The poet’s garden – Van Gogh & Antwerpen
‘dit stukje park is een goed voorbeeld van wat ik je zei: dat je, om het ware karakter van de dingen hier te vatten, je ze heel lang moet bekijken en schilderen.
Vincent aan Theo van Gogh – Arles, 26 sept 1888
140 jaar geleden vertrok Vincent van Gogh vanuit Brabant naar Antwerpen. Halverwege zijn korte leven als kunstenaar, hij was slechts tien jaar actief, besloot Vincent richting Parijs te gaan. Daar wilde hij kennismaken met de nieuwe richting van het kleurrijke impressionisme. Hij maakte een tussenstop van drie maanden in Antwerpen om op de academie te studeren naar model. De periode van 24 november 1885 tot 28 februari 1886 vormt een belangrijke schakel in zijn verdere ontwikkeling. Hoewel het contact met de leraren hem niet bracht wat hij had gehoopt, studeren naar gipsmodellen en de academische geest pasten hem niet, gaven de omgang met zijn medestudenten en het verblijf in de bruisende stad hem volop inspiratie. Hij tekende naaktmodellen en stadsgezichten, schilderde portretten, dwaalde door het havengebied langs de kades, bezocht cafés en begon hier met het verzamelen van Japanse prenten. Daarnaast bezocht hij musea, kerken en galeries om de kunstwerken van Rubens en andere schilders te bestuderen. Uit zijn brieven vanuit Antwerpen aan zijn broer Theo blijkt dat de stad hem beviel en een onuitwisbare indruk heeft nagelaten. ‘Ik vind hier de wrijving van gedachten die ik zoek – ik krijg een frisch oog op mijn eigen werk, kan beter oordeelen waar de zwakke punten zitten en zoodoende vorderen om die te verbeteren’.
Tijdens het onderzoek naar Van Goghs tijd in Antwerpen viel mij de academietuin op. Een rustige binnentuin die in Vincents tijd niet alleen aan de academie grensde en waar hij collega-kunstenaars ontmoette, maar ook aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten waar hij vaak heen ging om de grote meesters te bewonderen. Vincents schilderde veel tuinen en had altijd veel oog voor de natuur om hem heen. Voor de tentoonstelling bij NQ Gallery is daarom gekozen om niet het harde stadse leven en de bruisende haven als uitgangspunt te nemen, maar de natuur waarin Vincent altijd rust en inspiratie vond.
The poet’s garden verwijst naar een werk uit Vincents tijd in Arles. Van Gogh vertrok in de winter van 1888 daarheen om er zijn droom van het gele huis te realiseren. Een plek waar kunstenaars samen kunnen wonen en werken, elkaar kunnen inspireren. Zoals op de academie in Antwerpen, maar dan zonder de bemoeienis van docenten, ieder in zijn eigen stijl. Bij aankomst sneeuwt het. Het Provençaalse landschap waarover hij zoveel gehoord had, ligt verscholen onder een laag witte sneeuw, maar draagt de belofte van de lente.
Het gele huis waar Vincent komt te wonen kijkt uit op een park en wordt gebruikt als ‘model’ in zijn schilderijen. Het schilderij van het park krijgt de naam Le poete jardin, tuin van de dichter. Het schilderij krijgt door de titel een meer figuurlijke benadering van het landschappelijke thema. Hier gaat het over de liefde, de ontmoetingen, de aandacht voor de natuur en dichters van de Renaissance die Vincent er zich voorstelt.
‘Maar is het niet zo dat dit park een grappige stijl heeft, waardoor je je heel goed een voorstelling kunt maken van de dichters van de renaissance, Dante, Petrarca, Boccaccio, wandelend tussen die struiken op het grasperk met bloemen? Ik heb weliswaar wat bomen weggelaten, maar wat ik in de compositie heb behouden, dat staat er echt zo. Alleen hebben ze het overbeplant met bepaalde struiken die niet in het karakter passen; trouwens, om dat waarachtiger en wezenlijker karakter te vatten is dit de derde keer dat ik dezelfde plek schilder. Welnu, toch is dat het park dat vlak voor mijn huis ligt.
Maar je begrijpt dat juist dat iets ondefinieerbaar Boccaccio-achtigs aan de plek geeft. Deze kant van het park is trouwens om dezelfde redenen van kuisheid of moraal verstoken van bloeiende struiken, zoals de oleander. Het zijn gewone platanen, dennen in strakke struiken, een treurboom en groen gras. Maar het is van een intimiteit!’
Vincent aan Theo van Gogh – Arles, 18 sept 1888
In de tentoonstelling The poet’s garden bij NQ kun je je laven aan bloementuinen, stammen, exotische oorden en mystieke plaatsen. Je ziet er een zee van bloemen, of kunt er worden overvallen door de achterliggende idee van de schepper, de hogere macht die in alles lijkt te schuilen. De eenzame stam die verlangt naar samenzijn. Eline de Clercq, die haar phd schrijft met een voet in de academietuin koos een gedicht van Johanna M. Pas. Hoe je je na verplanting kunt wortelen en hoe je je in een nieuwe omgeving of zonder thuis toch thuis kunt voelen.
Ik maakte van de tuin
een wildernis
zodat ik
in de wildernis
kon denken
dat ik thuis was
Johanna M Pas
Elke kunstenaar benadert het thema van de tuin op zijn eigen manier. En het is, zoals altijd, aan de kijker om te kiezen via welk pad hij er binnengaat, en langs welke weg hij er weer uitkomt. The poet’s garden is daarmee allereerst een uitnodiging om te verdwalen in verf. Kijk zoals ook Vincent de natuur bezag met aandacht voor alles wat er groeit en bloeit. Van de opvallendste rozen in het zonlicht tot de onopvallende ondergroei. Daarna een uitnodiging om de wereld om je heen met andere ogen te bezien.