De solotentoonstelling van Giannina Urmeneta Ottiker heet Imprints, daarin wisselt ze kleinere foto’s van lichaamshoudingen af met grote landschapsfoto's. De zwartwitbeelden ogen nostalgische en zijn opzettelijk gelaagd, gekrast en schijnbaar beschadigd, alsof het echo’s zijn van veranderde of gefragmenteerde herinneringen waarop de tijd zijn stempel op heeft gedrukt.
Imprints verwijst dan ook naar de sporen of indrukken die onze herinneringen op ons achterlaten. Ze kruipen onder onze huid en tekenen ons lichaam, waarbij ze emotionele en fysieke sporen nalaten die deel uitmaken van wie we zijn. In deze tentoonstelling stel ik een dialoog voor tussen onze gebaren – onze fysieke choreografie – en onze omgeving. Het is een voortdurende uitwisseling, waarbij onze bewegingen resoneren met de omgeving en vice versa.’
Imprints van Giannina Urmenta Ottiker is nog tot en met 17 juli te zien bij Studio Seine in Rotterdam.
Waar is je atelier en kan je beschrijven hoe de ruimte eruitziet?
Mijn atelier bevindt zich in Oostakker, aan de rand van Gent, in België. Het is een kleine oase in een woonwijk. Een wandeling over een smal zandpad tussen wilde planten, bomen en twee schapen leidt naar mijn voordeur. Het gebouw is een langgerekt bouwwerk met vier onafhankelijke ateliers. Elke kunstenaar heeft een eigen ingang. Mijn ruimte bestaat uit twee delen. Eén waar ik werk en de tweede waar ik mijn werk en materiaal opberg. Er zijn twee grote muren waar ik mijn werk en verf ophang. Er is een kleine keuken en een grote spoelbak met regenwater. Mijn koffiezetapparaat en kachel maken deel uit van mijn overlevingspakket.

Schilders zweren bij noorderlicht, keramisten bij een goede oven. Wat is voor jou echt een vereiste voor een goed atelier?
Omringd zijn door groen werkt echt voor mij. Ik heb twee glazen deuren waardoor ik tijdens het werk zicht op de tuin heb. Ik houd ook van een gevoel van afzondering, afgesloten zijn van de buitenwereld.
Stel: ik loop stage bij je, hoe ziet de gemiddelde werkdag er dan uit?
Ik begin meestal rond 9:30 uur. Zodra ik aankom, zet ik koffie klaar. Ik werk meestal aan meerdere projecten tegelijk. Als er een expositie is, besteed ik het grootste deel van mijn tijd aan het selecteren van werk en het maken van proefdrukken. Deze proefdrukken hang ik een paar dagen aan de muur en waarna ik begin met de definitieve selectie. Ik stuur mijn selectie naar het lab, waar ze nog meer proefdrukken maken op het juiste papier en formaat, voordat de definitieve afdrukken worden gemaakt. Zodra ik de foto's terug heb van het lab, werk ik er verder aan. Soms teken en schrijf ik diezelfde dag ook nog. Deze activiteiten kruisen elkaar. Ik neem een paar koffiepauzes, eet iets kleins, lees en klets met de twee schapen in de tuin. Rond 16:30 uur ga ik weer naar huis en kook ik voor mijn gezin.

Op dit moment is bij Studio Seine jouw solotentoonstelling 'Imprints' te zien. Kun je uitleggen wat je bedoelt met deze titel?
Imprints verwijst naar de sporen of indrukken die onze herinneringen op ons achterlaten. Deze herinneringen kruipen onder onze huid en tekenen ons lichaam, waarbij ze emotionele en fysieke sporen nalaten die deel uitmaken van wie we zijn. Ze laten blijvende indrukken achter, die vaak onze reacties, onze keuzes en zelfs de wijze waarop we ons in de wereld gedragen, beïnvloeden.
Je werken zijn allemaal in zwart-wit en er lijkt een laagje gruis of as overheen te liggen. Ik neem aan dat dat een bewuste keuze was. Waarom koos je daarvoor?
Ik gebruik zwart-wit als referentie naar het verleden en als een manier om afleiding te minimaliseren, waardoor kijkers zich kunnen concentreren op de texturen en toongradaties. Ik denk dat deze aanpak het gevoel van tijdloosheid en ambiguïteit versterkt. Dit monochrome palet roept op wat Roland Barthes de 'was-geweest' van de fotografie noemt, een tijdelijke disjunctie die het beeld plaatst in een ruimte van spectrale aanwezigheid en verlies. De foto's zijn opzettelijk gelaagd, gekrast en schijnbaar beschadigd – echo's van veranderde of gefragmenteerde herinneringen, alsof de tijd er zijn eigen stempel op heeft gedrukt. Sommige van deze krassen zijn afkomstig van oude fotografische negatieven die ik van mijn grootvader heb geërfd, en die ik als een subtiele laag in mijn werk verwerk. Hij was een amateurfotograaf wiens invloed van grote betekenis is geweest voor mijn leven.

In de tentoonstelling wissel je grote landschappen af met foto’s van lichaamshoudingen, we zien bijvoorbeeld een gekromde rug, en iemand die huilt. Die combinatie ligt niet voor de hand. Hoe wist je dat dat zou werken voor Imprints?
In deze tentoonstelling stel ik een dialoog voor tussen onze gebaren – onze fysieke choreografie – en onze omgeving. Het is een voortdurende uitwisseling, waarbij onze bewegingen resoneren met de omgeving en vice versa.
Beweging als taal. Net zoals onze lichaamstaal reageert op de ruimte waarin het zich bevindt, zo beïnvloedt de omgeving ook de manier waarop we ons uiten. Ons lichaam onderhandelt voortdurend met de wereld om ons heen.
De beelden in deze tentoonstelling communiceren niet alleen met elkaar; ze bestaan ook onafhankelijk, waarbij elk werk zijn eigen verhaal en aanwezigheid heeft.

Het thema in je werk is de doorwerking van het verleden (en traumatische ervaringen) in het menselijk lichaam en ons gedrag en over onbetrouwbaarheid van het geheugen. Komt je interesse voor deze onderwerpen voort uit je jeugd in Peru ten tijde van de junta?
Het verlaten van mijn land en het weg zijn van mijn dierbaren maakte het belangrijk om mijn verleden, en de ervaringen die we als kinderen hadden in de omgeving waar ik opgroeide, te begrijpen. Deze interesse heeft niet alleen te maken met traumatische ervaringen. Ik groeide op in een land dat worstelde met politieke problemen, corruptie en een onstabiele economie. Herinneringen aan tanks die 's nachts door de straten rolden, militaire staatsgrepen, aardbevingen en terrorisme vormen enkele van de verhalen en beelden uit mijn verleden. Maar deze herinneringen zijn verweven met prachtige zomerdagen, een zorgzame familie en de warmte van de mensen in het zuiden. Herinneringen construeren persoonlijke en collectieve identiteiten en afwezigheid vergroot het belang van verbondenheid met het verleden.

Ik las dat je je qua identiteit in een soort tussenruimte begeeft, een ruimte tussen Peru enerzijds en België anderzijds. Maakt je dat gevoelsmatig tot een outsider of je geeft je dat juist veel creatieve ruimte?
Ik voel me geen buitenstaander. Het is eerder een heel interessant gevoel van ergens tussenin.
Een genuanceerd en meeslepend gevoel van positionering in een intermediaire of liminale ruimte. Niet volledig gesitueerd in de plaats van oorsprong, noch volledig in de huidige context, maar toch inherent verbonden met beide. Deze tussenligging stimuleert mij als kunstenaar en vormt niet alleen mijn conceptuele kader en creatieve output, maar beïnvloedt ook de ontvangst en interpretatie van mijn werk.
Stel: ik geef je carte blanche en tijd en geld spelen geen rol, is er iets dat je graag zou willen oppakken?
Ik zou een roadtrip zonder tijdsdruk maken, waarbij ik fotografeer, schets en schrijf. Daarna zou ik een maand lang in een hut in de woestijn verblijven – bij voorkeur een bescheiden ruimte met grote ramen die veel natuurlijk licht binnenlaten. Daar zou ik mijn tijd besteden aan het voltooien van mijn boek, dagenlang wandelen, schrijven en tekenen, en me ‘s nachts onderdompelen in de uitgestrekte sterrenhemel. Na het voltooien van mijn boek zou ik investeren in het drukken en uitgeven van een prachtig vormgegeven boek.

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Ik ben momenteel bezig met de voorbereidingen voor twee tentoonstellingen die na de zomer gepland staan: een duo-tentoonstelling in Cecilia Jaime Gallery in Gent en een groepstentoonstelling op de Prinsenhof Biënnale, die plaatsvindt op verschillende locaties in een historische wijk in Gent. Voor beide tentoonstellingen presenteer ik nieuwe werken naast geselecteerde werken uit mijn bestaande oeuvre.
Onlangs heb ik een kunstenaarsresidentie afgerond in Essaouira, Marokko, waar ik talloze teksten, tekeningen en foto's heb geproduceerd. Momenteel bestudeer ik dit materiaal en plan ik een terugkeer om het daar geïnitieerde project verder te ontwikkelen. Tijdens mijn verblijf in Essaouira ben ik begonnen aan een serie getiteld Where Do the Children Play, die sterk aansluit bij hedendaagse mondiale vraagstukken. Dit werk blijft thema's als herinnering, de blijvende impact van ervaringen en hun rol in de identiteitsvorming verkennen.
Daarnaast werk ik aan een boek getiteld We Kept on Dancing Like It Didn't Matter, dat foto's, tekeningen en teksten combineert. Het boek is een semi-fictieve compilatie die visuele en geschreven verhalen met elkaar verweeft. Voor mijn recente groepstentoonstelling in Parijs heb ik samen met twee andere kunstenaars een serie vlaggen gecreëerd. Ik ben van plan dit concept in toekomstig werk verder te onderzoeken en te ontwikkelen.
Hoewel ik aan nieuwe en diverse projecten werk, zijn ze allemaal met elkaar verbonden en maken ze deel uit van een doorlopend onderzoek naar consistente thematische vraagstukken.
