The Belgian Connection: is een nieuw initiatief gelanceerd door Galerie Fontana. Deze eerste
expositie uit deze reeks is genaamd ‘ABSOLUUT’. Voor deze duo presentatie hebben twee Belgische avant-garde kunstenaars, Caroline Van den Eynden en Katleen Vinck, nieuw werk op maat gemaakt voor de expositieruimte van onze galerie aan de Lauriergracht 11.
Absoluut betekent dat iets los moet gezien worden van al het andere, het is daarmee het tegengestelde van relatief. In bijvoorbeeld de zin: "het werk is groot" wordt het werk niet vergeleken met een ander werk, dus wordt het woord "groot" hier absoluut gebruikt. Dit vinden de kunstenaars interessant om toe te passen op hun werk in deze expositie: zowel individueel als in de duo presentatie van het werk van Caroline en Katleen.
Deze eerste expositie komt tot stand in samenwerking met DMW Art Space (Caroline Van den Eynden) & Base Alpha Gallery (Katleen Vinck) in Antwerpen. In het voorjaar van 2020 volgt Part Two van de serie The Belgian Connection.
Duo expositie Caroline Van den Eynden en Katleen Vinck: ABSOLUUT
In het oeuvre van Caroline Van den Eynden (België,°1982) ontwikkelt ze minutieus uitgewerkte ruimtelijke voorstellingen op schaal met een intrigerende tactiele waarde, die tot stand komen uit ruimtelijke herinneringen en ervaringen met locaties en contexten uit haar verleden. Haar sculpturen en installaties tonen fragmenten van bebouwing en architecturale referenties op een menselijke schaal, ontdaan van hun directe functionaliteit waarbij hun symbolische waarde toeneemt.
Diverse materialen, vormen en locaties worden geassembleerd in architecturale transformaties, waarbij modellen ontwikkeld worden die een reëel ruimtelijk scenario lijken te tonen. De modellen lijken in eerste instantie conform aan architecturale regels, maar hun onderdelen wijken op cruciale punten af van wat werkelijk gebouwd zou kunnen worden. Er ontstaat een spanningsveld tussen functionaliteit en potentie, tussen leegte en invulling en tussen aan- en afwezigheid. Zodoende willen de werken de onuitgesproken ruimtelijke mogelijkheden weergeven, en alluderen op een architecturale poëzie.
De werken Albatroz I, Albatroz II en Butterfly zijn recent ontwikkelde werken, die inspelen op de archetypische architectuur van recreatieve clubs (golf-, zwem-, zeilclubs). Ook de houten kisten die Van den Eynden produceert om de werken te transporteren, worden tentoongesteld als een autonoom werk. Voor de duo-presentatie bij Galerie Fontana toont Van den Eynden naast een selectie van bestaand werk ook een nieuw ontwikkelde site-specific installatie. De vlag aan de straatkant van de galerie, wordt door middel van gelijksoortig materiaal, vorm en kleur doorgetrokken naar de binnenruimte. Via een suggestieve stellage wordt de reële context van de locatie van de galerie naar binnen toe verruimd, waarbij de suggestie ontstaat naar meerdere verdiepingen in de bebouwing, en die de uniformiteit van de architectuur uit de Amsterdamse binnenstad benadrukt.
Katleen Vinck (België,1976) verbindt in haar werk fenomenen van sculptuur, architectuur en scenografie, waarbij ze archetypische vormen van zowel natuurlijke als culturele oorsprong onderzoekt. Geïntrigeerd door de maakbaarheid van de realiteit die ons omringt, en de interactie van de mens op zijn omgeving, zijn haar werken suggestieve antwoorden op de vraag in hoeverre de werkelijkheid geënsceneerd kan worden. Haar sculpturen, driedimensionale objecten en prints functioneren als denkmodellen, waarbij ze verschijningen van natuurlijke landschapsfenomenen in culturele uitingen en archetypes tracht te traceren. Specifieke interesse gaat uit naar de tussenvormen tussen natuur en cultuur, de hybrides en grensgebieden die een vorm van transformatie belichamen.
Voor haar presentatie bij Galerie Fontana brengt Vinck een selectie van werk samen van lopend onderzoek naar capsule-architectuur, monolitische betonarchitectuur en hun verwantschap met de natuurlijke monoliet. Haar robuuste schaalmodellen zijn een compositie op het snijvlak van organische en geconstrueerde vormtalen. We lijken fragmenten van rotswanden te herkennen, kraters, heuvels en begroeiingen; elementen uit een niemandsland ontdaan van een tijdsbesef. Schijnbaar organische fragmenten groeien door naar een hybride vorm die we lijken te herkennen als massieve betonarchitectuur zoals industriële bebouwing of bunkers. Zo ontstaat er een spanningsveld tussen primitieve architectuur en haast science fiction verschijningen van ruimtelijke lichamen. Vinck gebruikt naast solide materialen zoals beton, klei en keramiek ook gladde en spiegelende oppervlakken die in schril contrast worden geplaatst met de sculpturen, wat hun compacte robuuste vorm in de enscenering nog meer expliciet maakt.
Helena Lambrechts