Op dinsdag 17 mei om 17.00 opent in Rotterdam een spannende solotentoonstelling van de Vlaamse muzikant, regisseur en fotograaf Tom Barman. De opening vormt meteen het startschot voor de nieuw te openen galerie Weisbard. Barman verkocht met zijn rockgroep dEUS maar liefst 1,7 miljoen albums en hij is daarnaast zanger van het jazz-rock project TaxiWars. Wat niet iedereen weet is dat de Antwerpse artiest ook een begenadigd filmmaker en fotograaf is, met een unieke stijl en een feilloos gevoel voor kleur. In 2020 bracht hij het fotoboek ‘Hurry up and wait’ uit. Een speciale selectie uit deze reeks zal van 17 mei tot en met 19 juni te zien zijn in Weisbard in Rotterdam. Wij stelden hem alvast een aantal vragen over zijn werkwijze en inspiratiebronnen.
Je bent niet alleen muzikant, maar ook filmmaker en fotograaf. Heb je nog meer geheime talenten die je voor ons verborgen houdt?
TB: Ik maak een mean club sandwich (lacht). Voor mij zijn deze disciplines eigenlijk heel erg aan elkaar gelinkt. Vooral film en muziek vormen samen een prachtig huwelijk. Film was aanvankelijk het eerste dat ik wilde doen. Ik was vijftien en mocht van moeder naar de filmschool. Daar hoorde ook een fotografievak bij, maar daar ben ik aanvankelijk voor gebuisd [gezakt]. Foto’s maken vond ik destijds veels te boring, ik had een zekere maturiteit nodig om daar het geduld voor op te kunnen brengen. Maar eigenlijk leunen film, fotografie en muziek heel dicht tegen elkaar aan. Misschien dat foto nog het meeste uit de band springt, daar is nog het meeste sprake van verstilling. Maar ik moest eerst ietsje ouder worden, een veertiger, voordat ik de camera weer oppakte. Dat begon als iets heel privé’s. Ik ontwikkelde de beelden ’s avonds in mijn hotelkamer, dan was ik bezig op mijn computer. Vervolgens begon ik de foto’s af te drukken om ze thuis op te hangen, om er mee te leven. Op die manier kon ik goed achterhalen welke dingen ook na een tijdje nog bleef hangen, en wat er onderuitzakte. Na paar jaar vroeg de man van het label waar ik mijn foto’s ontwikkelde of ik niet eens een expositie moest organiseren. Dat moest toen eerst even marineren, want het was nog niet in me opgekomen op dat moment.
Kom je uit een creatief nest?
TB: Mijn vader is ingenieur en amateurfotograaf but that’s as far as it goes. Maar ik ben echt een kind van de videostore-generatie. Één van de mooiste cadeaus die ik ooit kreeg was een videotheeklidmaatschap, wat destijds vrij duur was. Ik zag toen echt álles: van de meest obscure Japanse films tot de grootste Amerikaanse kaskrakers. Daar is mijn liefde voor film en beeld echt ontstaan. Nu ik erover nadenk: in de studio, als we muziek maken, wordt er sowieso veel vaker naar beelden en kleuren verwezen dan dan naar muziek, dat loopt heel erg door elkaar. Ik geloof dat het synesthesie heet: ik zie kleuren als ik muziek hoor.
Behalve de titels staat er geen tekst in je fotoboek, is dat omdat je niet teveel wilt invullen?
TB: Ik denk dat mijn fotografie misschien wel een reactie is op mijn muziek- en filmprojecten. Een jaar of tien geleden kocht ik mijn eerste toestel, na een brutale [heftige] persronde voor de toenmalige plaat van dEUS. Ik was daarna eigenlijk volledig leeggeluld. Het begon op mij te wegen, het was too much. Die eeuwige woordenbrij die gepaard gaat met mijn andere bezigheden. Ik merkte dat ik het heel leuk vond om te spreken met mensen in een galerie, van persoon tot persoon. Dat is op een heel ander niveau dan spreken met mensen na een show. Mensen in de kunstwereld spreken zelf veel meer en dat vind ik heerlijk.
Mijn doel is het woordeloos brengen van beelden. Je kunt eindeloos praten over foto’s, maar je kunt er eigenlijk veel beter naar kijken. Dus toen mijn uitgever vroeg welke teksten we erbij zouden gaan plaatsen antwoordde ik: ‘helemaal niets’. Het gaat om de beelden. Robbert Roos [journalist en kunstcriticus, red.] heeft voor mijn eerste tentoonstelling wel een tekst geschreven voor als het publiek meer duiding wilde. Maar in het boek wilde ik dat niet.
Waar word je door getriggerd als je je camera in je hand hebt?
TB: Door kleuren en structuren. En licht uiteraard. Je kunt het eigenlijk ook niet los zien van mijn day job. Ik heb de luxe om op ontzettend vreemde plekken terecht te komen wanneer we touren met de band. Kijk, het centrum van Rome, Firenze en Berlijn, dat kennen we nu wel. Wij komen juist in de buitenwijken, de suburbs, de industrieterreinen, en dat is juist interessant. We hebben daar vaak zoveel uren te overbruggen. Het is bijna een soort cadeau om dan op pad te gaan en als een gek te gaan fotograferen.
Hoe ga je te werk, welke camera gebruik je?
TB: Ik gebruik een Sony Nex 5 met goede lenzen. Een oud model; klein, handig, op mijn maat gesneden, ik moet niets hebben van die grote camera’s. Het is niet zo dat ik die altijd bij me heb, ik neem me steeds heel bewust voor om foto’s te trekken, ik ga echt specifiek op pad, anders neem ik mijn camera niet mee.
Van 18 tot en met 22 mei barst Rotterdam Art Week weer los. Waar kijk je het meeste naar uit?
TB: Allereerst kijk ik natuurlijk uit naar de opening van Weisbard, dat belooft een prachtige ruimte te worden. Ik zal zelf ook zoveel mogelijk aanwezig zijn gedurende de vijf weken waarin de tentoonstelling geopend is — dat vond ik in Antwerpen ook een fijne ervaring, om echt te kunnen praten met mensen. Daarnaast breng ik bijna ieder jaar een bezoek aan Art Rotterdam, daar kijk ik ook nu weer naar uit.
Over Weisbard
Weisbard is een project uit de koker van Hugo Borst. Hij startte de culturele ontmoetingsplek als een ode aan Karl Weisbard (1877-1942), een immigrant die werd geboren in Galicië, het huidige Oekraïne. Weisbard was net als Tuschinski een pionier in de Nederlandse bioscoopwereld en heeft dan ook zijn stempel gedrukt op het culturele landschap van Rotterdam. Borst hoopt met Weisbard een laagdrempelige kunstbestemming neer te zetten waar kunst in alle disciplines beleefd kan worden. Een plek waar, in zijn woorden, altijd een koffiekan klaarstaat. Borst is van plan vier of vijf exposities per jaar te programmeren, gecombineerd met werken uit zijn eigen kunstcollectie. Iedere eerste donderdag van de maand zal er een bovendien een (gratis) cultureel evenement georganiseerd worden, waaronder lezingen en optredens.