De mussen vallen al van het dak en het schooljaar nadert zijn einde: de zomervakantie staat voor de deur. Traditioneel is dit het moment van het jaar waarop galeries groepstentoonstellingen programmeren. In dit eerste overzicht van de zomershows drie galeries die de zomer aangrijpen om kunstenaars te laten debuteren.
Het eerste jaar in zijn veel grotere, nieuwe ruimte in de Hazenstraat sluit Wouter Van Leeuwen af met zijn jaarlijkse Summer in the City-show. Dit jaar geen overkoepelend thema, maar wel een nieuwe naam: Thomas Manneke. Zijn debuut is opvallend, omdat zijn laatste boek Mutatio (2020) internationaal lovend werd besproken, wat vreemd genoeg niet resulteerde in een (vaste) representatie bij een Nederlandse galerie. Fijn dat Van Leeuwen in dit gat is gesprongen.
Waar Mutatio speelde met optische illusies in de openbare ruimte, werkte Manneke de afgelopen 3 jaar samen met zijn dochter Laurie (12) aan stillevens van kartonnen dozen, touwtjes en gevouwen papieren. Wel ademt zijn werk nog steeds de sfeer van Achter Glas en Wij zijn 17. De acht barietafdrukken in Summer in the City blijken slechts een voorproefje, want van het najaar volgt bij Wouter van Leeuwen een tentoonstelling met werk van Manneke, Harold Strak en vintage prints van Johan van der Keuken samengesteld door Willem van Zoetendaal.
Daarnaast is werk te zien van – gaat u er goed voor zitten – Vanessa Winship, Jakob Aue Sobol, Mimi Plumb, Marie-José Jongerius and Jenia Fridlyand. Summer in the City is nog tot 26 augustus te zien bij Galerie Wouter van Leeuwen
Jorre Both van galerie Torch selecteerde 7 kunstenaars van het nieuwe online platform The Pool om deze zomer te debuteren. De enige ‘oudgediende’ is Krijn Kroes, maar ook die studeerde slechts 3 jaar terug af. Both: “Er zijn zoveel goede kunstenaars, maar als galerie kunnen we simpelweg niet iedereen tonen. Dit is een goede manier om daaraan tegemoet te komen.”
Boths keuze voor wat in het persbericht slow art wordt genoemd, pakt goed uit, want Things That Take Time is een speels en gevarieerd overzicht van deze lichting afgestudeerden. De francofone Belg Arthur Cordier (1993) vertrekt vanuit de reclamewereld, alleen is daar weinig van te merken. Cordier gebruikt het dekzeil van vrachtwagens als canvas en bewerkt dat zodanig er abstracte composities ontstaan. Zijn werk is een groot onderzoek naar de esthetiek van bureaucratie en ondernemerschap.
Diana Gheorghiu studeerde net als Cordier af aan de KABK in Den Haag. In haar digitale werken bespreekt Gheorghiu thema’s self-care, de wellness-industrie en nieuwe voedselrages. In het triptiek Super Confident kijkt een meisje, liggend op de bank, naar een volwassen Kardashian-achtige vrouw met een wit masker. Ze kijkt letterlijk en figuurlijk naar haar op. In kast achter haar staan een kettle bell en allerlei superfoods.
De kersverse Rietveld-alumna Sunwoo Jung (Zuid-Korea, 1991) maakt keramische miniaturen van stoelen. Niet van bekende modellen, maar van verzonnen vormen. Sommige doen denken aan het Memphis-design van de jaren ’80. In die richting moeten we het ook zoeken: net als Memphis zijn Jungs ontwerpen een afrekening met onze hang naar efficiency en comfort. Als haar ontwerpen zouden worden uitgevoerd, dan zouden ze namelijk allesbehalve comfortabel zijn. Om met Rietveld te spreken, wiens ontwerpen ook niet uitblonken in zitcomfort: zitten is een werkwoord. Jungs miniaturen wijken op een punt af van het Memphis- of Rietveld-design: de prijs. Jung maakt haar stoelen in een open editie voor slechts 125 euro.
Things That Take Time met werk van Arthur Cordier, Daan Russcher, Diana Gheorghiu, Elise Van Staveren, Krijn Kroes, Luke McCowan, Melle Aussems, Sunwoo Jung tot 29 juli te zien bij Torch.
Sources of Wonder is een groepsshow waarin alle elementen die de programmering van Galerie Fleur & Wouter zo aanstekelijk maakt terugkeren. Ook in Sources of Wonder is er veel aandacht voor het maakproces, wordt kleur niet geschuwd en is iets ritueels of spiritueels nooit ver weg. “In het geval van Saar Scheerlings projecteren kijkers vaak iets op van dien aard op haar werk. Bij Carmen Schabracq zit er veel onderzoek naar rituelen in haar maskers en het werk van Dodi (Espinosa, red) zijn haast rituele voorwerpen”, vertelt galeriehouder Wouter van Herwaarden.
Sources of Wonder is tevens het galeriedebuut van de Nederlands-Belgische kunstenaar Warre Mulder (1984). Zijn werk past uitstekend bij de programmering van Fleur en Wouter, want ook Mulders werk is een zoektocht naar spiritualiteit en animisme, maar wel dwars door alle tijdvlakken en culturen heen. In There will be new Gods waterskiet de vergeten god Neptunes zo de 21e eeuw in op twee Chinees aandoende monsters. Mulder raakte geïnteresseerd in Neptunes door 16e- en 17e-eeuwse landkaarten waarop de zeegod steevast opduikt, gezeten op een zeemonster, op plekken die nog onbekend waren.
Behalve de speelse omgang met heden en verleden, heeft Mulders werk ook iets puurs: “Als kind ging ik zo op in mijn spel, dat ik mijn speelgoed zag als iets levends. Dat ligt aan de basis van mijn werk. Mijn werk moet een soort bezieling hebben, een soort puurheid. Dat zie je in het keramiek terug, een materiaal dat sowieso maaksporen heeft. In dit geval is het mat geglazuurd waardoor het meer op bewerkt hout lijkt.”
Sources of Wonder met werk van Dodi Espinosa, Warre Mulder, Sharon van Overmeiren, Carmen Schabracq en Saar Scheerlings tot 29 juli te zien bij Galerie Fleur & Wouter.