Binnen estate planning draait het om de overdracht van uw vermogen naar de volgende generatie(s), tegen een aanvaardbaar belastingtarief. Dit kan gaan om een erfenis bij overlijden maar ook om een overdracht tijdens leven. Een dergelijk proces heeft betrekking op uw gehele vermogen, en dus ook uw kunstcollectie. De overheid stimuleert het geven aan en investeren in kunst met verschillende fiscale faciliteiten. Een goede regeling voor uw kunstbezit kan u daarom (flinke) fiscale voordelen opleveren. In deze blogreeks besteden wij daarom aandacht aan de fiscale aspecten van kunst.
Kunst als (decoratieve) bezitting is vrijgesteld van belasting. Maar wat nu als je een kunstwerk met winst verkoopt en hier nieuwe kunst voor terugkoopt?
Kunstbezit in België belastbaar?
Het loutere bezit van kunstobjecten door een particuliere kunstverzamelaar is in België vrijgesteld van belasting. Kunstvoorwerpen die u ter decoratie van uw woning gebruikt, leveren u immers geen direct economisch voordeel op. Evenmin hoeven deze kunstobjecten te worden gerapporteerd in de aangifte Belgische personenbelasting. Maar wanneer is kunstbezit dan wel belastbaar?
Zodra u als particuliere verzamelaar een kunstobject uit uw collectie verhuurt, is de opbrengst hiervan wel belastbaar. De netto-opbrengst (dat wil zeggen: het brutobedrag verminderd met de kosten die gedragen zijn om die inkomsten te verkrijgen of te behouden, zoals schattingskosten, restauratiekosten en verzekeringskosten) dient in dat geval te worden gerapporteerd onder code 1156-08 van uw aangifte. Het toepasselijke belastingtarief bedraagt 30% (+ gemeentebelasting).
En als ik een kunstwerk verkoop?
Meerwaarden die worden verwezenlijkt naar aanleiding van een occasionele verkoop van een kunstwerk zijn in beginsel belastingvrij in de Belgische personenbelasting, op voorwaarde dat ze worden behaald in het kader van het normaal beheer van privévermogen (dus niet bij speculatief beheer). Indien niet voldaan is aan deze voorwaarden, zal de meerwaarde belastbaar zijn als divers inkomen tegen een afzonderlijk tarief van 33% (+ gemeentebelasting).
De vraag wat precies onder het begrip ‘normale verrichtingen van beheer’ moet worden verstaan, is niet bij wet gedefinieerd en blijft daarom een feitenkwestie. Uit de voorbereidende werkzaamheden bij de wet blijkt dat het normaal beheer van het privévermogen kan gedefinieerd worden als “(...) het beleid dat een gemiddeld voorzichtig huisvader/moeder waarneemt over zijn/haar privé goederen”. Concreet kan van een goede huisvader worden verwacht dat hij naast het behoud ook de aangroei van zijn vermogen mag nastreven. Hij mag daarentegen niet speculeren en abnormale (hoge) risico’s nemen.
In het kader van een normaal beheer moet daarom aandacht besteed worden aan de transacties voorafgaand aan de verkoop. Zo heeft de Belgische rechtspraak een reeks criteria vastgelegd om een onderscheid te kunnen maken tussen enerzijds de (vrijgestelde) handelingen die voortvloeien uit het normale beheer van het privévermogen, en anderzijds de speculatieve (belastbare) handelingen of de handelingen die een normaal beheer van het privévermogen te buiten gaan. Een aantal van deze criteria zijn:
• het aangaan van een lening;
• het nemen van risico’s;
• de aanwezigheid van een speculatief inzicht;
• de herhaling van de handelingen;
• de gebruikte methodes (een bepaalde organisatie om de verkoop in betere omstandigheden te bevorderen);
• de ervaring of de kennis van de belastingplichtige op dat vlak.
Een praktijkvoorbeeld
In een recent arrest van het Hof van Beroep te Brussel van 6 juni 2019 werd een zaak voorgelegd waarbij een student kunstgeschiedenis aan de ULB op een openbare verkoop een Van Gogh-schilderij had aangekocht. De student, die op dat ogenblik nog financieel afhankelijk was van zijn ouders, ging een financiering aan bij een financiële instelling, die gewaarborgd werd met een kredietopening door zijn ouders. De student verkocht het schilderij een jaar later met een grote meerwaarde aan de familievennootschap.
De fiscus was van mening dat deze meerwaarde belastbaar was als ‘divers inkomen’ aan 33%, omdat de betrokkene een speculatief inzicht had omwille van volgende redenen:
1. Er werd gebruikgemaakt van een financiering bij de aankoop.
2. Het schilderij werd binnen een korte tijdspanne verkocht.
3. De koper was de familievennootschap waarvan de student intussen zaakvoerder was.
4. De student had ter zake artistieke voorkennis.
De intentie om het schilderij op een duurzame manier op te nemen in zijn privévermogen was daarom niet aanwezig.
Het Hof van Beroep te Brussel volgde het standpunt van de fiscus niet. Immers, het was wel degelijk de bedoeling van de belastingplichtige om het schilderij in zijn privépatrimonium op te nemen en de Belgische fiscus kon niet aantonen dat de verkoopprijs overdreven was. De wederverkoop gebeurde bovendien op aandringen van zijn ouders, met het oog op sanering van zijn financiële situatie (die werd bezwaard met de interesten verschuldigd op de aangegane lening). Volgens het Hof viel de verkoop van het schilderij daarom wél binnen het normaal beheer van het vermogen van de belastingplichtige en bleef de meerwaarde aldus in zijn hoofde onbelast.
Bewijsplicht Belgische belastingadministratie
Doorgaans zou men kunnen stellen dat er geen sprake meer is van normaal beheer indien de frequentie en de aard van aan- en verkopen van kunstwerken erop wijzen dat er niet louter voor het artistieke plezier wordt verzameld. In dat geval is een meerwaardebelasting van 33% (te vermeerderen met de gemeentebelasting) verschuldigd.
Merk op dat het de Belgische belastingadministratie toekomt om te bewijzen dat een verrichting niet kadert binnen een normaal beheer van privévermogen. Hieruit volgt dat u – indien u van oordeel bent dat de verrichting kadert binnen normaal beheer van uw privévermogen – er in principe niet toe gehouden bent om de gerealiseerde meerwaarde in uw aangifte Belgische personenbelasting te rapporteren. Wij merken hierbij overigens op dat dit standpunt degelijk dient te worden beargumenteerd, aangezien het anders aanleiding zou kunnen geven tot het opleggen van een boete voor het doen van een onjuiste aangifte.
Let op met het actief aan- en verkopen van kunstobjecten
Mocht u grootschalig (dus niet op occasionele basis) kunstobjecten aan- en verkopen met het oog op (mogelijke) verkoopwinsten, dan is de gerealiseerde meerwaarde potentieel belast als beroepsinkomen tegen het progressieve (top)tarief van maximaal 50%.
De grens tussen beroepsinkomen en occasionele winst is ook hier een feitenkwestie, waarbij de Belgische belastingadministratie de bewijslast draagt.
Privébeleggingen en kunst: wat KPMG voor u kan betekenen
Twijfelt u over uw fiscale positie met betrekking tot de (verkoop van) door u gehouden kunstobjecten? KPMG België heeft ruime kennis en ervaring op het gebied van estateplanning, waaronder advisering over de fiscale aspecten van kunst. Hebt u vragen, neem dan contact op met een van onze estateplanningspecialisten.