In een samenleving die steeds meer is ingericht op functionaliteit, efficiëntie en regels, raakt nutteloosheid steeds verder uit beeld. Roeland Tweelinckx ziet juist schoonheid in het nutteloze object. In Bending the rules of functionality transformeert hij functionele, alledaagse objecten in niet-functionele objecten om ons aan te zetten tot reflectie. Het levert speelse en humoristische werken op. Een online recensie van Tweelinckx’ werk vat het bondig samen als: ‘Your work makes me laugh and gets me thinking at the same time.’
In Bending the rules of functionality, de tentoonstelling die deze week nog te zien is bij Eva Steynen Gallery, zien we onder andere een stoel die gekeerd staat naar een witte muur, een verlengsnoer dat rechtop staat, en een zeefdrukraam met daarop de tekst Your judgement is irrelevant. Met dat laatste werk wil Tweelinckx aantonen dat het niet altijd nodig is om een oordeel te hebben, laat staan dat die altijd wereldkundig moet worden gemaakt. “Het is eerder een conclusie dan een bewuste keuze. Of je het werk goed of slecht vindt, is voor mij als kunstenaar niet belangrijk.”
We spraken Roeland Tweelinckx over zijn atelier, werkwijze en het belang van de ‘fotografische seconde’.
Bending the rules of functionality is nog tot en met 26 oktober te zien bij Eva Steynen Gallery in Antwerpen.
Waar is uw atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier bevindt zich bij mijn huis, het is een oude schrijnwerkerij van 180 m², achter in mijn tuin. Het is een rechthoekige ruimte met veel daglicht dankzij twee serredaken. Ik heb de ruimte praktisch in tweeën verdeeld: tegen één lange muur staat al mijn materiaal en de werkbanken, terwijl de andere kant een lege, witte ruimte is waar ik mijn werk presenteer. Als ik me positioneer naar mijn witte muur, heb ik totaal geen storende elementen, alleen het werk waar ik mee bezig ben. Een mooie balans tussen ruis en rust.
Voor de een is een atelier een werkruimte, voor de ander is een private ruimte waar hij of zij helemaal zichzelf kan zijn, en weer een ander omschrijft het als een heiligdom. Hoe zou u uw relatie met uw atelier omschrijven?
Mijn atelier is écht mijn plek. Ik laat er niet zomaar iedereen binnen; buiten mensen uit de kunstwereld zijn alleen mijn kinderen, vriendin en hechte vrienden er welkom. Ik ben graag in mijn atelier en kan daar ontzettend gelukkig van worden, gewoon door er uren te werken — of zoals mijn kinderen het vroeger noemden: "knutselen." Een groot voordeel is dat het atelier zich achter mijn huis bevindt, waardoor ik kan komen en gaan wanneer ik wil: 's ochtends vroeg, in de late namiddag, of tot in de late uurtjes.
Stel u moet morgen opzoek naar een nieuwe ruimte, waaraan moet de nieuwe ruimte dan minimaal voldoen?
De nieuwe ruimte moet minstens even groot zijn, of zelfs groter dan mijn huidige atelier, want ik hou van ruimte om me heen. Meer opslagruimte zou ook welkom zijn, en het zou geweldig zijn als er een directe toegangspoort voor transport zou zijn; nu moet ik met alles door mijn huis. Als het dan ook nog in een idyllische, bosrijke omgeving, zoals de Ourthevallei, zou zijn, zou ik geen nee zeggen.
Gefeliciteerd met Bending the rules of functionality! Waarom wilt u die regels ombuigen of oprekken? Wat hoopt u daarmee te bereiken?
Als kunstenaar vind ik het belangrijk om kritisch te kijken naar de maatschappij waarin we leven. Onze samenleving draait steeds meer om regels en de verwachtingen daaromtrent, en ik heb ook de indruk dat alles functioneel moet zijn. Maar er schuilt veel schoonheid in nutteloosheid of in de handeling daarvan. Door functionele, alledaagse objecten te transformeren naar niet-functionele objecten, wil ik de kijker aanzetten tot reflectie en uitnodigen tot dialoog. Ik gebruik geen objets trouvés, maar speel juist met trompe-l’oeil en reproductie. De functionaliteit van de objecten gaat in mijn werk onherroepelijk verloren.
Net als uit de titel van de show, spreekt uit uw een subtiel gevoel voor humor, een speelse omgang met de realiteit. Dat is iets waar veel kunstenaars bij wegblijven. Wanneer besefte u dat dit een onderdeel is van uw werk?
Onlangs ontving ik via sociale media het kortste essay over mijn werk ooit: "Your work makes me laugh and gets me thinking at the same time." Humor is een rode draad in mijn leven. Het speelt een cruciale rol in wie ik ben als mens, kunstenaar, partner, vader en vriend. Het zou vreemd zijn als ik dit aspect niet doortrok naar mijn artistieke praktijk.
Hoewel humor altijd een rol in mijn werk heeft gespeeld, heeft het even geduurd voordat ik het volledig omarmde. Tijdens mijn 'bloedserieuze' opleiding aan de academie in Antwerpen was er weinig ruimte voor humor. We leerden daar vooral dat kunst heel serieus was. Na mijn opleiding in Antwerpen heb ik in het buitenland verder gestudeerd, en daar heb ik geleerd wat relativeren is; langs die weg is de humor in mijn werk geslopen. Een kunstwerk kan vol humor zitten en toch met volledige ernst gemaakt zijn.
Met welke kunstenaars voelt u zich verwant?
Dat vind ik een moeilijke vraag, omdat er heel veel goede kunstenaars zijn die ik zou kunnen noemen. Ik voel me vooral verwant met kunstenaars die zichzelf zijn en bovendien ook eerlijk werk maken. Als ik toch een paar namen moet noemen, dan zijn dat: Henk Delabie, Wesley Meuris, Just Quist, Niamh O’Malley, Fred Sandback en Marcius Galan.
Laten we twee werken uitlichten: het eerste heet Your judgement is irrelevant, een zeefdrukraam met daarop de beetje plagerige titel. Waarom is ons onderdeel wat u betreft irrelevant?
Met Your Judgment is Irrelevant wil ik aantonen dat het niet altijd nodig is om een oordeel te hebben, laat staan dat je het moet uiten. Het is eerder een conclusie dan een bewuste keuze. Of je het werk goed of slecht vindt, is voor mij als kunstenaar niet belangrijk. Ik creëer in de eerste plaats voor mezelf. Zodra het werk mijn atelier verlaat, staat het op zichzelf, en het is prima als het niet bij iedereen aanslaat. Wat ik vooral boeiend vind, is dat het iets in de toeschouwer teweegbrengt. Het is natuurlijk ook een spel met de toeschouwers; op de opening kwam iemand me vertellen dat de typografie niet juist stond.
Een ander werk dat je waarschijnlijk bijblijft heet In a fit state, en bestaat uit twee verlengsnoeren, waarvan er een rechtop staat. Hoe ontstond dit werk? Zelf had ik associaties met een cobra slang, maar volgens mij vertrekt u telkens vanuit de materiele eigenschappen een object en de verwachting die wij daarbij hebben, klopt dat?
Dit idee ontstond tijdens een intense en inspirerende residentie in Lissabon afgelopen lente, waar ik in alle rust zo’n 120 ideeën op papier heb gezet. Ik noem dit proces het registreren van ideeën. Het werk kwam snel bij me op toen ik een verlengsnoer op de grond zag liggen. In een fractie van een seconde voegde ik een rechtopstaand element toe op mijn netvlies om het los te maken van de werkelijkheid. Zo ontstaan de meeste van mijn werken: plotseling in mijn hoofd. De onderliggende filosofie kan op verschillende manieren worden benaderd. Het gaat niet alleen om de materiële eigenschappen, hoewel die soms ook een rol spelen. Een van de lagen is wat ik de ‘fotografische seconde’ noem: het moment waarop het snoer wordt losgelaten en naar beneden valt, dat moment vastleggen. Mijn werk is altijd gelaagd, en wat jij erin ziet of voelt, is helemaal prima. Er is niet slechts één manier om het te benaderen.
Naast sculpturen bestaat Bending the rules of functionality uit een aantal interventies in de galerieruimte. Stel: u mag een ruimte kiezen waarin u interventies doet, is er dan een ruimte die u graag nog eens daarvan zou voorzien?
Interventies blijven voor mij het interessantste om te doen; het is de essentie van mijn werk. De ideale ruimte bestaat eigenlijk niet voor mij, hoewel ik op veel plaatsen gefascineerd raak door de mogelijkheden, of het nu een white cube is of een casco-ruimte. Misschien zou ik het liefst zelf de ideale context bouwen: een doos in een doos. Samen met mijn goede vriend en architect Peter Gillis werk ik al enige tijd aan een dergelijk project. Het lijkt me geweldig om een museale ruimte te creëren die bestaat uit verschillende opeenvolgende kamers, zodat je geen overzicht hebt, net zoals wanneer je door een bos wandelt en nieuwsgierig bent naar wat zich achter de volgende bocht bevindt.
Waar werkt u op dit moment aan?
Ik ben altijd met meerdere projecten tegelijk bezig. Momenteel werk ik aan een nieuwe reeks 'unconscious dust drawings' en probeer ik elke dag minstens een uur in mijn atelier door te brengen, of er gewoon aanwezig te zijn. Daarnaast ben ik samen met mijn vriend en vormgever Hans Van Den Eynde bezig met de voorbereiding van een nieuwe publicatie. Ook werk ik aan de organisatie van een duo-tentoonstelling die op 9 november opent bij Violet (Art Space) in Antwerpen, samen met kunstenaar Sebastien Pauwels.