In BorzoGallery in Amsterdam is tot en met 21 januari een solotentoonstelling te zien van Jurriaan Molenaar. De werken van de Nederlandse schilder worden getekend door een intense leegte en een mathematische en realistische perfectie, maar toch klopt er vaak iets niet.
Dat komt omdat Molenaar in zijn architecturale schilderijen onder meer gebruik maakt van meerdere verdwijnpunten en soms onwaarschijnlijke perspectieven, krommingen of verdraaiingen toevoegt. Hij speelt daarbij met wiskundige en geometrische wetten. Andere keren voegt de kunstenaar meerdere perspectieven (en schaduwen) toe aan een enkel beeld. De beelden hebben om die reden een ietwat desoriënterend effect. Sommige werken lijken op het eerste gezicht abstract, zoals zijn zwembaden.
Zijn werken worden meestal getekend door een sober palet, met af en toe een opvallende kleur. De geconstrueerde, architecturale ruimtes hebben iets herkenbaars maar toch zijn de meeste locaties van Molenaar buitengewoon anoniem, waardoor er voor de kijker veel ruimte overblijft voor een eigen interpretatie. De schilder speelt met tegenstellingen als abstractie en figuratie en binnen versus buiten en noties rondom privacy en beklemming. Waar zijn oeuvre getekend wordt door een klinische esthetiek toonde hij vorig jaar op Art Rotterdam ook werken met elementen van graffiti, die een zeker rafelrandje hebben.

Het schilderproces is buitengewoon arbeidsintensief omdat de kunstenaar delen zorgvuldig afplakt met speciaal voor hem geproduceerde tape en het canvas daarna voorziet van talloze verflagen. Soms werkt Molenaar op speciale trapeziumvormige doeken.
De metropolis is een belangrijke inspiratiebron voor de kunstenaar, maar ook foto’s op vastgoedwebsites, de architectuur van Le Corbusier en Mies van der Rohe, Italiaanse fresco’s of de schilderijen van Edward Hopper. Molenaar heeft veel gereisd en bracht onder meer tijd door in New York, Rusland, Israël en Indonesië.

De schilderijen van Molenaar zijn niet zelden gebaseerd op foto’s die de kunstenaar zelf gemaakt heeft, van muren en ramen, of genomen vanuit een sportvliegtuigje. Hij begon ooit aan een project om de Twin Towers in New York vast te leggen en concludeerde dat het onmogelijk is om de torens vanuit een menselijk perspectief in hun totaliteit te kunnen beschouwen. Hij maakte daarom honderden foto’s van evenzoveel perspectieven, die hij wilde samenvoegen tot een beeld. Maar toen vond 9/11 plaats. Molenaar stond destijds op de wachtlijst voor een atelier op de bovenste etage van het gebouw en de secretaresse van het atelier, waarmee Molenaar bevriend was geraakt, overleefde de aanslag niet. Het project werd pas 19 jaar later opgepakt en was te zien in een speciale herdenkingstentoonstelling in het New York State Museum in 2021.

De aanleiding voor de tentoonstelling in Borzo Gallery is de verbouwing van het atelier van de kunstenaar, waardoor hij opnieuw aandacht schonk aan zijn oudere werken van de afgelopen twintig jaar, die ook te zien zijn in deze expositie.
Molenaar rondde een residentie af aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en sleepte de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst in de wacht. Zijn werk was onder meer te zien in het Fries Museum, het Bonnefanten, het Dordrechts Museum en meerdere malen in Stedelijk Museum Schiedam. In 2009 hing een van zijn schilderijen een jaar lang in het Nederlandse parlement.