Ik herinner me hoe ze me ontving. Dan stond ze als het ware op de wacht voor haar galerie op de Prinsengracht en verwelkomde ze mij met een grote glimlach terwijl ik mijn fiets vast zette. Nog voor we binnen waren begonnen we al met praten over kunst. Alsof we geen tijd te verliezen hadden.
Een aantal malen ontving ze me in haar appartement dat - met alle kunst die er hing en stond - eigenlijk een verlengstuk was van de galerie. Daar vertelde ze je graag over haar leven dat vanaf haar jeugd in het teken stond van kunst. Als geen ander kon ze je uitleggen wat het verschil is tussen het schilderen van een boom, een lichaam of een landschap en het maken van een schilderij. Op 8 december 2019 nam ze deel aan de Masterclass ‘Kijken naar kunst’ georganiseerd door GalleryViewer in Het Parool Theater. Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht dat het wel eens de laatste keer zou kunnen zijn dat ik haar zag.
Meer dan dertig jaar doceerde ze met veel plezier het vak eigentijdse kunstgeschiedenis - met name het onderdeel beeldanalyse - o.a. aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Op haar eigen, overtuigende wijze kon ze uitleggen wat abstracte kunst is of kan zijn. Hoe je ernaar kunt kijken en wat het met je kan doen. Abstracte kunst, zei ze, kan zoveel zijn: van optisch tot expressief en van concreet tot minimaal. De gemene deler was eigenlijk het gebrek aan een voorstelling van de werkelijkheid zoals we die waarnemen. Hoe kon je de kleur groen schilderen zonder natuur na te bootsen en hoe kon je licht schilderen zonder donker ernaast? Dit soort vragen stelde Antoinette zichzelf en haar kunstenaars, studenten en galeriebezoekers. En daarmee zette ze velen aan het denken. Ze hield van reflectie, waar kunst je volgens haar toe aanzette. Ze sprak niet over kunst alsof je een lijdend voorwerp was dat het maar moest proberen te begrijpen. Integendeel, door haar speciale kijk op- en grote kennis van kunst kaatste ze de bal steeds naar je terug. Ze wist je uit te dagen na te denken over vragen als: Wat is kleur? Wat is vorm? Wat zie je?
Van kindsbeen af was Antoinette geboeid door eigentijdse kunst, moderne architectuur en design en wilde ze naar de kunstacademie. ‘Toch maar eerst naar de lerarenopleiding’, zei haar vader, een advies waar ze achteraf heel blij mee was. Ze kon aanstekelijk vertellen over haar samenwerking met Wim Beeren, bijvoorbeeld tijdens de eerste solo tentoonstelling van Josef Beuys in het Boijmans Van Beuningen, waar hij toen directeur was. Naar aanleiding van deze gebeurtenis organiseerde Antoinette voor haar studenten een aantal werkgroepen die op verschillende manieren Beuys’ gedachtegoed zouden belichten: van zijn sociaal engagement en de Grünen tot de vraag waarom hij altijd een hoed droeg en zijn Shaman-achtige verschijning. Mooie herinneringen.
Aanvankelijk wilde ze zelf kunstenaar worden maar de - zoals ze het zelf noemde - ‘omslag’ kwam toen ze de eerste solo tentoonstelling van Mark Rothko in het Boijmans Van Beuningen zag. Toen ervoer ze als een mokerslag wat het verschil is tussen een goede kunstenaar en een kunstenaar die het verschil maakt. Op dat moment besloot zij dat haar ‘kunst’ voortaan zou bestaan in het overbrengen van de grootsheid en het genie van kunstenaars als Mark Rothko, Francis Bacon en Piet Mondriaan. En dat deed ze op een vernieuwende manier. Zo vond ze dat je studenten en galeriebezoekers manieren moest aanreiken om beelden te kunnen analyseren. Zelf zei ze daarover: ‘Je moet begrijpen waaróm iets gemaakt is zoals het gemaakt is en wat de kunstenaar ermee wil zeggen. Als die twee bij elkaar komen, dus als vorm en inhoud samenvallen, dan klopt het en is een kunstwerk goed.’ Ze vond dat het spirituele aspect en het gevoel van oneindigheid in Rothko’s schilderkunst niet anders dan in de door hem gekozen warme kleuren, op die typisch fluweelachtige manier en op grote vlakken met rafelige randen, kon worden overgebracht. De inhoud dicteerde de vorm waardoor wat hij wilde uitdrukken en de middelen die hij daarvoor koos perfect samenvielen. En dat wist je, aldus Antoinette, als er bij het aanschouwen van een dergelijk schilderij iets met je gebeurde. Dat gevoel hoopte ze over te kunnen brengen op anderen door de kunst, hoe conceptueel of abstract ook, toegankelijk te maken en ‘soul’ te geven.
Mij viel altijd op met hoeveel eerbied ze over kunstenaars sprak. Of het nou kunstenaars van haar eigen galerie waren of niet. Ze ging op in hun leefwereld en probeerde die te begrijpen. Eigentijdse kunst was voor haar een manier om te reflecteren over de wereld waarin wij leven en daarom zo belangrijk. In ons laatste gesprek verzekerde ze me dat ze zich tot het einde toe zou blijven inzetten tegen het verdwijnen van kunstonderwijs en tegen het bezuinigen op zendtijd voor kunstprogramma’s op de televisie.
Ze heeft ons veel meegegeven. Deze bijzondere vrouw die een ere plek verdient in de Nederlandse wereld van de moderne en hedendaagse kunst. De Prinsengracht zal zonder haar galerie nooit meer dezelfde zijn. Maar in gedachten zal ik haar altijd buiten, voor de ingang zien staan. Met die warme glimlach.
Door: Manuela Klerkx
Beluister hier de nog niet eerder uitgezonden podcast met Antoinette Reuten: