Een relatie die op de klippen loopt is nooit leuk, zeker niet na langere tijd. Tegelijk is een gebroken hart een goudmijn voor kunstenaars. Je hebt meerdere levens nodig om alle romans, films, poëzie en kunst die gaan over liefdesverdriet tot je te nemen. Altijd vanuit het perspectief van één van de voormalige geliefden.
Maar het kan ook anders, dat bewijzen Susanne Khalil Yusef en WONNE in Love for Sale. Het voormalig stel maakte een tentoonstelling met werk dat ze gedurende de 8 jaar die ze samen waren maakten. Love for Sale bestaat uit werk waartussen ze in Arnhem leefden en dat hen dagelijks omringde.
“De tentoonstelling was al langer gepland, maar toen we uit elkaar gingen, kwam bij ons na een tijdje het idee op om het daarover te laten gaan. Dat was aan het begin een best pijnlijk idee maar als kunst leek het ons toch een heel goed idee, en ik kan me eigenlijk geen mooiere afsluiting voorstellen voor wat we gehad hebben.”
Love for Sale van Susanne Khalil Yusef en WONNE is nog tot en met 17 november te zien GoMulan Gallery in Amsterdam.
Gefeliciteerd met Love for Sale, de aanleiding van de tentoonstelling is triest, jullie relatie is na 8 jaar ten einde gekomen. Wat betekent dat voor jullie atelier? Gaan jullie nu we op zoek naar een nieuwe ruimte?
WONNE: Dankje, we zijn heel blij met hoe het geworden is. De tentoonstelling was al langer gepland maar toen we uit elkaar gingen begon bij ons na een tijdje het idee op te komen om het daarover te laten gaan. Dat was aan het begin een best pijnlijk idee maar als kunst leek het ons toch een heel goed idee, en ik kan me eigenlijk geen mooiere afsluiting voorstellen voor wat we gehad hebben.
Susanne: Toen we uit elkaar gingen had ik mijn atelier op de Rijksakademie in Amsterdam. Twee maanden later was ik daar klaar, en mocht ik bij WONNE in zijn atelier erbij in Nijmegen. Aan de ene kant omdat het voor hem scheelt in de kosten, maar ook omdat we nog steeds hele goede vrienden zijn. Ondertussen ben ik wel ook naar iets anders aan het kijken, want het atelier is op één hoog en ik heb voor mijn zware werken iets op de begane grond nodig.
Jullie woonden te midden van de werken die te zien zijn in Love for Sale. Kunnen jullie de atelierruimte beschrijven waarin deze werken tot stand zijn gekomen?
WONNE: We hebben de werken over een periode van 8 jaar gemaakt. Aan het begin zaten we allebei nog op de kunstacademie. Toen ik bij Susanne thuiskwam zag ik een mooi stel meubels staan, daar zijn we toen op gaan schilderen. Dat was volgens mij wel even schrikken voor haar toen-al ex-vriend die nog bij haar in huis woonde. Ze had een huis met 6 kamers, ramen met oude stalen kozijnen met enkel glas en uitzicht op de Rijn. Haar woning werd al snel één groot atelier. Overal was op geschilderd, stonden sculpturen, planten in speciaal gemaakte potten, en eigengemaakt servies. De kamer achterin de gang werd een tijdje gebruikt als laskamer om in te lassen.
Susanne: Later hebben we ieder voor zich verschillende ateliers gehad, waar we ook tentoonstellingen hebben georganiseerd. Daar maakten we altijd een feestje van met livemuziek en veel gezelligheid.
In de zaaltekst las ik dat jullie beiden vrij intuïtief te werk gaan, dus ik vroeg me een gemiddelde dag eruit ziet. Zijn er werkafspraken of werktijden of loopt werk en privé in elkaar over?
Susanne: We werken niet vast met elkaar. We hebben onze eigen praktijk, maar we hebben veel aan elkaars input. Ik bespreek elk project met WONNE, ik grap altijd dat hij mijn artistiek directeur is. We helpen elkaar veel, en soms vragen we of de ander mee wil doen als we iets aan het maken zijn. Daar hebben we verder geen afspraken over.
WONNE: Aan het begin hebben we veel samen gemaakt. Na een tijdje wilde je dat niet meer, omdat je het gevoel had dat het moest.
Susanne: Je was te enthousiast, en te lovend, dat schrikte me af. Dan ligt de lat te hoog. Ook maakte je zoveel, met een eindeloze productiedrang. Dat vond ik mooi maar ik denk ook dat dat mij juist afremde.
WONNE: Ik vond het niet leuk toen je mij een keer vroeg om mee te werken aan iets maar wilde dat mijn naam bij het tentoonstellen niet vermeld zou worden. Ik was het met je eens dat het niet altijd goed was om als samenwerkend naar buiten te treden, maar ik vond dat je het dan ook zelf moest maken. Dat heb je uiteindelijk heel goed gedaan vind ik.
In Love for Sale zijn zowel werken te zien die jullie onafhankelijk van elkaar hebben gemaakt als werken die jullie samen hebben gemaakt. Hoe ziet zo’n samenwerking er in de praktijk uit, maakt ieder een onderdeel van het werk of bedenkt de een het en voert de ander het uit?
WONNE: Toen ik Susanne net leerde kennen was ze bezig met een portretschilderij van haar held, zanger Manu van Kersbergen. Ze vroeg mij om eraan mee te werken. De afspraak was vanaf toen dat als we schilderden we elkaar helemaal vrij zouden laten. Om over elkaars stukken heen te gaan bijvoorbeeld. Vaak schilderden we om en om, want tegelijk aan hetzelfde doek werken was heel gezellig maar werkte minder goed. Wat ik merkte toen we een tijdje hadden samengewerkt, is dat ik ging leunen op haar toevoegingen. Ik vond werk dat ik alleen maakte dan soms niet leuk genoeg meer. Daar moest ik wat aan doen want die afhankelijkheid was niet goed voor me.
Susanne: Met de keramieken kannenserie ‘Beverages for Friends’ werkte het iets anders. WONNE was verslaafd geraakt aan zijn pottenbakkersschijf maar hij had geen ideeën meer. Ik liet hem een foto zien van een arabische kan, en toen kwamen de prachtigste vormen uit zijn handen. De klei eenmaal gebakken waren de kannen die hij had gemaakt nog helemaal wit en mocht ik ze kleuren. Ik heb er fototransfers op gemaakt van bekende mensen die zich publiekelijk uit hebben gesproken over de onderdrukking van Palestina.
Een raakvlak tussen jullie beide werk is jullie expressieve stijl. Is dat ook het beginpunt van jullie samenwerking geweest of is jullie werk stilistisch steeds meer op elkaar gaan lijken?
WONNE: Ik denk dat we allebei al expressief waren, niet als stijl maar als manier van doen. Susanne was toen ik haar ontmoette door de academie misschien iets bedachtzamer geworden, want toen ik werken van daarvoor van haar zag werd ik helemaal enthousiast over de gekte en directheid die daar in zat. Op de academie moet je altijd vertellen waarom je iets doet, en als je dat moet bedenken kan je je niet vrij uiten. Plezier maken is genoeg reden zei ik, en dat vind Susanne ook. Het eerste schilderij dat we maakten, was een portret op een rond canvas wat Susanne aan het schilderen was. Ik ging daar omheen helemaal los met abstracte vormen en bonte kleuren. Neonkleuren kon ik toen nog niet goed hebben, daar heb ik van Susanne van leren houden. We waren allebei al een beetje bezig met keramiek, maar dat hebben we samen veel verder leren kennen. Uiteindelijk hebben we ook samen een hele grote oven gekocht, die zoveel stroom nodig heeft dat hij op de plek waar hij nu staat niet eens aangesloten kan worden.
Susanne, je hebt een Palestijnse achtergrond en verwerkt ervaring van familieleden en bekenden in je werk. Zijn de aard en de onderwerpen die je aanroert in je werk sinds een jaar veranderd, merk je dat?
Susanne: Ja sowieso, zeker. Het was voor mij heel moeilijk om in het laatste jaar werk te maken. Omdat ik ontzettend verdrietig en verlamd was door de huidige gebeurtenissen. Het was moeilijk om door te gaan met emails beantwoorden en te werken aan projecten omdat het met gedachten aan al het leed in Palestina allemaal zo zinloos lijkt. Maar ik dacht ik moet juist wel de kansen die krijg pakken om mijn werk te laten zien en een bredere context te geven aan wat daar gebeurt. Bijvoorbeeld dat ik al jaren werk maak over de situatie in Palestina, geeft aan dat het niet sinds een jaar is begonnen. Sommige mensen denken dat, die zijn dan verbaasd dat de ‘Beverages for Friends’ kannen waar we het net over hadden al voor 7 oktober gemaakt zijn. Ik heb in mijn werk een meditatieve vorm gevonden om meer rust te kunnen vinden in de storm, zodat ik toch werk kan blijven maken. Dat doe ik door streepjespatronen op mijn werk te maken.
WONNE, momenteel is er werk van je te zien in het COBRA Museum in Amstelveen. Kan je iets vertellen over de werken die daar te zien zijn?
WONNE: Daar zijn nu de drie grootste keramiekwerken te zien die ik tot nu toe gemaakt heb. Ze zijn in delen gemaakt omdat ze anders niet in de oven passen. ‘A kiss for the hero villain’ een wit met zwart liggend figuur met bronzen schattige insecten op zich, dan ‘Ambition’ een donker liggend figuur met diepe kleuren en een drie meter hoge toren uit zijn buik, en dan ‘For the Heartbroken’ een ongeglazuurd roodgebakken vierpotig dier met pikzwarte kop die stevig staat maar een schreeuwende en huilende expressie in zijn gezicht heeft. De beelden zeggen iets over verlamming en opstaan.
Waar zijn jullie op dit moment mee bezig?
Susanne: Ik ben bezig met een kunstopdracht voor de gemeente Amsterdam. Het is mijn eerste buitenwerk wat op vrouwendag 2025 onthuld wordt. Dat is een droom die uitkomt.
WONNE: Ik ben bezig met een grote subsidieaanvraag. Ik wil me net als Susanne gaan verdiepen in het maken van buitenbeelden. Daarnaast wil ik video’s gaan maken waarin alle manieren waarop ik werk samenkomen, denk aan muziek, sculpturen, tekeningen en schilderijen en ook mijn interesse in psychologie en therapie die ik normaal niet zo direct in mijn kunst laat zien. Op www.lala.cool kun je dit volgen.