Schilderen met de snelheid van het licht.
Over Jus Juchtmans.
Schilderijen van Jus Juchtmans zijn vijvers waarin je jezelf weerspiegeld ziet. Je kunt erin verdrinken. Het licht zuigt je naar de diepte, naar de onderstromen, de draaikolken en alles wat onder het oppervlak huist, fonkelt en vibreert.
Zelden een schilder gezien in wiens werk je zo wordt meegezogen als in dat van Jus Juchtmans (Mortsel 1952). Ik ken geen schilderijen met een grotere intensiteit en diepte. Werken die je uitnodigen om te kijken naar wat onder het oppervlak schuilgaat, die je ieder ogenblik verrassen, omdat ze zo veranderlijk en zo verraderlijk zijn als het licht. Juchtmans is een schilder uit de Lage Landen. Een schilder van het licht. Een schilder met het licht.
Higher level
Zijn werken zijn schilderijen. Ja, je kunt ze zo noemen. Ze bestaan uit verf die in verschillende lagen aangebracht wordt op al dan niet geprepareerd linnen dat op een spieraam is gespannen. Ze zijn licht: je kunt ze makkelijk aan de muur hangen. En ze zijn licht: ze vangen het licht op en weerkaatsen het. Ze zijn aanwezig en ze zijn intens. Zelfs in een klein formaat. Ze vibreren in de ruimte. Met Juchtmans bereiken de schilderkunst en de beschouwer een higher level.
Inventeur de couleur
Werken van Juchtmans zijn gewoon mooi. Mag dat nog gezegd? Ze glanzen en weerspiegelen. Ze verbazen omdat Juchtmans in zijn atelier elke dag nieuwe kleuren uitvindt. Ze verleiden door hun sensualiteit, maar ze zijn niet vrijblijvend, koket of oppervlakkig. Ze laten zich niet zo maar consumeren, ze lokken je uit je tent, ze nodigen je uit om te participeren. Werken van Juchtmans zijn helemaal af, maar niet afgesloten. Ze veranderen op elk moment, want ze zijn kleur en kleur is trilling, wemeling, versnelling. Kleur heeft de snelheid van het licht. Kleur ademt. De werken van Juchtmans bestoken je tegen lichtsnelheid. Ze zijn eigenlijk niet te fotograferen, zoals het noorderlicht niet te fotograferen is. Elke foto is een momentopname, een van de miljoenen manifestaties van het werk. Elke reproductie van een schilderij van Juchtmans is een verraad aan dat werk, want het pint het vast op één moment, terwijl het op elk moment verandert. Een doek van Juchtmans is een kettingreactie, een protuberans, een golfslag, een eeuwig gaan en komen van licht en kleur. Het is een natuurverschijnsel.
Allotropen
Elk schilderij is dat toch? De waterlelies van Monet, de ascetisch abstracte doeken van Rothko, het fotorealisme van Richter. Ja en nee. Juchtmans’ werk bestookt je met de hoogste kleurintensiteit ter wereld. Hoe dat komt? Omdat zijn schilderijen in wezen installaties zijn: veel lagen kleur op elkaar die door de transparantie van het medium aan het licht komen. Schilderijen van Juchtmans functioneren als diamanten. Elk laag breekt het licht anders. Elk soort licht creëert nieuwe waarnemingen. Het zijn allotropen: binnen hun vaste aggregatietoestand kennen ze meerdere fysische verschijningsvormen. Werken van Juchtmans zijn meer dan een visuele beleving. Ze zijn een totaalervaring, een happening. In een schilderij – of liever een picturale installatie van Juchtmans – word je meegesleurd, je participeert, maakt mee, verandert mee met het licht. Je kunt niet anders. Dat is de kracht van het werk.
Niets te zien
Wat is er op Juchtmans’ doeken te zien? Niets bijzonders eigenlijk. Vlekken, strepen, lijnen, vlakken, glinstering en kleur. Dat voor al. Bij laag scherend licht zie je ook sleepsporen en krassen, minuscule belletjes, putjes soms. Het hoort erbij, want niets is perfect. De schilderijen komen niet uit een spuitcabine. Ze zijn geen seriewerk. Elk doek is als een strand dat de zee met haar rakel heeft gladgetrokken, keer op keer. Wat valt er op Juchtmans’ schilderijen dan te zien? Alles. Door de reflectie van de werken worden de kamer, de omgeving, de lucht, de wolken, het licht, de verlichting en zelfs de toeschouwer mee in het werk gezogen. Elk moment is er iets anders te zien. Juchtmans’ werken zijn geen dode materie. Ze leven.
Geologie
Juchtmans beeldt niet af, hij onderzoekt, hij maakt. Vergelijk hem met een kind dat op het strand met water, zand en schelpen speelt en met het zonlicht en de schaduwen en dat afwacht wat de zee met zijn kasteel gaat doen en daarop anticipeert en reageert. Of met een wetenschapper die experimenteel onderzoek verricht. Iemand die alle variabelen waarover hij beschikt in vraag stelt en daarmee speelt. Een alchemist die mengt tot hij bij goud uitkomt.
Juchtmans’ werken zijn als de aarde. Ze bestaan uit geologische lagen. Zoals die lagen op breuklijnen in het landschap bloot komen te liggen, zo liggen de lagen in Juchtmans’ schilderijen bloot aan de zijkant van het doek. De zijkant vertelt de geschiedenis van het schilderij. Het is de vingerafdruk, het geheugen van het werk. De sleutel naar het geheim van het schilderij.
Demiurg
Wat zijn de variabelen waarmee Juchtmans in zijn atelier, zijn lab speelt? Hoe gaat hij precies tewerk? Zijn doeken staan niet op een ezel of ze hangen niet tegen de muur wanneer hij schildert. Ze liggen op werkhoogte op twee balken, ondersteund door schragen. Het doek van de schilder is als een schaakbord. Hij brengt kleur aan. Dat is een kwestie van een paar minuten. Dan zijn elementen als vloeibaarheid, wrijving, stolling en stremming aan de zet, precies zoals in de natuur of zoals na de oerknal in het heelal. Als die hun rol gespeeld hebben en het doek droog is (een dag later), kijkt de schilder hoe de kaarten geschud liggen en waagt hij een tweede zet. Dat kan een transparante laag zijn of een nieuwe kleurexplosie. Zo gaat dat dagen door tot hij laag na laag heeft opgebouwd en het doek de gewenste intensiteit en expressiviteit heeft verkregen. Heeft hij dan vooraf geen idee waar hij naartoe wil? Vaak wel, en dan wil hij bijvoorbeeld vleeskleur maken, zoals een demiurg dat zou doen, of een wetenschapper in het lab. En soms wil hij in dialoog treden met het werk van een voorganger, zoals ‘Les Demoiselles d’Avignon’ van Picasso. Hij kan het proces meer of minder sturen, maar steeds blijft hij afhankelijk van de elementen, zoals licht en vochtigheidsgraad.
Schaakbord
Kan een werk mislukken? Kan de schilder schaakmat staan? Elke zet die de elementen, de variabelen op bord toveren, is een uitdaging waarop hij een nieuw antwoord moet verzinnen. Hoe meer lagen een werk telt, hoe meer uitdagingen het aan de schilder heeft gesteld en hoe heftiger het gevecht tussen de tegenstanders op het schaakbord is geweest. Soms kan de schilder bevangen worden door twijfel. Dan moet hij even afstand nemen en de tijd zijn werk laten doen. Maar altijd heeft de schilder het laatste woord.
Ik poogde met metaforen en omschrijvingen de ziel van het werk van Jus Juchtmans te benaderen. Maar net als de fotograaf schiet de schrijver tekort. Wil je weten waar het echt om draait? Ga de schilderijen van Juchtmans zelf bekijken. Beleef ze. Laat je erdoor overrompelen.
Peter Theunynck