Jean-Baptiste Besançon: “Schilderen is een taal voor mij. Ik probeer het schilderij te betreden en soms voelt dat als een gevecht, soms meer als een dialoog. Ik weet niet wat er gaat gebeuren zodra ik begin met schilderen. Soms gebeurt er iets magisch tijdens de eerste streek, maar het vereist in alle gevallen diepe reflectie.”
In Geukens & De Vil in Knokke is (met een korte intermissie van 10 januari tot 13 februari) tot en met 7 maart een solotentoonstelling te zien met het expressieve en poëtische werk van de Franse schilder Jean-Baptiste Besançon. Zijn energieke en abstracte schilderijen komen voort uit een geïmproviseerd proces met fluïde en impulsieve bewegingen, zonder vooraf uitgedachte composities en ideeën. Maar zodra Besançon de acrylverf op het doek aanbrengt reflecteert hij op wat hij creëert.
Besançon groeide op in Bordeaux, waar hij nog steeds woont en werkt. Hij studeerde grafisch design in Parijs, maar ervaarde al tijdens zijn jeugd een bovengemiddelde interesse voor de schilderkunst. Hoewel zijn oog getraind werd tijdens zijn studie is hij op het gebied van de schilderkunst dus een autodidact. Hij begon in zijn jeugd al met het experimenteren binnen het medium - gebruikmakend van diverse technieken en materialen - en vond inspiratie en een bepaalde oneindigheid in het werk van Jackson Pollock en Pierre Soulages. Dat zit hem met name in een bepaalde creatieve energie die deze kunstenaars delen, waarbij ze op vakkundige wijze weten te balanceren tussen controle en vrijheid.
De kunstenaar gaat daarbij meestal horizontaal te werk, op de grond. Voor zijn meest recente werken hield hij het canvas zelfs ondersteboven. Met een kwast, spons of spatel brengt hij dikke lagen verf aan op onbehandeld katoen of linnen, met overtuigende gebaren die ervoor zorgen dat de verf diep in de stof trekt. Vervolgens borstelt, verdunt, schraapt en verfijnt hij het doek, waarbij zowel de maker als het materiaal een rol spelen. Het resultaat oogt buitengewoon intuïtief, vrij en subtiel en maakt nieuwsgierig naar de innerlijke wereld van de kunstenaar. Maar Besançon reserveert ook een noodzakelijke rol voor de kijker, die het werk zelf mag interpreteren en daarmee een extra laag toevoegt aan het werk. Besançon: “Er is een deel van mezelf aanwezig in deze schilderijen. Ik hoop dat mensen zich laten leiden door de vormen, dynamiek en kleuren van de schilderijen, en dat ze daar ook een deel van zichzelf zullen vinden."