Kunstenaars Taqwa Ali, Lieve Hakkers en Eniwaye Oluwaseyi ontvingen afgelopen vrijdag in Amsterdam de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst uit handen van Koning Willem-Alexander. In het Koninklijk Paleis op de Dam ontvingen de winnaars een geldprijs een 9000 euro. De tentoonstelling met het werk van de drie winnaars en de 12 genomineerden is nog tot en met 30 maart te zien in het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam.
De Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst is, samen met de Prix de Rome, de oudste kunstprijs voor aanstormende jonge beeldend kunstenaars wonend in Nederland. De prijs werd in 1871 als Subsidie voor Vrije Schildekunst ingesteld door Koning Willem III. Jaarlijks wordt de prijs uitgereikt aan drie kunstenaars tot 35 jaar. Zij ontvangen ieder 9000 euro. De Koning benadrukte in zijn rede bij 154e editie: ‘De jonge kunstenaars van vandaag laten zien hoe levenskrachtig de schilderkunst is anno 2025’
De jury, voor de tweede keer onder leiding van Mirjam Westen (conservator hedendaagse kunst Museum Arnhem), verklaart die levenskracht in haar rapport door te wijzen op de internationalisering en de mogelijkheden die social media bieden aan kunstenaars. ‘Het medium mag dan eeuwenoud zijn, maar telkens is er weer sprake van nieuwe vormen, nieuwe ideeën en nieuwe perspectieven.’
De internationalisering en culturele verscheidenheid blijkt vooral uit het grote aantal inzenders dat niet in Nederland is geboren, maar hier woont en werkt. Opvallend is dat het aantal vrouwelijke inzenders groter is dan het aantal mannelijke – net als op de kunstacademies waar vrouwelijke studenten al decennia de meerderheid vormen. Ook valt het aantal inzenders dat aangeeft autodidact te zijn op. Deze editie zijn het er 113.
Alle inzendingen overziend, hebben de meeste kunstenaars een voorkeur hebben voor figuratie en vormen van realisme, stelt de jury. Ongeveer 10% van de werken is abstract, al is de grens tussen figuratie en abstractie niet eenduidig. Ook viel de jury de grote verscheidenheid aan materialen op. In vergelijking met de vorige editie hebben meer genomineerden al onderdak gevonden bij een galerie. Dit jaar zijn het 5 van de 15 genomineerden, vorige editie waren dat er 3.
Opvallend is verder dat de vorige editie van de Koninklijke Prijs nog geen vier maanden geleden plaatsvond. De organisatie verplaatste de tentoonstelling naar het begin van het kalenderjaar, zodat de tentoonstelling langer kan blijven staan en minder concurreert met andere evenementen die plaatsvinden in het Paleis op de Dam. De korte aanlooptijd heeft weinig invloed gehad op het aantal inzendingen: voor deze editie zonden 379 kunstenaars hun portfolio in ten opzichte van 483 in 2024.
De winnaars
De internationalisering zie je ook terug bij de winnaars. Twee van de drie werden niet in Nederland geboren en Eniwaye Oluwa (Nigeria, 1994) woont zelfs korter dan een jaar in Nederland. Oluwa is momenteel resident aan de Rijksacademie.
Oluwa vroeg zich al enige tijd af waarom hij uitsluitend vrienden en familie schilderde. Na aankomst in Nederland besloot hij de Nigeriaanse en Ghanese gemeenschap in Amsterdam Zuid-Oost te fotograferen ter inspiratie voor schilderijen. Tevergeefs, het ontbrak aan intimiteit. Het leidde tot een andere werkwijze en andere schilderijen, met zwarte personen in niet-bestaande, licht surrealistische ruimtes.
Oluwa wil niet alleen een mooi schilderij maken, maar vooral werken maken die een gesprek op gang brengen: “Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in ruimtes, vooral voor Afrikanen. Ik creëer etherische of psychologische ruimtes waarin het zwarte lichaam echt bestaat en niet gebonden is aan regels of voorschriften. Ik wil dat ze [de toeschouwers, red.] vragen stellen en begrijpen waar deze ruimte over gaat. Wat maakt dat een zwart lichaam zich in zo’n ruimte moet bevinden? Waarom kan het niet gewoon in een echte ruimte bestaan?’
Lieve Hakkers (Nederland, 1996) studeerde in 2020 af aan de AKI in Enschede en was aansluitend twee jaar resident van De Ateliers in Amsterdam. In haar werk verkent Hakkers thema’s als tijdloosheid, transformatie en zelfexpressie. Ze schildert momentopnames, details die haar bijblijven uit haar dagelijks leven. Dat doet ze met dun aangebrachte tempera, inkt en oliesticks.
Door de grove penseelstreken en onvaste lijnen duurt het even voordat je doorhebt waarnaar je kijkt. Zo lijkt Friday Night aanvankelijk een abstract werkt, totdat je de brandende kaars in het midden opmerkt. De jury spreekt waardering uit voor de manier waarop Hakkers haar observaties van ‘momenten en gevoelens weet om te zetten in een beeldtaal waarop ook de toeschouwers hun associaties kunnen loslaten.’
Taqwa Ali (Sudan, 1997) kwam op haar 16e naar Nederland en studeerde in 2023 af aan de Maastricht Institute of Arts. Haar werken ogen als abstracte voorstellingen en hebben titels als Blue Nile at Midnight en Meena Kosty, 11°19'31"N 34°04'09"E. Die coördinaten zijn niet toevallig toegevoegd. Sudan wordt al jaren verscheurd door oorlogen en het land bezoeken is haast onmogelijk. Alleen via satellietbeelden kunnen we veilig een kijkje nemen.
Ali overtuigde de jury met verstilde abstracte beelden gemaakt met fragiele materialen als zand, klei en plantenkleurstoffen. Daarmee wil ze uitdrukking geven aan de thema’s ontheemding en ‘translocatie’ – het verplaatsen van de ene plek naar de andere. De herkomst van de grondstoffen en de geologische gelaagdheid symboliseren de ‘translocatie’. Ali hoopt met deze materialiteit een gevoel van thuis op te roepen, en emoties, herinneringen en verlangens vast te leggen.