Annesas Appel heeft een atelier in de vide van haar Haarlemse huiskamer. Aan een van de vele tafels werkt ze aan projecten met een geheel eigen logica. Voor Layered Landscape, haar huidige tentoonstelling bij dudokdegroot, koppelde ze de 10 kleuren van het Munsell kleursysteem aan de getallen 0 tot en met 9. Ieder cijfer kreeg een eigen kleur. Ze legde alle cijfers stuk voor stuk over elkaar heen om te zien welke mengkleuren er ontstonden. “Het is elke keer een verrassing dat je met 10 vaste vormen en kleuren tot zoveel verschillende vorm- en kleurvariaties kunt komen.”
Alle variaties legde Appel vast in het zelfgemaakte kunstenaarsboek Layered Base. Een minutieus en tijdrovend proces, maar het resultaat mag er zeker zijn. “Het fijne aan kunstenaarsboeken is dat je in een compact geheel de totale verzameling of het onderzoek kan laten zien”, zegt Appel. Het project gaat in essentie over de mengkleuren die ontstaan op plekken waar de cijfers overlappen. Dat accentueerde Appel door overlappende fragmenten te borduren.
Layered Landscape is nog tot en met 6 juli te zien bij galerie dudokdegroot.
Waar is je atelier en hoe ziet het eruit?
Mijn atelier bevindt zich op de vide in de huiskamer van ons huis in Haarlem. Het is niet zo hoog, maar ik ben zelf niet zo groot dus dat past prima.
Je maakt zowel kunstenaarsboeken als het geborduurde werk dat nu bij dudokdegroot te zien is. Dat zijn verschillende disciplines. Daarom vroeg ik af waaraan een atelier voor jou moet voldoen?
Veel tafels. Ik heb een hogere tafel waaraan ik kan staan, dat is prettig voor het werken met de draden op het papier. Veel licht en een vergrootglaslamp, die is heel belangrijk voor het prikken van de gaatjes in het papier voor het weven.
Daarnaast heb ik een grote tafel waar ik de papieren kan snijden en de boeken kan vouwen. Ook de apparatuur zoals mijn computer, printer en snijmachine zijn van groot belang. Een lege muur waar je de proefjes op kan hangen is fijn.
Hoe ziet een typische atelierdag eruit? Is dat van 9 tot 5 of ben je iemand die laat begint en dan doorhaalt tot een uur of 11. Staat er muziek op of is het juist muisstil, ontvang je bezoek of liever niet?
Eerst het ochtendritueel met de kinderen. Daarna fiets ik met mijn dochter mee naar school en ga daarna direct het atelier in. Dan werk ik tot ze weer uit school komen. Vaak werk ik in de avond weer verder. Als ik echt midden in het denkproces zit, dan gaat het dag en nacht door in m’n hoofd. Dan vind ik het ook moeilijker om het los te laten. Dan kom ik in een soort vacuüm; oogkleppen op en met een totale focus op het project. Dat is het punt dat je voelt dat het onderzoek en uitprobeersels gaat leiden tot een uitkomst, die je nog net niet te pakken hebt, waardoor je doorgaat totdat je die gevonden hebt. Soms is het wel goed om even uit die hyperfocus te stappen en een paar dagen afstand te nemen, dan kan de oplossing zich ineens aandienen.
Met het denkwerk vind ik stilte het fijnst. Dan knetteren mijn hersens al hard genoeg. Maar wanneer ik met mijn handen aan het werk ben, vind ik het fijn om naar muziek of een podcast te luisteren.
Als ik er tijd voor heb, vind het ik wel om bezoek te krijgen. Dan krijgt diegene toch nog net een stukje meer te zien, de omgeving waarin het allemaal tot stand komt.
Laten we het hebben over Layered Landscape, je huidige tentoonstelling, daarin koppel je de getallen 0-9 ieder aan een kleur en daarmee maak je alle getallen van 0 tot en met 99 door de 1 over de 2 te leggen, de 2 over de 2, de 3 over de 2 etc… Daardoor ontstaan er mengkleuren. Hoe is het idee ontstaan?
Ik was nieuwsgierig welke vorm overeenkomsten de getallen krijgen wanneer je ze over elkaar heen legt. Door ze elk een eigen kleur te geven ontstaat er bij de overlappingen een mengkleur. Daardoor wordt het beeld van de getallen ook abstracter omdat door de overlapping niet meer altijd duidelijk is om welk getal het gaat. Dan begint het voor mij spannend te worden; als ik dat wat al bestaat zo kan abstraheren dat het er wel nog is maar niet meer meteen zichtbaar.
Kan je iets vertellen over het kleursysteem waarop je je baseerde?
Ik zoek vaak naar gegevens die ik op logische wijze overlappen. Zoals bij mijn muziekproject waarbij ik de zeven grondtonen kon koppelen aan de 7 kleuren van de regenboog.
Bij de 10 getallen zocht ik ook naar een kleurensysteem van 10. Toen zag ik een schema van het Munsell color system. Dat schema bestond uit een cirkel met 10 kleuren; geel, lichtgroen, donkergroen, lichtblauw, donkerblauw, indigo, magenta, violet, rood en oranje. Andere Munsell kleurschema's hebben meer tussenliggende kleuren, maar voor mij is dan de 10 en 10 een soort helderheid die ik kan gebruiken. Daar zoek ik vervolgens de draden bij, die komen natuurlijk niet precies overeen, dus dan pas ik de tinten van de kleuren in de computer weer iets aan.
Het is een allesomvattende aanpak, geen combinatie blijft onbenut. Wat was de grootste ontdekking die je deed tijdens het afgraven van al die mogelijkheden?
Het is elke keer een verrassing dat je met 10 vaste vormen en kleuren tot zoveel verschillende vorm- en kleurvariaties kunt komen.
De tentoonstelling bestaat in feite uit twee delen. De ruimte met het boek Layered Base met daarin de afdrukken van alle cijfercombinaties en de ruimte met daarin uitsnedes waarop je de kleurcombinaties borduurde. Kan je uitleggen wat er zo leuk is aan het maken van kunstenaarsboeken en welke plek nemen die in, in je werk?
Wat ik zo fijn vind aan kunstenaarsboeken is dat je in een compact geheel de totale verzameling of het onderzoek kan laten zien. Een boek vergt ook een bepaalde concentratie, het is intiemer. Je kan je eigen ritme bepalen hoe je het wilt bekijken door het heen en weer bladeren, het is beweeglijker. Ik werk bijna altijd met heel dun Japans papier.
Vaak maak ik in de boeken ook gebruik van de doorschijnendheid van het papier waardoor de afbeeldingen van de volgende pagina’s al licht doorschijnen op de pagina die je open hebt. Hierdoor ontstaat ook weer een nieuw beeld, maar wel wat meer verstopt. Ook heeft dit dunne papier een bepaalde tactiliteit en valt het soepel open. Het fijne van het maken van de boeken vind ik de combinatie van het maken achter de computer en het handwerk; elk vel gaat door mijn handen wanneer ik het snij en vouw. Het nadeel is wel dat het tijdrovend is omdat het dun papier is, moet het velletje voor velletje door de printer. En de stress dat het tot het einde toe mis kan gaan, bij het lijmen snijden en kaften en dat ik dan alles over moet doen.
Hoe kwam je erop om delen van je prints te borduren?
In eerder werk heb ik ook gewerkt met de extra laag van draad op papier. Ook hier geldt net als bij de boeken dat ik de combinatie van het computer en handwerk prettig vindt. En het versterkt het concept.
Bij het muziekproject vond ik het weven heel mooi passend; bij het spelen op de piano worden de toetsen ingedrukt en andere noten overgeslagen, hoorbaar en niet hoorbaar. Zo is het ook met weven. De draad gaat op en onder, zichtbaar en niet zichtbaar. Het mengen van klanken en het mengen van kleuren. En ook het horizontaal en verticaal denken. Als je naar bladmuziek zou kijken zou je de akkoorden kunnen zien als een verticale lijn, de noten staan onder elkaar genoteerd, en een melodie van losse noten als de horizontale lijn. Of bij een digitaal muziekprogramma zoals Logic dan zie je de tonen als horizontale blokken staan en de tijdslijn, die de klank afspeelt, gaat er als een verticale lijn overheen.
Bij het project Layered Landscape ging het ook echt over het overlappen, het samensmelten van delen van de getallen. Dat komt mooi tot uiting met het weven waardoor de kleuren ook mengen en samengaan. De delen die niet overlappen gaan als horizontale of verticale lijnen los van elkaar verder.
Omdat je gestructureerd te werk gaat, vroeg ik me af of er een project is dat je op de plank hebt liggen, maar dat zo omvangrijk is dat je er niet aan durft te beginnen.
Het is niet zozeer het niet durven, maar meer de ingewikkeldheid van het project waaraan ik merk dat ik er langer de tijd voor moet nemen, dan ik van tevoren had bedacht; zoals bij het muziekproject. En dan bedoel ik dat ik naast de uitwerkingen op papier met draad ook werkelijk via een eigen systeem een muziekstuk wil maken.
Ik wil proberen om de logica van de muziektheorie omzetten in mijn eigen logica en kleuren en een pianostuk maken. Ik ben geen muzikant en muziek is heel erg vanuit het gehoor, gevoel, ritme en melodie en ik probeer het via een andere manier te benaderen, namelijk via logica en berekeningen, wat ook een groot deel van muziek is natuurlijk.
Of het gaat lukken en hoe het zal klinken, weet ik niet, maar ik wil het gewoon proberen. Dat is echt een uitdaging. Ik probeer de muziektheorie te begrijpen, en te vertalen naar een voor mij begrijpelijke logica die ik kan omzetten in kleur, beeld en geluid.
Waar werk je op dit moment aan?
Het project Layered Base en Landscape is net afgerond en nu ga ik mijn tanden weer zetten in het muziek/weefproject.