Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In de reeks ‘Het atelier’ deze week: Annesas Appel, van wie tot 15 oktober de solo-expositie ‘Ensemble & Duetten in kleur’ te zien is bij galerie dudokdegroot in Amsterdam.
Gaat u iedere dag naar uw atelier?
Ja, eigenlijk wel. Mijn atelier is aan huis. Vanuit de huiskamer is er een trap naar de vide waar zich mijn atelier bevindt. Doordeweeks werk ik gedurende de tijden dat mijn kinderen naar school gaan. Als ik druk ben voor een tentoonstelling – of wanneer ik overloop met ideeën – ga ik ook in de avond door of, wanneer er ruimte is, ook in het weekend. Dat vind ik wel het fijne van het atelier aan huis; ik kan heel makkelijk in alle tussenuurtjes naar het atelier gaan. Zeker toen de kinderen nog heel klein waren, en de werktijd erg versnipperd door de dag heen was, kon ik op deze manier het moederschap en het werk in het atelier goed combineren.
Hoe laat vertrekt u naar uw atelier, en hoe: te voet, per fiets, openbaar vervoer of auto?
In de ochtend breng ik eerst de kinderen naar school en daarna fiets ik terug naar huis. Ik eet even wat en ga dan naar mijn atelier. Als ik in het weekend of in de vakantie werk, is het heerlijk om gewoon mijn pyjama aan te houden en met een kopje koffie de trap op te gaan naar het atelier.
Houdt u vast aan bepaalde rituelen in uw atelier? Muziek of juist stilte?
Ik begin meestal met werken waar ik de vorige dag ben gestopt. Als het echt een zooitje is, ruim ik eerst even op. Als ik voor een tentoonstelling bezig ben, maak ik van tevoren vaak wel een schema wanneer ik wat af moet hebben. En dat volg ik dan trouw. In het verleden deed ik dat niet, waardoor ik vaak de dagen voor een expo nog tot diep in de nacht door moest werken om alles af te krijgen, en dat is best stressvol. Soms ontkom je er niet aan, omdat de ideeën zich heel laat in het proces voordoen en dan wil je dat toch uitproberen en gaan maken.
Als ik meer praktisch bezig ben, zoals bij het maken van boeken, het printen en rillen van de papieren, of bij het recente werk ‘Duetten en Ensemble in kleur’ waar ik weef met draad op papier, kan ik het soms wel fijn vinden om naar muziek te luisteren. Vaak pianomuziek, zoals de ‘Canto Ostinato’ van Simeon ten Holt, muziek waar een herhalende cadans inzit. Dat is een prettige combinatie met mijn werk. En als ik meer energie nodig heb, laat ik me wel opzwepen door Dancehall. De Podcasts die ik graag beluister zijn ‘Springvossen’, ‘Onbehaarde apen’ en ‘Future Affairs’. Het moet niet te veel afleiden, ik moet wel op kunnen blijven letten. Maar meestal wil ik juist tijdens deze repeterende handelingen stilte, omdat ik dan op nieuwe ideeën kom. Als ik echt de concentratie nodig heb zoals bij het onderzoek, het ontwerpen en uitproberen van de dingen, wil ik juist stilte om me goed te kunnen focussen, dan leiden alle geluiden juist af.
Doordat het atelier aan huis is, hecht ik ook wel veel waarde aan de stilte als het huis leeg is. In de middag, als de kinderen thuis zijn en ik soms door kan werken, ben ik toch half aan het werk en half met de kinderen, want er zijn altijd wel vragen of boterhammen die gesmeerd moeten worden. Dan probeer ik een klusje te doen wat niet mijn volle concentratie nodig heeft, zodat die combinatie mogelijk is.
Ik heb wel geboft dat mijn twee kinderen eindeloos zelf kunnen spelen. Mijn dochter heeft een klein bureautje bij mij in het atelier, waar ze dan druk aan het knutselen is, en mijn zoon tekent graag. Zo kunnen we dan heerlijk na het eten ieder in onze eigen wereld zitten. Tussendoor laten de kinderen zien wat ze aan het maken of tekenen zijn.
Hoe belangrijk is licht voor u?
Ik werk veel achter de computer, daar is het licht niet echt belangrijk voor. Maar voor het precieze werk, het snijden van papier of gaatjes prikken om daarna met draad op papier te werken, heb ik echt goed licht nodig. Twee goede bureaulampen vind ik dan fijn, omdat ik het licht zo dicht mogelijk op mijn papier wil hebben. Ook werk ik veel met een loeplamp met tl-licht erin, zodat ik goed kan inzoomen.
Als ik het werk wil fotograferen, heb ik veel daglicht nodig en dat heb ik niet genoeg in het atelier. Dan sleep ik mijn werk naar de slaapkamer van mijn zoon, die grote ramen heeft, leg planken op zijn bed en fotografeer ik het daar.
Hoe gaat u te werk? Begint het werk pas op het moment dat u uw atelier betreedt of gaat het werk altijd en overal door?
Eigenlijk gaat het werk altijd en overal door. Ik neem altijd wel een schriftje mee op pad om ideeën op te schrijven en te tekenen. Maar vooral als ik ’s avonds wil gaan slapen gaat de motor aan. Dan is alles stil en rustig en is er veel ruimte voor allerlei gedachtes. Maar als het piekeren wordt, omdat je ergens niet uitkomt, dan is de timing minder fijn. Als ik de torenklok vlakbij zijn zoveelste rondje hoor slaan, schrijf ik de dingen op om het uit mijn hoofd te zetten, zodat ik kan gaan slapen en het de volgende dag in mijn atelier verder uit kan werken.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw atelier?
Dat verschilt per periode. Als ik een deadline heb voor een tentoonstelling dan ga ik in de avond en het weekend door. Of wanneer ik net op dat punt zit dat je voelt dat je weer een nieuwe ontdekking doet en niet wilt stoppen, dan gaat de laptop mee naar bed, zodat ik tot mijn ogen gaan prikken door kan blijven werken. Ik probeer ook steeds meer – wanneer het er even niet inzit – het werk ook los te laten. Gewoon iets anders gaan doen, los van het werk. Regelmatig sporten; vooral kickboksen helpt hierbij, het maakt je hoofd leeg en je hebt het even los kunnen laten waardoor er weer ruimte ontstaat om de dingen anders te bekijken. Dat is wel iets wat ik nu pas kan. Ik denk omdat de kinderen nu ook groter zijn en ik meer tijd heb voor mijn werk. Hiervoor had ik het gevoel dat ik elk vrij uurtje wat ik had moest werken, omdat ik zoveel minder tijd had om echt lang achter elkaar door te kunnen werken. Soms helpt het ook om mijn atelier qua indeling helemaal om te gooien. Dat kan erg verfrissend werken.
Is het atelier een heilige plek?
Ja, op een bepaalde manier wel. Het is een plek waar ik echt kan creëren en dat maakt me enorm gelukkig. Het is de ruimte waar de meeste dingen tot stand komen. Ook veel strijd, als dingen niet lukken zoals je ze in gedachten had, maar dat hoort erbij. Mijn opschrijfboekje beschouw ik ook als mijn ‘mobile atelier’; daar ontstaan veel ideeën en als ik daarin aan het schetsen ben, maakt het eigenlijk niet uit waar ik ben. Zo heb ik mijn ‘atelier’ altijd bij me.
Wat ik persoonlijk fijn vind van een vaste plek is dat ik omringd ben met mijn boeken waar ik graag in kijk, en al mijn eigen uitprobeersels en schetsen om mij heen. Maar ook de praktische spullen, zoals mijn grote werktafel, mijn printer, papiersnijmachine en andere materialen. Het is fijn om alles bij de hand te hebben. Als je iets wil maken, heb je de materialen bij de hand om het uit proberen. De plek geeft me veel rust, en het belangrijkste is dat ik echt in mijn eigen wereld ben – de buitenwereld telt even helemaal niet mee, en dat is eigenlijk het heiligste moment.
Ontvangt u er bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Af en toe, niet heel vaak. Ik zou het wel vaker willen doen, want je komt toch tot andere gesprekken of haalt ander werk tevoorschijn. En voor de bezoeker is het denk ik ook leuk om werk in wording te zien, of de schetsen en dingen die eigenlijk nooit het atelier uit komen.
Wat is het mooiste atelier dat u ooit heeft gezien?
Ik denk toch wel het atelier van mijn moeder. Haar atelier is een vrijstaand oud koetshuis aan de rand van de Kennemerduinen. Het is door mijn vader verbouwd tot atelier, met een lichtstraat in het dak en een hele grote glazen pui. Het is hoog, groot en licht. Er liggen heel veel potloden op haar tafel, maar ook in bakken en manden. Eindeloos veel kleuren, heerlijk. Haar tekeningen hangen met magneten aan de kasten of leunen tegen de muur op een houten lat tussen twee glasplaten. Als kind kwam ik er veel en keek ik altijd vol verwondering naar haar verzameling van gekke plastic objecten die ze in open kasten had opgesteld. Een eigenaardige verzameling van vormen en kleuren.
Hoe ziet het ideale atelier eruit?
Ik ben enorm blij met het atelier wat ik nu heb, zeker gezien de leefsituatie waar ik nu in zit. Maar misschien zou ik het ook wel fijn vinden om ooit een grotere plek te hebben, zodat ik de werken voor een tentoonstelling beter kan opstellen, om te zien hoe het met elkaar werkt. Daar is mijn atelier nu te klein voor. Ook zou ik dan meer daglicht willen, zodat ik de werken beter zou kunnen fotograferen.