het sublieme. Iets wat zoveel meer is dan de som der delen. En zoveel complexer.