Als je de menselijke aanwezigheid zou uitdrukken in gewicht dan zou het je verbazen hoe klein onze impact is in relatie tot de totale biomassa op aarde, het totaalgewicht aan alle flora en fauna op aarde. Mensen vormen bijvoorbeeld slechts 2,3% van alle dierlijke biomassa. Toch is onze voetafdruk zo groot dat we het tijdperk waarin we leven het Antropoceen noemen — de opvolger van het Holoceentijdperk — waarin de mens (de ‘anthropos’) een dominerende en desastreuze invloed heeft op het leven op aarde. Eind 2020 bracht nieuw onderzoek van het Weizmann Institute of Science aan het licht dat we een officieel kantelpunt bereikt hebben: de antropogene massa, het totaal aan door mensen gemaakte objecten — van kantoren tot koffiemokken — weegt nu volgens schattingen meer dan (het droge gewicht van) alle levende wezens op aarde. De antropogene massa bedroeg op dat moment 1,1 biljoen ton. In 1900 maakte de kunstmatige antropogene massa nog maar 3 procent uit van de totale biomassa op aarde. En de snelheid waarmee deze massa groeit is duizelingwekkend: iedere week produceren we evenveel gewicht aan nieuwe spullen als het het totaal aan (gemiddelde) lichaamsgewicht van alle 7,7 miljard mensen samen. De door mensen gemaakte massa op aarde verdubbelt daarmee iedere twintig jaar. Een duizelingwekkende constatering.
Voor Michel Lamoller vormde deze bizarre gewaarwording het startpunt voor zijn nieuwste reeks ‘Anthropogenic Mass’. De Duitse kunstenaar combineert in zijn praktijk verschillende disciplines, waaronder fotografie, beeldhouwkunst en installatie. Fotografie vormt daarbij het uitgangspunt en het hoofdmateriaal, maar hij voegt daar een gelaagd en sculpturaal element aan toe.
Lamoller legde voor deze serie verschillende metropolissen vast: van Hangzhou en Shanghai tot Osaka. Steden waar tientallen miljoenen mensen wonen op een relatief klein grondoppervlak. Hij drukt iedere foto vervolgens meerdere keren af en plaatst deze over elkaar heen. De kunstenaar gebruikt daarna een scalpel om met minutieuze precisie elementen weg te snijden, een proces dat soms weken in beslag neemt. Er ontstaat op die manier een reliëf, een driedimensionale representatie van het beeld dat letterlijk meer ruimte in beslag neemt. Lamoller legt daarmee dingen bloot en verhult andere aspecten, een effect dat eigenlijk alleen voelbaar is als je fysiek voor het werk staat. Hij probeert hiermee invloed uit te oefenen op de manieren waarop we beelden en ruimtes ervaren, in een tijd waarin we steeds meer visuele informatie tot ons nemen via een scherm en onze individuele dagelijkse habitat door lockdowns en thuiswerken steeds kleiner is geworden.
Waar de kunstenaar in eerdere series als ‘Tautochronos’ nog mensen toevoegde aan stedelijke ruimtes legt hij in deze serie echt de nadruk op het menselijke product. Lamoller stelt met zijn fotografische sculpturen vragen over waarom we als mensheid maar oneindig willen bouwen, produceren en, in het verlengde daarvan, consumeren. Hij hoopt ons hiermee te activeren om andere keuzes te maken.
Lamoller liep stage bij het prestigieuze Magnum Photos in New York en studeerde aan de Hamburg Academy of Fine Arts, waar hij onder meer les kreeg van Wim Wenders.