Hoe ziet het ideale atelier eruit? Hoeveel tijd spendeert een kunstenaar in zijn atelier? Is het een heilige plek? In deze nieuwe reeks trappen we uitgerekend af met een kunstenaar zónder atelier: Guillaume Bijl (76), die momenteel een solo-expositie heeft bij Keteleer Gallery in Antwerpen.
Waarom heeft u geen atelier? Heeft u vroeger wel ateliers gehad?
Omdat ik ‘Installaties’, ‘Composities; en ‘Sorry’s’ meestal in de aangeboden kunstruimten realiseer. En omdat het geen zin heeft om een ‘Supermarkt’-installatie, een ‘Atoomschuilkelder’ of een ‘Thai Massage’ bij mij thuis even uit te proberen. Ik pas mij aan aan de voorgestelde kunstruimte, en ben ook zeer bezig met de perceptie van het publiek aldaar. Voor grote Installaties gebruik ik een bruikleensysteem bij firma’s of instellingen: als de werken niet verkocht zijn gaan ze terug naar die firma’s. Voor kleinere werken of installaties, koop ik de bijhorende objecten zelf (meestal ‘Ready Made’) en sla ik ze op in mijn depotruimten thuis of in depotruimten van kunstinstellingen in binnen- en buitenland, zoals het S.M.A.K., M HKA, Mu.ZEE of in galerijen zoals Nicolai Wallner in Kopenhagen, Nagel-Draxler in Berlijn of Meredith Rosen in New York. Zelfs in Beijing (CAFA Museum) heb ik een ‘Installatie’ in depot staan. Buitenwerk zoals de ‘Beschilderde Taferelen’ of andere opdrachten maak ik in bronsgieterijen of in metaalfirma’s met de nodige assistentie. En neen, ik heb nooit een atelier gehad. De laatste jaren doe ik al eens try-outs in mijn depots thuis. Ik heb zelfs werk in winkelruimten voorbereid, waar men dan een lege muur voor mij vrijmaakte.
U spreekt van depot in plaats van atelier. Waarom?
Omdat ik geen studio heb. Ik bereid al mijn projecten voor met email en vroeger met fax. In de jaren tachtig had ik zelfs geen telefoon of auto. En in mijn woonst zijn uitsluitend depotruimten.
Is een depot louter een opslagplaats of wordt er ook werk gemaakt cq geassembleerd?
Er wordt soms iets klein voorbereid. Een ‘Sorry’ of een ‘Composition Trouvée’.
Gaat u iedere dag naar een van uw depots? En gaat u dan te voet, per fiets, openbaar vervoer of automobiel?
Ik blijf meestal thuis. Soms ga ik met een chauffeur / assistent op prospectie naar Milaan of Wenen of Parijs, omdat ik alles moet organiseren, hetgeen een groot onderdeel van mijn oeuvre is. Ik pak hier in ’t stad veel taxi’s. De laatste jaren heb ik last van mijn benen en ik kan / wil niet rijden met de auto. Mijn fiets is al lang opgeborgen… te gevaarlijk in Antwerpen.
Komt u onderweg naar uw depot vaak materiaal tegen dat u kunt gebruiken?
Ja, soms vind ik thuis iets liggen bij het buitengaan, iets dat ik jaren geleden had gekocht, en dan gebruik ik dit in nieuw werk in de galerij. Ik ben niet heel de tijd bezig met winkels af te lopen – alleen als het moet met een nieuwe tentoonstelling. Sommige mensen denken dat ik trip op objecten, en zelfs verzamel, maar het tegendeel is het geval. Ik ben geen estheet. Ik moet daar soms tegen vechten…met iets bewust ‘foutief te doen’, zoals een bruine doos in een installatie achter te laten, en andere ‘lost objects’.
Hoeveel tijd spendeert u gemiddeld per dag in uw depot?
Ik ben veel bezig aan die verdomde computer (voor mij is het digitale tijdperk niet weggelegd). Ik ben wel ‘Eight days a week’ bezig, bij manier van spreken, met de nodige rustpunten en veel plezier tussendoor. Soms DJ spelen is mijn hobby… in mijn depots kom ik zelden.
Is het depot een heilige plek? Of ontvangt u er ook bezoek, van verzamelaars, curatoren of collega-kunstenaars?
Ik heb geen heilige plekken. Maar er komt veel volk over de vloer bij ons thuis. Vooral kunstenaars. Die zorgen meestal voor verstrooiing. Soms verzamelaars en curatoren. Mijn vrouw (vzw Escautville) en mijn dochter (vzw Lichtekooi) zijn ook curatoren. Er zijn 2 vzw’s gevestigd in mijn huis. Iedereen is welkom…
U werkt vooral in situ, maar u maakt ook assemblages. Waar vindt het ‘maatwerk’ plaats?
Zelfs op Art Fairs heb ik assemblages ter plaatse gemaakt. Ik maak soms ook ‘Project Drawings’ om iets duidelijk te maken: hoe ik het op voorhand zie in de kunstruimte (zonder teken-pretentie). Die tekeningen zijn historisch interessant… de roots van sommige installaties. Ook historisch interessant en boeiend zijn de vele ‘Making-Of video documentaires’ en ‘Tableau Vivants / performances’ op Vimeo en YouTube, hoe en waar ik werk / installeer. Een aanrader in deze context. Ik werk meer als een filmregisseur of een realistische decor ontwerper van grote en kleine interventies op de verkeerde plaatsen (dat wil zeggen: in kunstruimten).
Komt u graag bij andere kunstenaars op atelier?
Ja, ik ga graag naar andere ateliers van kunstenaars. Vooral naar ‘emerging artists’. Ik kom nog regelmatig in de HISK Ateliers in Gent als gastprofessor. Ik heb ook enkele jonge kunstenaars in het begin van hun carrière kunnen helpen met tentoonstellingen. Ik heb ook een twintig jaar lesgegeven in Maastricht, Hamburg en Münster. Niet in België, omdat ik autodidact ben. Ik heb dit graag gedaan en de studenten waren zeer content van mij enz. Ja, ik heb een goed oog voor nieuwe talenten.
Ik ben ook zeer gefascineerd door het bezoeken van goede tentoonstellingen in binnen- en buitenland, waar ik behoorlijk wat tijd in steek. En ik blijf geboeid door goede oude meesters én de actuele kunstwereld, die ik op de voet probeer te volgen. Ik heb tevens nog geschilderd: tien jaar als autodidact op de zolderkamer. De filmkunst en theater heeft ook steeds mijn aandacht gehad. Zelf heb ik twee videowerken en een theaterstuk gerealiseerd.
Hoe ziet het ideale atelier, of in uw geval: depot, eruit?
Door het feit dat ik mij adapteer naar de gegeven kunstruimten – als in situ kunstenaar – heb ik geen bepaalde voorkeur. Wel denk ik er aan om ooit eens uit mijn reeks ‘Behandelingen’– die ik heb getekend (een soort planafdrukken) in de jaren zeventig, maar nooit heb uitgevoerd, te installeren in de kelders van het Palais de Tokyo in Parijs, die daar bijzonder geschikt voor lijken voor ‘Behandeling Leger’. Misschien als ik tachtig word, na een langdurig project…