De glas-in-loodramen die Marc Mulders maakte voor de Sint-Janskathedraal in Den Bosch zijn opgenomen in de tentoonstelling Vrijheid, de 50 kernkunstwerken vanaf 1968 in Museum de Fundatie. Naar aanleiding daarvan blikken we met Mulders terug op het portret dat Jeroen Berkvens voor Hollandse Meesters in 2013 van hem maakte.
Gefeliciteerd, uw glas-in-loodramen zijn een van de vijftig kernkunstwerken. Hoe vindt u dat? Bent u vereerd met de selectie voor deze bloemlezing of bent u van de school die stelt dat kunst geen competitie is?
Kunst is versieren en geen competitie. Ik wil dat mijn werk vriendschappelijk en genereus boven de bank van de kopers hangt. Maar kunst kan en moet het feestje soms ook verstieren. Veel werk dat nu in Zwolle te zien is, heeft dat op een bepaald moment gedaan. Ze gingen in tegen de zin, smaak en vaak dogmatische opvattingen van critici, curatoren en tegen de gangbare politiek-correcte ideeën.
Mijn glas-in-loodramen gaan zowel door het ambacht (‘glas-in-lood is immers passé’) als door de religieuze iconografie in tegen heersende opvattingen in mijn vakgebied. De norm was immers om tegen ambacht, religie en traditie te zijn. Dat gold ook voor mijn pietà- en ecce homo-schilderijen. Toen die eind jaren ’80 te zien waren bij tentoonstellingen in het Van Abbe en het Stedelijk functioneerden ze ook als stoorzenders tussen alle werken die wel pasten binnen het postmoderne dictaat.
(interview gaat verder onder de video)
In het portret dat Jeroen Berkvens van u maakte, komt ook naar voren dat u religieus bent en dat uw werk daar al sinds uw studietijd op teruggaat. Geeft dat een opdracht als Het Laatste Oordeel een speciale plek in uw oeuvre?
‘Religieus’ herbergt het werkwoord ‘religiare’ wat betekent werken aan verbinding met kosmos en naaste, verbonden willen zijn met de ander. Daarom denk ik dat iedereen die intens wil leven de naastenliefde praktiseert en veel oefent om een beter mens te worden.
Uiteraard kun je nog verder gaan door met zijn allen te gaan geloven in een voorbeeldig persoon, een ‘God’. Dat vind ik prima, maar niet wanneer je die God jouw eisen, oordelen en smaak in de mond legt. Het hedendaags katholicisme vertoont mijns inziens dan ook trekken van een verweesde sekte.
Het Laatste Oordeel maakte ik trouwens niet in opdracht van de katholieke kerk of het bisdom, maar in opdracht van een particulier die iets terug wilde geven aan de gemeenschap uit dankbaarheid voor genoten steun. Alle opdrachten die direct in opdracht van een kerk uitvoerde, kwamen van de protestantse kerk.
In de film bent u nogal bescheiden over uw tekenvaardigheid (“Ik kan alleen maar een soort sfeer componeren”). Kijkt u daar nog steeds zo tegenaan?
Jazeker, onhandig in het begrijpen van de lijn, perspectief en anatomie, maar ik kan wel in sferen denken en creëren.
Over sfeer gesproken, u vertelt ook uitgebreid over de invloed die de film Taxi Driver van Martin Scorsese op u heeft gehad. U heeft het over de grijstinten in de film en over een “toon over het leven”. Wat bedoelt u daarmee?
Taxi Driver en andere toppers als Andrei Rublev van Tarkovski en Colors van Hopper zijn films waarin sferische materialen en atmosferen domineren. Leer, rook, bloed, melk en allerlei levenssappen zetten de toon en leggen zo een zekere mystieke flow over de verhaallijn heen.
Waarom is juist die mystieke flow belangrijk voor u?
Een mystieke flow presenteert zich voor mij vaak bij een ontmoeting. Dat kan met een ander zijn, met een kunstwerk, in de natuur. Dat soort ontmoetingen zijn emotioneel, werken louterend, en ze houden mij on the road.
In het verlengde daarvan spreekt u over de troostende/helende kracht van schilderen. Is troost uiteindelijk waar het u om te doen is?
Dat is een groot misverstand naar aanleiding van eerdere uitspraken van mij in interviews. Ik beweer niet dat mijn werk er voor de troost is of het bieden van troost als missie heeft. Ik geef aan wat het niet wil zijn: mijn werk wil niet provoceren of beleren, maar zacht stilletjes aanwezig zijn.
Naar aanleiding van uw 60e verjaardag had u afgelopen najaar een overzichtstentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum. Directeur Benno Tempel gaf aan dat uw werk de laatste jaren ornamenteler is geworden en dat je kunt goed zien dat u beïnvloed bent door niet-westerse kunst. Kunt u zich in het eerste vinden (toepassing van ornamentiek) en welke niet-westerse kunst heeft invloed op u gehad?
Zowel het ornament dat je aantreft bij het symbolisme van de Jugendstil in het Westen, als het flora-en-fauna motief in de Arabische kunst, hebben mijn schilderen zeer sterk beïnvloed. Zowel op glas als op doek. Door mijn fascinatie voor Perzische miniatuurkunst zie je ook kalligrafisch schrift in mijn glas-in-loodramen terugkeren. Tegelijkertijd ben ik door het werken op glas ook minder verf gaan gebruiken in mijn werken op doek. Daarnaast verwijzen titels als Persian Garden, Let the Dessert Bloom en The journey to Tunesia naar mijn inspiratiebronnen. Ze staan ook voor mijn zoektocht naar spiritualiteit. Een verlangen naar een universele mystiek waarin soefisme en christendom samenkomen.
De Hollandse Meesters in de 21e Eeuw kwamen tot stand met steun van het Mediafonds en het Mondriaan Fonds. De serie is geproduceerd door Interakt in opdracht van Stichting Hollandse Meesters. Gallery Viewer dankt Stichting Hollandse Meesters voor het gebruik van de films door galeries op het platform.