Na een val brak schrijver Adriaan van Dis van alles en nog wat. Gips en morfine zetten hem weer op de been en achter de schrijftafel. Vooral morfine bleek een aardige vriend die nog lang bleef plakken. Samen schreven ze een dichterlijk verslag van hun ervaringen.
Beeldend kunstenaar Berend Strik maakte de serie Stitched body-c-prints, geïnspireerd op de gedichtencyclus Morfine van Adriaan van Dis. De serie van acht werken is een verzameling van ‘sporen' in het intieme en kwetsbare menselijk lichaam. Strik zegt hierover: “Meestal ervaren wij ons lichaam als iets dat wij met ons mee dragen. Ik wil het lichaam laten zien als een object om bij te mijmeren, om op te reflecteren. Een lijnenspel van draden 'dwaalt' over en langs het gefotografeerde lichaam. Soms lijkt het op een geheimzinnig landschap, soms op een vreemd operadecor met grillige – of speelse – vormen, schaduwen, lijnen en kleuren die allerlei associaties oproepen.”
Morfine verzacht, verdooft en heeft een hallucinerende werking. Maar eigenlijk legt Van Dis in deze cyclus de werkelijkheid juist bloot en laat hij zien wat er achter en onder de littekens schuilt. Zijn poëzie maakt ze weer draaglijk en aanschouwelijk. De stiksels van Strik hebben eenzelfde werking: ze verzachten de littekens, zodat je er naar kunt kijken.
De samenwerking tussen Van Dis en Strik werkt geïnitieerd door 99uitgevers en mondde uit in de bundel Morfine die als zesde deel verschijnt in de reeks 99 Editions, in een gelimiteerde oplage van 99 exemplaren. Bij de bundel hoort een gesigneerde en genummerde piëzografie, met handmatig aangebrachte stiksels, eveneens in een oplage van 99, formaat 24 x 18,5 cm, geprint op 210 grs Innova IFA24 Fine Art Paper.
De vormgeving is van Mart. Warmerdam.
Prijs boek en piêzografie met handmatig aangebrachte stiksel: € 99,00.
Adriaan van Dis
Adriaan van Dis (1946) groeide op in Bergen, te midden van halfzussen en ouders met een Indische (oorlogs)geschiedenis. Hij debuteerde in 1983 met de novelle Nathan Sid. Beginjaren negentig schreef hij een aantal reisromans, waaronder Het beloofde land en In Afrika. In 1994 verscheen de uiterst succesvolle roman Indische duinen, over een in Nederland geboren zoon van een Indische familie die wordt opgevoed in de sfeer van verzwegen leed. Vervolgens verschenen Dubbelliefde, Op oorlogspad in Japan, Familieziek, Onder het zink. Un abécédaire de Paris, De wandelaar, Leeftocht en Tikkop. Eind november 2011 publiceerde hij Stadsliefde, waarin de stad Parijs centraal staat. In 2014 verscheen de roman Ik kom terug. Van Dis ontving talloze literaire prijzen, zoals de Libris Literatuurprijs, Gouden Uil en Publieksprijs. Zijn gehele oeuvre werd bekroond met de Constantijn Huygensprijs. De boeken van Adriaan van Dis zijn in vele talen vertaald. Zijn meest recente roman In het Buitengebied verscheen in 2017.
99 Uitgevers/Publishers werkte al eerder met Adriaan van Dis. In 2008 verscheen het boek Totok II, een samenwerkingsproject van Adriaan van Dis en beeldend kunstenaar Harald Vlugt. Van Dis schreef naar aanleiding van zijn bezoek aan Indonesië zestien indringende gedichten vol nostalgie en weemoed over, zoals hij het zelf zegt, ‘het weerzien met een land van horen zeggen’. Harald Vlugt sluit met zijn collages steeds feilloos aan op de zintuiglijke waar¬nemingen in Van Dis’ poëzie.
Berend Strik
Berend Strik (1960) bewerkt fotobeelden met naald en draad. Stiksels en stukken stof – gaas,
fluweel – worden onderdeel van zijn foto’s. Hij noemt het bewust stikken en geen borduren. Dat laatste is een woord dat hij niet van toepassing vindt op zijn werk, het impliceert teveel een bepaald motief. Voor Strik gaat het juist om het verankeren en vastzetten van iets op het beeld. Hij begint in de jaren tachtig met het maken van collages. Gevonden en bestaande beelden zijn ook het uitgangspunt als hij eind jaren tachtig begint met het stikken. Later dienen ook familiefoto’s als basis. Meer recent werkt Strik met ‘eigen’ materiaal: door hemzelf gefotografeerde situaties. In het begin van zijn carrière verwerft hij veel bekendheid met pornografische beelden die hij met naald en draad voorziet van een (dikke) laag garen. De foto’s worden hierdoor meer omfloerst en minder expliciet. De ‘hardheid’ van pornografie contrasteert met de zachtheid van het materiaal, waardoor er meer intimiteit in het beeld ontstaat. Het is voor Strik van groot belang dat de toeschouwer een plek heeft binnen het werk. Delen van het beeld niet bewerken, maar open houden, is om die reden essentieel. Hij is van mening dat er in een volkomen ‘dichtgestikt’ werk geen ruimte is voor de kijker. Bovendien moeten de bewerkingen die hij uitvoert zo dicht mogelijk bij de realiteit van de foto blijven zodat je je er als toeschouwer toe kunt blijven verhouden. Berend Strik volgde zijn opleiding aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam (1986-1988) en aan ISCP (International Studio and Curational Program) in New York (1998-2000). Strik won meerdere (internationale) prijzen.