In TATJANA PIETERS in Gent is tot en met 17 januari een solotentoonstelling te zien met werk van Elizabeth Ibarra. De hybride en droomachtige figuren van Ibarra bieden ruimte voor interpretatie. Ze verbeeldt antropomorfe, mensachtige figuren die tegelijkertijd iets bovennatuurlijks hebben, iets niet-identificeerbaars. We kunnen in haar schilderijen, tekeningen en sculpturen iets buitenaards lezen. Ze toont hybride, zonderlinge en ietwat expressionistische wezens, die vaak meer weghebben van een schaduw - zonder gedefinieerde kenmerken - of van een onduidelijke herinnering. Die referentie naar het buitenaardse wordt versterkt door de titel van sommige werken, die verwijzen naar de zon, de maan, meteoren, zwarte gaten en de nacht, voortkomend uit haar fascinatie voor kosmologie.
Maar in het Engels is het woord ‘alien’ tweeledig: buitenaards, maar ook buitenlands, of een vreemdeling in een ander land. Ibarra werd in 1986 geboren in Guadalajara in Mexico maar is al jaren werkzaam in de Verenigde Staten — waar Trump al jaren dreigt om een muur te bouwen tussen haar moederland en het land dat ze nu thuis noemt. Het perspectief van een buitenstaander zou een aanvullende interpretatie kunnen zijn van haar werk, maar haar beeldtaal — die geïnspireerd lijkt door moderne meesters als Joan Miró, Paul Klee, Jean Dubuffet, Louise Bourgeois, J. M. W. Turner en de zelfs de romantiek — suggereert een dieper gevoel van eenzaamheid, existentialisme en niet thuishoren. Ibarra: “Het probleem is dat ik me zelden vrouw voel. Ik voel me meestal als iets anders, zoals karakters - andere karakters.” Daarin schuilt een meer universeel gevoel van herkenning. Misschien ligt die vervreemding aan de wereld om ons heen - die steeds extremer lijkt te worden - en niet zozeer aan onszelf.
Ibarra: “Waar het op neer komt is dat ik liever iets waarheidsgetrouws creëer dan iets moois.” De kunstenaar is autodidact en ontwikkelde haar eigen technieken. Zo maakt ze voor haar schilderijen vaak gebruik van krachtige (of juist aardse) kleuren en een combinatie van koude was en olieverf. Dat levert een vlekkerig en korsterig effect op. Soms voegt ze daar elementen als verpulverde parel en mica aan toe, of assemblages van boomtakken.
Toen haar werk eerder dit jaar te zien was in The Hamptons in New York vergezelde ze haar werk van een gedicht:
Mag ik ze alleen laten?
met hun eigen zelf,
zoals planeten dansen
buiten?
Mag ik ze uw getuige laten zijn,
mijn getuige
dat we allebei ooit waren,
mensen?