De toekomstige tijd van het verleden, dat is hoe de titel in de huidige tentoonstelling in Barbé-Urbain zich laat vertalen. In ‘Future Tense of the Past’ (t/m 7 maart) toont de Gentse galerie werk van drie vrouwelijke kunstenaars: Nokukhanya Langa, Almudena Lobera en Ellen Pil. Zij maken in hun werk alledrie gebruik van elementen uit het verleden en refereren tegelijkertijd naar de toekomst, waardoor hun werk samen omschreven wordt als een tijdmachine door ruimte en tijd.
Nokukhanya Langa: “Ik werk met abstractie omdat het gaat over het verlies van het beeld, over het verliezen van de wereld om het op een andere manier opnieuw te construeren.”
Langa werd geboren in Maryland in Amerika en woonde een tijdje in Zuid-Afrika en India. Ze verdeelt haar tijd tegenwoordig tussen Groningen - waar ze cum laude afstudeerde aan het Frank Mohr Institute - en Gent, waar ze resideerde aan het Hoger Instituut Voor Schone Kunsten. In haar kunstpraktijk, die soms lijkt te overlappen met conceptuele kunst, verzoent ze de meervoudigheid van haar persoonlijke verhaal met verschillende politieke en culturele geschiedenissen en (tijds)perspectieven. Ze is daarbij altijd op zoek naar nieuwe manieren om daar vat op te krijgen, door middel van een verkenning van figuratie en abstractie. Langa: “Voor mij fungeert het als een ontkenning van representatie, die voortdurend leidt naar het onbekende, van waaruit het in zekere zin weer vorm krijgt. Als ik aan een schilderij begin, heb ik geen specifiek idee in gedachten, behalve dat ik een schilderij ga maken. De stappen die ik zet - tekenen, etsen, schilderen en dan weer tekenen - zijn manieren waarop ik me kan concentreren op hoe mijn handen werken en hoe ze weten hoe ze moeten schilderen, maar laat ook ruimte over voor verrassingen.” Toch is het werk niet volledig abstract en leest het soms als een puzzel; je ziet grafitti tags, smileys, cartoonachtige ogen, tekeningen die ogenschijnlijk door holbewoners gemaakt zijn en seinborden. Soms maakt ze ook gebruik van teksten, die vaak refereren aan haar persoonlijke belevingswereld. Op één van haar werken schreef ze bijvoorbeeld “This gallerist wants me to be another gallerist’s artist”. Tijdens Art Rotterdam 2020 verzorgde ze een performance waarbij ze het haar knipte van beursbezoekers, compleet met certificaat. Ook in de vorm en techniek breekt ze met traditionele conventies binnen de schilderkunst, waarbij haar techniek niet altijd even makkelijk te achterhalen is. Langa: “Soms teken, etst of schilder ik wat ik maar bedenk, waardoor het vaak een intuïtief proces wordt. Ik zet deze abstracties tegen met meer puntige gebaren - of ze nu kritisch, humoristisch of vragend zijn - door op een open en heldere manier te werken. Als zodanig worden ze dragers waardoor privégeschiedenissen, politieke en culturele ondertonen, allegorieën, subversieve verhalen en humor zich openbaren.” Zelf refereerde ze aan haar werk als Soft Political Abstract Art, maar de randvoorwaarden daarvoor nog niet definitief uitgewerkt, wat tegelijkertijd inhoudelijke ruimte biedt. Haar werk is onder meer opgenomen in de collectie van het Centre Pompidou in Parijs.
Almudena Lobera: “Ik denk dat kunst vragen moet oproepen. De kwantumfysica heeft het bijvoorbeeld over perceptie en realiteit: door iets te observeren, verander je het eigenlijk al, omdat iedereen, vanuit hun eigen perceptuele ervaring, zijn eigen realiteit creëert. Op deze manier is het tentoongestelde werk hopeloos gedoemd om door de toeschouwer te worden voltooid. Ik probeer dit feit zelf te benadrukken in mijn werk. Ik hoop dat het zowel uitnodigt om het werk te lezen als het te ervaren, zowel fysiek als mentaal.”
De menselijke waarneming speelt een centrale rol in het werk van Lobera, en dan vooral de manieren waarop die waarneming in relatie staat tot politieke, economische en sociaal-culturele structuren. Welke codes en hiërarchieën gaan daar achter schuil? Haar praktijk staat bol van de drie-eenheden. Bijvoorbeeld de combinatie van de Renaissance, de analoge fotografie en de virtuele realiteit - belangrijke thema’s binnen haar werk - maar ook ruimte, tijd en onderwerp/lichaam. Ze richt zich daarbij ook op de aspecten die niet zichtbaar zijn, die het oog niet kan waarnemen. “Mijn werk bevraagt de aard van het beeld (dat niet altijd zichtbaar is) en de positie van de waarnemer daarin: op verschillende vlakken en vanuit verschillende formaliseringen. Ik beschouw de interactie tussen ruimte-werk-toeschouwer als een essentiële vraag in mijn praktijk.“ Haar werk is conceptueel van aard. Zo liet ze zich voor een eerder werk inspireren door een zelfportret van Albrecht Dürer uit 1498. Op het werk, dat in het beroemde Prado Museum in Madrid hangt, zijn vingerafdrukken gevonden van de schilder, omdat hij de verbeelde handen deels met zijn vingers op het doek aanbracht. Lobera schakelde de hulp in van een keramist, die de handen namaakte, inclusief vervormingen die ontstonden door het perspectief. Vervolgens nam ze een foto waarop ze het sculptuur aanraakte, die ze vervolgens afdrukte op een microvezeldoek — die meestal gebruikt worden om cameralenzen schoon te maken. Daarmee refereert ze aan de digitale fotografie en verbindt ze de Renaissance met het heden, waarin vluchtige en virtuele beeldkwaliteiten centraal staan. Ze voegt daar een buitengewoon persoonlijk element aan toe. Ze gebruikt haar werk om nieuwe manieren voor te stellen om de wereld om ons heen te begrijpen: onze relatie met beelden en de zichtbare, maar ook de veranderende standaardlogica van tentoonstellingsruimtes. Voor een ander project vroeg ze bezoekers of zij de drager wilden worden van een door haar ontworpen tatoeage. Lobera studeerde kunstgeschiedenis en onderzoek in Madrid en Berlijn en rondde verschillende residenties af aan onder meer de UCL Slade School of Fine Art in Londen, het Hoger Instituut Voor Schone Kunsten in Gent, Les Récollets in Parijs en het FAAP in São Paulo. In 2011 werkte ze samen met het Reina Sofía Museum in Madrid, waar ze in de zomer van 2011 les gaf.
Ellen Pil rondde een opleiding kunstgeschiedenis af aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Ze specialiseerde zich in de schilderkunst, maar weigert gedefinieerd te worden door dat smalle medium. Zo maakt ze bijvoorbeeld animaties en installaties en creëert ze op die manier een speciale wereld waar haar schilderijen vervolgens onderdeel van uitmaken. Ze beschrijft zichzelf bovendien als archeoloog en uitvinder, waardoor je ook als kijker uitgenodigd wordt om met een bredere blik naar haar werk te kijken. Zo verbindt ze digitale archieven met een analoge manier van werken: schilderen. Ze maakt daarvoor ook gebruik van industriële materialen als spuitverf. In de tentoonstelling zie je sculpturen van Pil die nog het meeste weghebben van minimalistische, tot hun essentie gereduceerde printers, waarin vellen elkaar lijken uit te spuwen of op te slokken, afhankelijk van je perspectief. Deze sculpturen vallen onder de serie ‘The Adventures of Self-preservation: Mundane and routine tasks’ (‘De avonturen van zelfbehoud: alledaagse en routinetaken’). Middels deze werken probeert pil over te brengen hoe we als maatschappij streven naar perfectie door processen eindeloos te manipuleren en te reproduceren.