De vijftiende editie van de jaarlijkse Best of Graduates-tentoonstelling bij Galerie Ron Mandos is een must-see voor iedereen die niet de tijd heeft om alle afstudeershows te bezoeken. De impact van de pandemie en de lockdowns zie je in veel werken terug. De blik is vaker naar binnen of op de directe omgeving gericht. De jaarlijkse Ron Mandos Young Blood Award ging naar Marcos Kueh, een uit Maleisisch Borneo afkomstige textielkunstenaar die de vermarkting van zijn eiland aankaart.
De coronageneratie
Ook dit jaar ging het team van Galerie Ron Mandos onder leiding van curator Radek Vana de afstudeershows aan de 11 Nederlandse kunstacademies af. Dat resulteerde in een show met 23 kunstenaars afgestudeerd aan 6 academies. Vana startte 15 jaar terug samen met Ron Mandos de jaarlijkse show om een podium te bieden aan pas afgestudeerde kunstenaars. “Er was destijds nauwelijks aandacht voor afstudeertentoonstellingen waardoor de afstand tot de commerciële kunstwereld groot was. De tentoonstellingen op academies buiten de Randstad werden vrijwel alleen door familie en vrienden bezocht, terwijl ook daar goed werk te zien is.”
Dat laatste lukte deze editie minder goed dan voorgaande jaren: van de 23 kunstenaars die werden geselecteerd, werden er slechts drie opgeleid aan academies buiten de Randstad. Een duidelijke verklaring heeft Vana daar niet voor. Wat hem dit jaar wel opviel was dat de gevolgen van de pandemie en de lockdowns zich duidelijk in het werk openbaarden. Vana: “Deze generatie kunstenaars heeft minimaal de helft van hun opleiding geen les gehad op de academie, waardoor onderling ideeën en feedback uitwisselen lastiger was en musea bezoeken niet kon.” Dat zie je terug in de thema’s die worden aangesneden. Waar de afgelopen jaren maatschappelijk geëngageerd werk domineerde, zoeken de meeste exposanten het nu bij zichzelf of hun directe omgeving.
“Ergens is het jammer dat de blik zo naar binnen is gekeerd”, zegt Vana, “want er zijn op dit moment genoeg problemen in de wereld. Het werk van Anton Shebetko (Rietveld Academie) mocht daarom ook niet ontbreken.” De Oekraïense fotograaf koppelt in zijn werk de Russische invasie aan queer en identiteitsvraagstukken.
Schreeuwen van bruggen
Een fenomeen dat tijdens de pandemie een vlucht nam, was wandelen. Een wandeling was praktisch het enige dat je tijdens de lockdowns met een vriend of bekende kon ondernemen. Het bracht een herbezinning op gang over ons gebruik en inrichting van de openbare ruimte. Wat mag wel en wat mag er niet, wat zijn de ongeschreven regels en hoeveel publieke ruimte mag je opeisen als individu? Iets dat nergens staat aangegeven maar niet gewaardeerd wordt, is schreeuwen op straat. Emoties tonen in het openbaar is evenmin usance. Dat is precies wat de Deense Sveske Ourø (Rietveld Academie) doet in haar film Yelling from Bridges. Je ziet haar op een krukje klimmen en overal in de stad de stilte verbreken: in het Westerpark, op het Singel, bij de Brouwersgracht, en op de Magere Brug.
Als verbinding tussen twee plekken bevinden bruggen zich vrijwel altijd in de openbare ruimte, ook heb je veel ruimte om je heen die je kan claimen door op een brug te staan schreeuwen. Vanaf haar krukje schreeuwt Ourø een tekst over de noodzaak om als ‘human animal’ de stilte te verbreken met een oerschreeuw. Het werk van Ourø overtuigt door de simpele uitvoering en doordat we ons allemaal tot de publieke ruimte, het woord zegt het al, moeten verhouden.
No man’s land
Het intiemste en confronterendste werk staat middenin de galerie: een onopgemaakt bed met daarop twee benen. Er staat een bordje bij dat aangeeft de inhoud niet voor iedereen geschikt is. Als je dichtbij komt, blijkt namelijk dat de benen een heel zacht geluid produceren. Ze vertellen het aangrijpende verhaal van een avond in Gent die uitloopt op een verkrachting. Het geluid staat expres zo zacht dat je moeite moet doen om het verhaal te kunnen verstaan en te begrijpen. Vana noemt het werk inhoudelijk en formeel sterk en roemt het performatieve karakter: “Het werk bestaat in feite alleen als jij onderdeel wordt van het werk. Het bestaat dankzij jou”.
Het onopgemaakte bed, Nichon, maakt deel uit van No man’s land, het afstudeerproject van Sophie Engels van de Sint Joost Academie in Breda, dat de aandacht richt op verhalen en ervaring die normaal gesproken de vrouwelijke safe spaces niet verlaten.
Young Blood Award
Dit jaar ging de Ron Mandos Young Blood Award naar Marcos Kueh (KABK). Voor zijn project Kenyalang Circus maakte hij acht wandkleden met mythische figuren waarbij hij eeuwenoude weeftechnieken combineert met de beeldtaal van reclameposters. Het een is gemaakt voor generaties, het ander voor een maand of twee. Kuehs werk gaat niet alleen over de waarde van ambachten vandaag de dag. Het werpt ook de vraag op in welke mate Westers exotisme – denk aan slogans als Het land van de orang oetangs en Malaysia’s exotic unknown - is geïnternaliseerd en zijn stempel drukt op de identiteit en de toekomst van ontwikkelingslanden die goeddeels afhankelijk zijn van toerisme.
Juryvoorzitter Joop van Caldenborgh, oprichter van Museum Voorlinden roemt Kuehs werk om zijn visuele kracht en vakmanschap. “Markos opent onze ogen voor de wereld van gisteren, vandaag en morgen. Voor een jonge kunstenaar toont Marcos lef, ambitie en visie en we zijn benieuwd naar de volgende stappen in zijn carrière.” Voorlinden koopt een werk van Kueh aan voor de collectie.
Op 27 augustus wordt bekend welke kunstenaar de winnaar is van de Residency Award. Aan deze prijs is een residency van 6 maanden verbonden bij Brutus, voorheen AVL Mundo. De prijs wordt uitgereikt door Gunay Uslu, staatsecretaris van cultuur.