Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier’ deze week: Gerda Maas, van wie op 1 oktober de solo-expositie ‘Reflections from the Inner Source’ wordt geopend bij Janknegt Gallery.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
Elke dag van de week ben ik er. Mijn atelier bestaat uit twee delen: de fysieke werkruimte en het ‘echte’ atelier – mijn hoofd.
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
Meestal begin ik vroeg in de ochtend. In gedachten steek ik elke dag een zebrapad over, mijn gang, en betreed ik in mijn werkruimte.
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
Ik begin en eindig de dag met het klingelen van de twee mooiste belletjes ooit – gemaakt door de heer Yamada – die ik heb gekocht in Kyoto. Dit geluid is zo prachtig, het zet alles in beweging. Het komt bijna nooit voor, maar een enkele keer heb ik geen zin en weigeren de belletjes dienst, dan begin ik gewoon en na steevast twintig minuten begint het te stromen. Altijd met de wekker op dertig minuten, anders ontwaak ik pas vele uren later in een totale kramp. Bestaat het werk uit reproductieve handelingen dan luister ik naar diverse podcasts: ‘Kunst is lang’ van Mister Motley, ‘Naakt op een kleedje’ of een uitzending van ‘Nooit meer slapen’.
Werk ik aan de vorm, de compositie, dan doe ik dat in absolute stilte. Soms merk ik dat bij bepaalde muziek het werken makkelijker gaat, het kan het werk in evenwicht brengen. Zo’n muziekstuk gaat dan op repeat, net zo lang tot het werk klaar is. Die muziek gaat dan horen bij het desbetreffende werk. Dit kan klassieke muziek zijn, experimentele muziek, maar ook muziek van een film die mij aansprak. Ik heb een aantal werken gemaakt met de ‘Nocturnes’ van Chopin gespeeld door Arthur Rubinstein op repeat.
Hoe belangrijk is licht voor u?
Licht is belangrijk bij de schaduwvorming van het werk. Mijn werk moet een mooie schaduw op de muur geven. Kunst- of natuurlicht maakt dan niet uit. Ik manipuleer met allerlei lampen de schaduw, om te kijken hoe ik verder moet.
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
In mijn hoofd gaat het werk voortdurend door. Dat is meestal heerlijk; ik schrijf alles op en houd me aan de volgorde om chaos te voorkomen. De volgorde van ideeën die in mijn hoofd opkomen houd ik aan. Doe ik dat niet dan komen er combinaties van ideeën en technieken die bijna altijd leiden tot chaos.
Soms ontkom ik er niet aan, en verdwijn ik toch in de chaos. Dat voelt als een doodlopende steeg, met aan het einde die bekende muur. Waar dat vroeger voelde als zonde van mijn tijd en inspanning weet ik inmiddels dat ook dit waardevol is en iets kan opleveren.
Als ik me extra concentreer komt er een visuele beeldenstroom opgang. Deze beeldenstroom is altijd mijn leidraad. Als de stroom op gang komt, is dat echt een geluksmoment.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
Meestal werk ik zo’n zeven uur per dag, met tussendoor een wandeling. De beste werkdagen zijn dagen waarin niets anders op de agenda staat, alleen het werk. Dan is de tijd oneindig, ben ik met nog meer overgave en geduld aan het werk. Dan doe ik mijn bijnaam ‘de monnik’ echt eer aan.
Is het atelier een heilige plek?
De werkruimte is niet heilig, maar het is wel my happy place. Achter mijn werktafel ben ik heel gelukkig. Ik heb al veel werkruimtes gehad; alles is prima, als ik maar een fijne werktafel heb en een wand voor wat schetsen en attributen die mij inspireren, dan is het goed.
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Iedereen is welkom in mijn werkruimte. Ik laat alleen het werk zien dat helemaal af is. Onaf werk is alleen voor mij. Dat staat nog te dichtbij. Als het af is, laat ik langzaam los.
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
De mooiste ateliers die ik heb gezien zijn die van Klaas Gubbels in Arnhem en Salvador Dali in Cadaques, in Spanje. Die van Gubbels is een soort van rariteitenkabinet, vol inspirerende attributen. Met prachtige boogramen met heerlijk licht en overal krabbels, schetsen.
Dat van Dali is alsof je in een hallucinerende droom binnen stapt. Een atelier met het wisselende licht van de zon op het water en hele ingenieuze constructies om werk in en uit het atelier te krijgen. Het is wonen en werken door elkaar, daar houd ik van.
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
Mijn hoofd is – zoals ik al zei – het ideale atelier; een speeltuin, een laboratorium met onbegrensde mogelijkheden.