In de tentoonstelling What the B*BBLE bij Art Gallery De Wael 15 onderzoekt Amber Geuns de tegenstellingen tussen het vluchtige en het eeuwige, het sterke en het breekbare. Ze creëert een surrealistisch spel tussen luchtige zeepbellen en ridders, gehuld in fragiele harnassen van papier en folie. De ridders, die normaal gesproken symbool staan voor kracht en bescherming, ontmoeten de zwevende, doorzichtige ‘vijanden’ die in de lucht dansen. In dit stille gevecht weerkaatsen licht en schaduw op het blinkende harnas, terwijl de kwetsbare zeepbellen verschijnen en verdwijnen. Elk moment lijkt voorbij te glijden, gevangen in de lens van Geuns’ kunst, en creëert een universum vol verwondering en mysterie.
Asterisk, teken en mysterie
De titel What the B*BBLE roept voor mij met zijn specifieke spelling nog meer gelaagdheid en betekenis op. Door de asterisk in plaats van de ‘u’ toe te voegen, lijkt Geuns een soort censuur of mysterie in het woord te plaatsen, alsof de werkelijke betekenis net buiten ons bereik wil houden. Dit creëert een dubbele laag: iets speels en luchtigs wordt doorbroken door een impliciet verborgen element. De keuze voor ‘B*BBLE’ in plaats van het volledige woord ‘bubble’ suggereert dat wat we zien, of denken te zien, nooit volledig is. Er ontbreekt altijd iets, of er zit iets onuitgesprokens in elke situatie. De asterisk fungeert als een uitnodiging voor de kijker om de ontbrekende schakel in te vullen – het kan een persoonlijke betekenis dragen of verwijzen naar de vele lagen van interpretatie die we aan iets simpels als een zeepbel kunnen toekennen.
Een andere interessante interpretatie van de asterisk is dat deze een metafoor kan zijn voor hoe we omgaan met kwetsbaarheid of vergankelijkheid. In plaats van een volledig en afgerond idee te geven, wordt er iets open gelaten – een leegte, een pauze, een mogelijkheid. Het ontbreken van de letter suggereert dat perfectie, volledigheid of controle een illusie is. Net als een zeepbel kunnen onze ideeën en zekerheden elk moment veranderen of verdwijnen, en de asterisk herinnert ons aan dat intrinsieke gebrek aan stabiliteit.
De dans van de ridder en de zeepbel
Wanneer je door de tentoonstelling loopt, worden de confrontatie met de eigen vergankelijkheid steeds voelbaarder. De ridder, symbool voor kracht en standvastigheid, lijkt onaantastbaar, maar staat tegenover de delicate schoonheid van een zeepbel. De bellen, schitterend in hun fragiliteit, zijn ongrijpbaar en oncontroleerbaar, net als tijd of dromen. Ze verdwijnen even snel als ze verschijnen, maar in dat korte moment dragen ze een geheel eigen universum met zich mee. Amber Geuns laat ons inzien dat kracht niet altijd overwint; soms is het juist de vergankelijkheid die indruk maakt, die ons ontroert en betovert.
Net zoals bij de vorige expo creëerde de kunstenaar haar eigen harnas, symbool van bescherming en de constante strijd om te blijven bestaan. Maar hoe bescherm je jezelf tegen iets dat geen vaste vorm heeft? Hoe ga je een strijd aan met de lucht zelf, met het gewichtloze, met iets dat zo vluchtig is dat het amper te vatten valt? De ridder en de zeepbel worden in dit werk niet zozeer vijanden, maar danspartners. Ze vormen samen een poëtische choreografie van licht en lucht, van reflectie en beweging.
Een Droom van Strijd en Licht
De inspiratie voor de nieuwe expo vond ze in een droom, waar de ridder plots opdook. Het harnas dat zij creëerde is zowel een fysieke als mentale constructie, gebaseerd op historische en culturele verwijzingen. De zeepbellen daarentegen, met hun speelse en onvoorspelbare aard, ontstonden als contrast, bijna als tegenpool van de ridder. Maar wanneer ze samenkomen in deze kunstwerken, vormen ze een verhaal dat ons vertelt over vergankelijkheid en de voortdurende strijd om betekenis te vinden in het vluchtige.
De kracht van haar werk ligt in de onverwachte combinatie van elementen. De zwaarte van het harnas, het spel van licht op het metaal, en de fragiele, glanzende schoonheid van de zeepbellen leiden tot een visuele ervaring die zowel speels als diepgaand is. Het roept vragen op over onze eigen behoefte aan bescherming en de onvermijdelijke realiteit van verval en vergankelijkheid. Het verhaal dat Geuns ons toont, is er één zonder begin of einde. Het is een momentopname, een glimp van iets dat voortdurend verandert. Zoals ze zelf zegt, plant ze niet, maar laat ze zich leiden door wat goed voelt in het moment. Deze vrijheid van vorm en inhoud komt tot uiting in het werk zelf, waarin de ridder en de zeepbel een voortdurend veranderende dans uitvoeren.
Wanneer de toeschouwer door de ruimte beweegt, lijkt het bijna alsof hij zelf deel wordt van het verhaal. Je ziet jezelf weerspiegeld in de zeepbellen, die op hun beurt het licht van het harnas weerkaatsen. Je bevindt je tussen de spanning van het robuuste en het breekbare, van het vaste en het vluchtige. Het werk van Geuns is geen passieve ervaring, maar een uitnodiging om jezelf te verliezen in de wereld die zij heeft gecreëerd. Je loopt mee met de ridder, volgt de zeepbellen, en ontdekt misschien iets over je eigen strijd om betekenis in een wereld vol vergankelijkheid.
Op visueel avontuur
Amber Geuns weet met What the B*BBLE een kwetsbare, dromerige sfeer neer te zetten, waarin het ongrijpbare tastbaar wordt en het sterke beschermende op een speelse manier ondermijnd. Het werk is een visueel avontuur dat je meeneemt in een wereld waarin licht, lucht en spiegelingen samenkomen om je uit te nodigen opnieuw naar de details van het leven te kijken, naar de schoonheid in het vluchtige en het poëtische in het alledaagse. De tentoonstelling maakt ons bewust van de fragiliteit van onze eigen bubbels en de poëtische schoonheid van het ongrijpbare, waardoor we met nieuwe ogen naar de wereld om ons heen leren kijken.