In Hilde Vandaele Gallery in Kortrijk brengt CLOSER de Duitse kunstenaar Lena Marie Emrich (°1991) samen met de in Cuba geboren Carlos Caballero (°1983). De twee ontmoetten elkaar via de galerie, die intuïtief aanvoelde dat er een verwantschap bestond tussen hun praktijken. Het resultaat is een fijnzinnig uitwisselingsproces waarin twee verschillende beeldtalen elkaar vinden in een onverwachte, poëtische resonantie.
Op zondag 26 oktober om 11 uur, in het kader van Kortrijk Art Week en Wonder Festival, gaan beide kunstenaars in gesprek met curator Els Wuyts over hun werk en samenwerking. De onderstaande reflecties bieden alvast een voorsmaakje van dat gesprek.
De titel CLOSER verwijst naar de gelijknamige film van Mike Nichols, een verhaal waarin liefde, verlangen, leugens, intimiteit en trouw voortdurend door elkaar lopen. “De film gaat in wezen over communicatie en miscommunicatie,” zegt Lena. “Dat thema voelt vandaag erg relevant – in de politiek, in menselijke relaties, in het herverbinden na de pandemie. Er zijn zoveel lagen, fysiek, mentaal en verbaal, waarop we opnieuw moeten leren elkaar te vinden.”
De titel suggereert ook letterlijk een beweging van nabijheid. “Als je mijn werk echt wil begrijpen, moet je dichterbij komen,” lacht Carlos ondeugend. “Wanneer je iemand of iets van dichtbij bekijkt, zie je zowel de prachtige dingen die je bewondert als de kanten die je minder graag ziet. Dat contrast intrigeert me. Het lelijke en het mooie. Het zwarte en het witte. Ik hou niet van grijze zones.”

Naast de filmische verwijzing resoneert ook Franco ‘Bifo’ Berardi’s essay Poetry and Chaos sterk met hoe Lena haar werk conceptueel benadert. “Het gaat over ademhaling, over hoe we leven in een versnelde tijd en hoe poëzie opnieuw ruimte kan scheppen, waardoor we de werkelijkheid op een andere manier kunnen capteren,” legt ze uit.
Dat idee van poëzie als ruimte vormt tegelijk een subtiele verbinding met Carlos’ praktijk. Beide kunstenaars hanteren een poëtische beeldtaal, zij het elk vanuit een andere richting. In Lena’s werk schuilt het poëtische gebaar in de manier waarop materialen en relationele verwijzingen subtiel met elkaar verweven worden. Carlos’ schilderijen daarentegen vormen een soort beeldende grammatica, een alfabetisch systeem dat zowel structuur als een chaotische kracht in zich draagt. Samen creëren hun werken een visuele semantiek die toont hoe betekenis zich poëtisch kan verplaatsen.
Lena’s Gossip Chairs – S-vormige banken die verwijzen naar Victoriaans design – lijken haast letterlijk te ademen wat Berardi beschrijft als poëzie als ruimte. “Door hun vorm word je bijna gedwongen in gesprek te gaan, met iemand die je kent of met een volslagen vreemde,” zegt ze. In het materiaal is een kanten beha gegraveerd, speels en licht, maar tegelijk geladen met een erotische ondertoon die doet denken aan de film CLOSER, waar intimiteit altijd het risico van kwetsbaarheid meedraagt.

Ook in haar raamsculpturen wordt de afwezigheid van het lichaam tastbaar via de sporen die het nalaat: “Tussen de lagen plexiglas vind je vingerafdrukken van iemand die naar iets of iemand ver weg verlangde, of de afdruk van een schouderblad van iemand die in slaap viel,” vertelt Lena. Elk werk combineert digitale en handmatige processen: tekeningen worden gevectoriseerd, gegraveerd en opnieuw belichaamd als tastbare oppervlakken. “Ik hou van die wisselwerking tussen analoog en digitaal,” zegt ze. “Het is hoe onze generatie leeft, constant schakelend tussen schermen en fysieke aanwezigheid.”
De reeks Back Tray verdiept die reflectie over aanwezigheid en afwezigheid. De herkenbare vorm van een vliegtuig- of treinstoel wordt hier bijna meditatief. “Het is een rigide object, gereduceerd tot zijn essentie. Een structuur die je altijd ziet, maar zelden echt opmerkt. De één reist voor plezier, de ander wordt gedwongen door politieke omstandigheden – en toch rust onze blik op dezelfde vorm,” zegt ze. “Ik heb de kleuren van de horizon toegevoegd, blauw en geel, om een gevoel van hoop op te roepen.”

Ook bij Carlos klinkt dat spanningsveld door. “Ik wil dat mijn schilderijen spreken in hun eigen taal, niet dat ze een verhaal vertellen,” zegt hij. “Ik kom uit de figuratie, maar was het narratief helemaal beu.” Voor hem werd taal een structuur om opnieuw op te bouwen. “Toen ik net in België aankwam, was het Nederlands voor mij totaal abstract. Dat gevoel van onbegrip dreef me ertoe mijn eigen alfabet te creëren. Een systeem dat ik nog steeds verder ontwikkel.”
Dat poëtische alfabet voelt voor hem als ademhalen, een evenwicht tussen controle en loslaten – net als bij Berardi’s Poetry and Chaos. “Ik controleer misschien de helft van mijn werk, zelfs als het er strak uitziet. De rest laat ik los. Als ik alles probeer te beheersen, bouw ik mijn eigen gevangenis.” Hij beschrijft zijn proces als het ordenen van zijn eigen chaos, maar juist dat onvermogen om volledig te ordenen houdt het werk levend. Zijn beeldtaal verwijst ook naar vroege computerspellen zoals Tetris, met eenvoudige codes en bewegingen. In de tentoonstelling lijkt het werk Ouroboros subtiel te verwijzen naar het iconische Nokia-spel Snake.

Zijn omgang met kleur is even systematisch. “In Cuba en Florida, waar ik vroeger woonde, was er zoveel licht,” vertelt hij. “Hier in België is het licht donkerder en voortdurend veranderlijk.” Het klimaat dwong hem zijn techniek aan te passen: olieverf droogde te traag en zijn oppervlakken werden steeds abstracter en grafischer. “Dus ben ik met acryl gaan werken. Ik bewaar mijn kleuren in kleine potjes, zodat ik ze makkelijk kan hergebruiken. Het is als een typografisch systeem van kleuren.” In dat proces toont hij een groot respect voor zijn materiaal, een gevoeligheid die hij ook bij Lena herkent. “Een doek is een doek. Papier is papier. Ik hou niet van trucs. En Lena respecteert haar materiaal ook. We delen die zorg voor structuur, voor precisie. Maar we geven alleen hints, nooit het volledige beeld. Ik roep liever vragen op dan dat ik antwoorden geef.”
De laatste jaren is zijn werk lichter en speelser geworden. “Tijdens de coronaperiode, in 2020 en 2021, waren mijn schilderijen serieuzer. Nu breng ik meer humor in mijn werk.” Ook het Nederlands onder de knie krijgen, speelde daarin mee: “Toen ik de taal niet sprak, klonk alles compleet abstract. Maar eens ik ze begon te begrijpen, hoorde ik kleine nuances in liedjes, in de Belgische humor die me fascineerden. In Cuba is alles veel directer, veel machistischer. Hier is de humor subtieler. Zo gaf ik een werk de titel PR: mensen denken dan aan ‘public relations’, maar voor mij betekent het gewoon ‘pigment red’, de kleurcode. Ik hou van die kleine verwarringen.”
En precies in dat subtiele spel van poëzie en chaos ontmoeten Lena’s en Carlos’ werelden elkaar.
De tentoonstelling CLOSER loopt nog tot 2 november 2025 in Hilde Vandaele Gallery, Kortrijk.