In Bildhalle in Amsterdam is op dit moment de tentoonstelling THE EYE OF LOVE te zien (tot en met 3 april), waarin je als kijker deelgenoot wordt van een ontroerend en intiem moment: de huwelijksreis van de fotograaf. De 93-jarige René Groebli wordt gezien als één van de meest belangrijke levende Zwitserse fotografen en bleek tijdens zijn leven meermaals een pionier. De tentoonstelling in Bildhalle is de eerste Nederlandse solotentoonstelling van zijn werk.
Groebli werd in 1927 geboren in Zürich, waar hij op zijn 19e begon aan een opleiding tot cameraman. Nog voor zijn afstuderen werd hij derde in een fotografiewedstrijd van het tijdschift Camera. Met het geld dat hij verdiende met zijn eerste freelanceklus maakte hij in 1948 zijn eerste reis naar Parijs. Een jaar later kocht hij zijn eerste Leica camera en organiseerde hij zijn eerste solotentoonstelling. Hij ging aan de slag als fotojournalist, waarvoor hij onder meer foto’s maakte in Afrika en het Midden-Oosten. Zijn werk verscheen in verschillende kwaliteitstijdschriften, waaronder Time en Life. Groebli hechtte op jonge leeftijd al veel waarde aan hoge afdrukkwaliteit, zelfs als dat betekende dat hij geld moest lenen. In 1954 werd hij toegelaten tot de Council of Swiss Photographers. Hij stopte als fotojournalist en startte zijn eigen studio voor reclame- en industriële fotografie, waarbij hij zich specialiseerde in gecompliceerde kleurenfotografieprocessen. In 1957 werd hij door het Amerikaanse tijdschrift Color Annual geroemd als een ‘meester van kleur’. Toen kleurprocessen in de jaren 70 steeds sneller, makkelijker en goedkoper werden hervond hij zijn fascinatie voor zwart-wit fotografie en Groebli is tot op de dag van vandaag actief in zijn studio in Zürich. In 2015 ontving hij een Lifetime Award van de Zwitserse fotoacademie.
In 1951 trouwde Groebli met Rita Dürmüller, met wie hij later ook zou samenwerken voor de productie van het kunstenaarsboek Das Auge der Liebe (The Eye of Love) (1954). Rita had in Zürich gestudeerd aan de kunstacademie, waar ze onder meer les kreeg van de Zwitserse schilder Otto Morach. Ze speelt de hoofdrol in de serie The Eye of Love, die zich afspeelt tijdens hun verlate huwelijksreis naar Parijs in 1952 en hun reis naar Marseille een jaar later. Het werk werd bijzonder vormgegeven, als een narratief essay met dramatische composities, waarbij witte pagina’s fungeerden als een chronologisch middel om te schakelen tussen dag en nacht. De foto’s zijn intens ontroerend en intiem, en verraden dat de fotograaf niet slechts wilde documenteren, maar juist een vluchtig en herkenbaar gevoel wilde overdragen. Groebli: “Ik probeerde de typische sfeer van Franse hotelkamers over te brengen. Er waren zoveel indrukken: de armoedige meubels in een goedkoop hotel, het woord 'Amors' dat geborduurd was op de gordijnen. En ik was verliefd op het meisje, het meisje dat mijn vrouw was. Ik vind dat een serie foto's vergeleken moet worden met een roman of zelfs een gedicht in plaats van een schilderij: laten ons iets vertellen!”
De reacties op het werk waren destijds gemixt maar het betekende ook de start van de internationale carrière van de fotograaf. Peter Lacey schreef in 1964 dat het werk enige controverse veroorzaakte, maar tegelijkertijd ook geroemd werd omwille van het design en de kwaliteit van de fotografie. De foto ‘Sitting Nude’ uit de serie werd zelfs opgenomen in de collectie van het MoMA en het werk van Groebli was ook te zien tijdens een belangrijke tentoonstelling in het museum in 1955: The Family of Man. De U.S. Camera Annual, dat destijds beschouwd werd als het meest invloedrijke Amerikaanse jaarboek voor fotografie, beschreef het werk een jaar na publicatie: “The Eye of Love is een teder fotoessay over de liefde van de fotograaf voor een vrouw.”