Cecil Kemperink verhuisde in 2019 naar Texel om dichterbij de natuur te zijn. De almaar doorgaande beweging daarvan is de inspiratiebron voor haar keramische werken die bestaan uit talloze ringen. “De ronde vorm is de sterkste vorm die er is: letterlijk en voor mij ook qua betekenis: oneindigheid, verbinding. Alles met elkaar verbonden, een geheel. Mijn ideaal”, zegt ze daarover.
Kemperink omschrijft haar sculpturen als ceramics to see, hear and feel. Veel van haar werken zijn te zien op YouTube. In korte video’s ze beweegt de sculpturen in een sierlijke choreografie, daarbij hoor je de ringen ook bewegen. Dit concept ontstond uit Kemperinks behoefte om de werken zo totaal mogelijk te laten zien, beleven en horen. “Mijn sculpturen kan je van vorm veranderen; sommigen hebben ontelbare vormen en geluiden in zich. Elke vorm geeft een ander beeld, een andere perceptie.”
Het werk van Cecil Kemperink is vanaf 29 februari samen met dat van AnneMarie Laureys Ceramics, Nick Ervinck, Marja Kennis, Marga Knaven, Su Melo, Joke Raes te zien in High Fired II bij Galerie Franzis Engels. High Fired II geeft zo een goed overzicht van de mogelijkheden van het populaire medium. De opening is op zaterdag 2 maart. Om 16.00 uur zal het hoofd keramiekafdeling van de Rietveldacademie Jonas Vansteenkiste spreken.
Ik las dat je sinds 2019 woont en werkt op Texel. Op je website omschrijf je Texel als natuureiland. Is die natuurlijke omgeving belangrijk voor jou en je werk?
Natuur geeft mij rust en ook kracht. Gaan met de wind, ruiken, voelen, ervaren. Mijn zintuigen worden hier op Texel meer aangesproken. Het donker is echt donker. Stilte beleven vind ik wonderlijk. De almaar doorgaande bewegingen in de natuur: groei, pauze, en weer door. Eenvoud zonder dat het eenvoudig is. Dat geeft mij een gevoel van vertrouwen. Ik woon hier nu 5 jaar en daarvoor 25 jaar in ’s-Hertogenbosch. Ik ben gefascineerd door de bewegingen in de natuur: wind, groei van een plant, onze ademhaling, de bloedsomloop, aderen en wortelstelsels, eb en vloed… De bewegingen die in mijn werk zitten, komen uit deze inspiratiebron.
Hoe ziet je atelier eruit?
Betonnen vloer, hoge houten witte wanden, veel ramen, veel licht. Een wand met kasten met daarin werk in allerlei stadia. Tafels in het midden, een hoge statafel en éen om aan te zitten. Staan en zittend werken wissel ik af. Luie stoel in de ene hoek, kleine tafel met laptop in een andere. Compact en praktisch. Veel emmers met klei. Veranda met vogelvoer en hangstoel. Planten, stekjes, uitprobeersels. Mijn ruimte en energie.
Je bent keramist; heb je ruimte voor je eigen ovens of stook je je werk elders?
Ik werk met klei; voel me toch meer een beeldend kunstenaar dan keramist. Ik hou ervan om te verbinden, verschillende kunstvormen bij elkaar laten komen. Ik hou van verbinden, letterlijk: elke cirkel wordt verbonden met de ander. En ook de verschillende kunstdisciplines, die ik meer zie als eén geheel. Hoe ik met mijn achtergrond van verschillende kunstvormen textiel, mode, kunst en dans sculpturen creëer, die van vorm kunnen veranderen en hele spannende geluiden daarbij voortbrengen. Die werken in beweging zetten, dat ervaren, is een groot plezier. Je komt in contact met het werk, voelt wat kan, hoe het gaat, wat doe ik, wat als ik iets anders beweeg, hoe reageert het werk. Een heel spel van aandacht, balans en gevoel. Elk werk is uniek in manier van bewegen, in geluid en gevoel. Een samengaan van diversen.
Ik merk dat er wordt gezocht wordt naar overzicht. Rubriceren, onderbrengen in materiaal, 2 of 3 D, in discipline of techniek. Benoemen om te begrijpen. Voor mij hoeft dat niet, alle kunstvormen mogen in elkaar overlopen, zonder naden, zonder hoeken. Elkaar versterken. Mooi rond.
Mijn oven staat in de garage. Die ruimte gebruik ik ook als opslag voor sokkels, interessante proeven en verpakkingsmateriaal. Echt groot werk stook ik elders. Ben heel blij met de zonnepanelen op het dak. Mijn oven gebruikt veel (kracht)stroom.
Waar moet een atelierruimte voor jou aan voldoen?
Hoe leger hoe beter 😊 en graag groot, licht en stil. Verwarmd, water en uitzicht naar buiten, mogelijkheid om buiten te werken. Alhoewel groot; in ’s-Hertogenbosch had ik een heel groot atelier. Met de verhuizing bleek dat er vooral veel proeven in de opslag lagen waarvan ik dacht: die ga ik ooit nog eens gebruiken. Er was ruimte genoeg om alles te bewaren. Nu mijn atelier kleiner is ga ik bewuster met de ruimte om. Kiezen waarvoor ik ga en de rest mag weg/gerecycled.
Gefeliciteerd met je presentatie bij Franzis Engels. Welke werken kunnen we daar zien en waarom koos je juist voor deze werken?
Franzis Engels kwam op atelierbezoek en samen hebben we een eerste selectie gemaakt aan de hand van beschikbare werken. Later heeft Franzis uit die lijst zes werken gekozen. Wat opvalt: zes sculpturen waarvan er 4 helemaal (porselein) wit zijn en de andere twee ook voor een groot deel wit/offwhite zijn. Vijf van deze werken zijn niet eerder geëxposeerd. Er zitten twee wandsculpturen bij. Eén daarvan kan ook op een sokkel of tafel. Deze twee hebben opvallend veel kleine verbindingen. Arbeidsintensief en meditatief. Ze zijn divers van vorm, beweging, bewegingsmogelijkheden en ook hun geluid is erg verschillend. Sinds ik op Texel woon gebruik ik veel porselein. Witter, zachter en ook weerbarstiger. Geeft mijn werk meer licht en een hoger geluid. Het dagelijkse licht hier is zo anders dan in Brabant: helderder en intenser.
Je werkt altijd vanuit een basisvorm: de ring. Waar staat die ring voor in jouw werk?
Ik houd van rond, organisch. De ronde vorm is de sterkste vorm die er is: letterlijk en voor mij ook qua betekenis: oneindigheid, verbinding. Alles met elkaar verbonden, een geheel. Mijn ideaal.
Mijn kennismaking met klei en water achter de pottenbakkersschijf was een markeerpunt. Zo fantastisch om dat spel aan te gaan; klei, water, tijd en ik. Je hele lichaam doet mee. Hoe je je voelt speelt mee. Op die pottenbakkersschijf is mijn eerste cirkel geboren. Toevallig, doordat ik de bovenkant van een potvorm recht wilde afsnijden. Ik had een cirkel in mijn hand. Wonderlijk mooi.
De eerste periode maakte ik mijn cirkels op de draaischijf. Ik gebruikte ze op allerlei manieren, op de potten en borden die ik draaide. Ze werden groter en later ging ik de cirkels zonder potvorm gebruiken. De draaischijf verdween uit mijn atelier. Hier volgde een lang proces van zoeken naar verbinden van de cirkels, experimenteren en onderzoeken. Mijn opleiding in textiel en mode heeft daarbij een grote rol gespeeld. Je herkent de textiele technieken en werkwijzen. Textiel/mode voel je op je huid. De liefde voor het lichaam. Hieruit zijn mijn huidige werkwijzen ontstaan. Een samengaan van verschillende liefdes: textiel, mode, dans, sculptuur, klei.
Je omschrijft je werk als Ceramics to see, hear and feel. Veel werken zijn ook te zien op YouTube, vaak met een choreografie waarin een danser beweegt met een werk. Kan je uitleggen hoe je op dat concept kwam?
Dit concept is ontstaan door de behoefte om de werken zo -totaal- mogelijk te laten zien, beleven en horen. Mijn sculpturen kan je van vorm veranderen; sommigen hebben ontelbare vormen en geluiden in zich. Elke vorm geeft een ander beeld, een andere perceptie.
Een nieuw werk maakt zich pas helemaal aan mij bekend als het voor de laatste keer uit de oven komt. De werken worden namelijk vaak gestookt. Soms wel 5 tot 8 keer. Dit heeft te maken met de eigenschap dat gedroogde klei erg kwetsbaar is. Door tussentijds te stoken kan ik het werk beter hanteren. Verder bouwen, groter maken. Ik stook op veel verschillende temperaturen: elke temperatuur geeft een andere kleur, geluid en textuur aan de klei. De laatste stook gaat op de hoogst gewenste temperatuur. Pas dan zie ik de kleur, hoor ik de geluiden en voel ik de bewegingen. Kan ik haar gaan leren kennen. Hoe gaan de bewegingen, hoe beweeg ik samen met het werk. Hoe komt het werk het best tot zijn recht, hoe toon ik het werk. Welke beweging past. Ik zet mijn lichaam in om te komen tot vormen en bewegingen.
De belangrijkheid van het werken met je lichaam komt voor mij door dans en mode tot uiting; vormen en ruimte maken met en voor je lichaam. In mijn atelier staat een grote spiegel: een miniballetzaal. Die gebruik ik om te zien waar en hoe het werk past, hoe we samen bewegen. Lichaam en sculptuur, samen een verhaal.
Ik dans al mijn hele leven en dacht, toen ik 16 jaar was, dat het ook mijn beroep zou worden. Na twee audities op dansacademies in Arnhem en Tilburg was duidelijk dat ik een andere kant op mocht bewegen. Voor mij is het logisch dat ik dans met mijn werk. Meestal ben ik zelf te zien in de video’s.
In het verlengde daarvan: waarom leg je je werken vast op video?
Video geeft me de mogelijkheid om de performances vast te leggen, in bewegend beeld en geluid. Een extra laag te tonen.
Stel ik geef je carte blanche, welk project zou je dan vandaag nog oppakken?
Met professionals op het gebied van dans, choreografie, muziek en mode aan de slag. Zin in. Samen werken: iedereen brengt ideeën mee. Verdiepen met elkaar.
Waar werk je op dit moment aan?