Welkom in de wereld van Francis Henri Vanhee, of beter, welkom in het fictieve dorp van Francis Henri Vanhee. Waar een sheriff woont, die verdacht veel op schrijver en performer Christophe Vekeman lijkt, maar waar een actrice die momenteel de rol van politieagent vertolkt in een Vlaamse televisieserie, de echte sheriff is; waar er een miniversie van de kerk van Aartrijke staat; waar een nachtdierspotter elke nacht op zoek gaat naar een prooi en waar een dictator de plak zwaait.
Kortom het soort dorp waar je vooral NIET wil wonen.
Hoe ben je bij dat fictieve dorp uitgekomen, Francis?
Na een paar jaar in de stad gewoond te hebben ben ik terug naar een dorp verhuisd. Naar Aartrijke om precies te zijn. Het is daar en dan dat ik me begon af te vragen wat voor mensen er in een dorp wonen, hoe een dorp functioneert.
Maar in mijn dorp zul je, zoals je al opperde, niet graag wonen. Zo is het om te beginnen ommuurd en er is een dictator aan de macht.
Beetje somber ingesteld?
Als je naar de wereld vandaag kijkt dan moet je gewoon vaststellen dat er veel dictators aan de macht zijn, zonder dat ze zichzelf zo noemen. Ik heb de wereld voor mijn werk teruggebracht naar een kleine schaal en ben erop los beginnen fantaseren.
Maar het is meer het idee van een ommuurde plek en hoe die dan moet functioneren, wie er woont enzoverder dat me bezighoudt dan dat ik de personages echt ben gaan uitwerken.
Ik schilderde een kerk, een flatgebouw, een paar huizen, een dictator, een sheriff, en een paar bewoners met rare gewoontes, et voilà!
Rare gewoontes? Zoals?
Acteur Spencer Bogaert in het echt, de nachtdierspotter in mijn dorp. Hij stak net zijn sigaret aan toen ik hem fotografeerde. Het licht van zijn aansteker verlichtte zijn gezicht.
Mijn fantasie trad meteen in werking. Hij werd de eerste bewoner van mijn fictieve dorp. Toen ik nadacht over wat voor beroep hij zou kunnen uitoefenen, kwam ik uit bij nachtdierspotter.
Spencer, The night animal tracker woont in een heel primitieve cabin in the woods met maar één deur. Die ene deur is belangrijk. Vooraleer hij er ’s nachts op uittrekt om dieren te gaan spotten, steekt hij een sigaret op.
Dat is zijn startschot. Zijn trigger. Mijn trigger.
Meer valt er over zijn leven niet te vertellen.
Heeft The Night animal tracker dan niets te maken met de andere personages, de andere bewoners?
Neen, niet direct. Behalve dan dat ze in hetzelfde dorp wonen. Er is ook niet echt een verhaal, er is eerder een setting.
Ik heb een 15- tal mensen gecreëerd, die in het dorp hun ding doen.
Zo is er ook nog een tweede sheriff, de ‘echte’ sheriff van het dorp. Daarvoor stond actrice Lauren Müller model. Lauren is een goeie vriendin van mij die in de televisieserie Thuis een politieagent vertolkt.
De rol als The real sheriff van mijn dorp zit haar dus als gegoten.
De unheimliche sfeer van het geheel komt ook duidelijk naar voren uit de paar stillevens die je gemaakt hebt naast de portretten van de dorpsbewoners. Zo krijg je als kijker, als betrachter van de schilderijen een beeld van hoe het dorp eruitziet en waar al die vreemde creaturen wonen.
Vertel...
De burgemeester/dictator woont in een gigantisch flatgebouw.
Doet een belletje rinkelen.
Vanop de bovenste verdieping kijkt hij neer op zijn dorp en denkt bij zichzelf: amai, mijn dorp…het draait goed. Ik kan op mijn dooie gemak nog een martini drinken.
Het draait goed? Maar de tristesse druipt eraf? De bewoners van het dorp lijken mij geen vrolijke Fransen?
Neen, en toch vind ik dat er net daarom ook humor in zit, in mijn werk. Het is grappig, omdat het triest is. Een beetje onbeholpen allemaal.
Zoals in het boek De Helaasheid der dingen van Dimitri Verhulst. Het is er niet om gedaan. Het is niet vanuit die intentie geschreven.
De burgemeester/dictator was overigens net degene die vond dat het niet goed ging met het dorp. Hij zou verandering brengen en heeft het alleen maar erger gemaakt. Het gekke is dat hij zich daar ook heel erg van bewust is, maar het is wat het is en er is geen weg terug.
Toen ik de burgemeester maakte dacht ik aan het portret van Rembrandt met het overschaduwde oog met als titel Zelfportret op jeugdige leeftijd dat hij maakte rond 1628.
Zo werd de burgemeester een schimmig figuur in allerlei betekenissen en is de kunstgeschiedenis ook nooit veraf.
We laten The Dictator even voor wat hij is. Er is ook The architect, de ontwerper, bedenker van het dorp. Zij draagt een pak van jou.
Juist ja, want ik ben toch de bedenker.
De portretten die je schildert baseer je op foto’s die je eerder nam van mensen die op je persoonlijke of professionele pad kwamen.
Wie zijn die mensen?
De mensen van wie ik een beeld gebruik weten dat niet. Niet altijd. Er zijn er die geposeerd hebben en er zijn er anderen. Christophe Vekeman bijvoorbeeld fotografeerde ik ooit voor De Morgen. Ik heb die foto gewoon uit mijn archief geplukt en daar ben ik dan vervolgens mee aan de slag gegaan.
In mijn archief zaten ook foto’s van Bram Vanparijs, alias The Bony King of Nowhere met wie ik als fotograaf mee op tournee ben gegaan, de foto’s van bevriende acteurs, andere mensen die ik in de loop van mijn carrière als fotograaf geportretteerd heb.
Ik ben er zoals gezegd eens goed doorgegaan en heb er interessante figuren uitgehaald. Geknipt voor mijn werk.
Vertrek je altijd van foto’s?
Ik vertrekt nog altijd van foto’s. Dat is mijn basis. Ik kan tekenen, ik kan de principes uitleggen, weet hoe ik het moet doen, maar ik heb nog altijd de
neiging om te starten van fotografie om dan van daaruit te gaan bedenken hoe ik iets in beeld moet brengen. Ik zou niet weten hoe ik meteen aan een schilderij zou moeten beginnen.
Ik ben ook pas tijdens corona beginnen schilderen. Ik zat zoals zovelen thuis, wegens geen werk. Al zoekende ben ik tot het procedé gekomen dat ik nu al een tijdje hanteer.
Ik vertrek dus van een foto, print die, teken erop met kleurpotloden of met oliepastel, scan het resultaat in en vergroot dat dan uit op canvas, waarop ik dan pas begin te schilderen. Schilderen is de laatste stap.
Het is heel boeiend om te starten vanuit de fotografie, omdat dat ook mijn entree was in de kunsten. Ik moet 15 geweest zijn toen ik mijn eerste foto’s begon te maken. Algauw wilde ik er meer mee doen, maar wist niet zo goed wat. Tot ik het werk van Dirk Braeckman leerde kennen. En dacht… tiens…zo kan het dus ook.
Ik vond een doosje oliepastels, vetkrijtjes bij mijn ouders en ging er mijn foto’s mee te lijf. Uit het niets. En van het een kwam het ander.
Waarom portretten?
Mijn portretten zijn niets zonder het verhaal dat ik erbij verzin. Ik heb de portretfoto’s allemaal gemaakt tegen een neutrale achtergrond, de ogen eruit gehaald en ze op een kinderlijke, bijna naïeve manier terug geschilderd, waardoor ze iets heel bevreemdend krijgen en de connectie met de geportretteerde persoon volledig zoek is.
Zo is Christophe Vekeman, die model stond voor de sheriff, alleen nog maar een omhulsel. Een zielloze cowboy. Een masker bijna.
De eigenlijke personen worden op die manier personages in mijn fictieve dorp.
Je hebt ook jezelf een masker opgezet. Je moest dringend eens goed in de spiegel kijken?
Ha, ja. Ik geef les en terwijl mijn leerlingen met één of andere opdracht bezig zijn, teken ik zelf ook vaak. Knullige gezichten meestal.
Ik wilde voor deze reeks wel een zelfportret maken, zo is The Artist geboren. Een zelfportret dus, maar ik wilde er niet mijn eigen gezicht op plakken. Mijn lichaam is dik aangezet, het gezicht is zoals gezegd knullig. Ik voelde ook meteen dat er tekst bij moest en wel op het schilderij.
Goed wetende dat er in België een heel beroemde kunstenaar is die dat ook doet.
Maar goed, ik had al eerder tekst bij mijn werken. Die zette ik dan in een apart bundeltje bij de tentoonstelling, maar er was niemand die daar echt naar keek en die tekst is wel belangrijk. Dus, staat hij er nu onder net als bij Rinus van De Velde. Ik heb het gedurfd (lacht), maar ik steek het niet weg hé, het staat daar allemaal voor iedereen om te lezen. “Rinus doesn’t have a patent on putting captions under a piece of work. But anyway, back to the story. He is the village artist, or village criminal. Apparently, an artist and a criminal have the same kind of brain. PS ‘’I LOVE YOUR WORK RINUS.”
Voor alle duidelijkheid Rinus Van de velde is ook niet de eerste in de kunstgeschiedenis die dat principe toepast. Ik kijk vaak naar een geweldige VPRO-reeks ‘Het geheim van de Meester’ waarin een team van experts werken van grote meesters reconstrueert. Daaruit leerde ik onder andere dat Van Eyck ook al met tekst werkte. Hij voegde vaak ‘Als Ich kan’ toe aan zijn werk. Een woordspeling op zijn naam die ‘zo goed als ik kan’ betekent. Maar hij voegde ook andere Latijnse inscripties toe.
Om maar te zeggen.
Het geheim van de meester is een gouden tip! Dank je.
Nog even terugkomend op Rinus Van de Velde, mensen gaan natuurlijk denken: dat is van hem. Maar dan moeten ze mijn teksten maar eens goed lezen en ook mijn werk wat beter bekijken.
Goed kijken inderdaad, want je werk is heel gelaagd. Het heeft iets van een collage.
Wat heb je de afgelopen tijd bijgeleerd. Puur technisch?
Ik nagelde mijn canvas vroeger gewoon tegen de muur en begon erop te werken. Nu span ik het op. En dat is een groot verschil, want ik kon op de muur alle kracht zetten die ik wilde. De muur duwde nooit terug. Dat is wel helemaal anders met opgespannen canvas. Ik ben zuiniger geworden met verf en ik kan zachter en subtieler werken.
Nog iets?
Neen, dat is het eigenlijk. Technisch wil ik almaar beter worden en ik wil het ook spannend houden.
Nooit bang om iets kapot te werken?
Door de manier waarop ik werk heb ik dat probleem of dat gevaar volledig omzeild. Ik vertrek van een bestaande foto. Als die vol geschilderd is, is het klaar. Gedaan!
Het is zeker geen bewuste keuze. Ik heb dat vastgesteld terwijl ik aan het schilderen was.
Ik denk dat we nog even terug naar je dorp moeten, want er ontbreken nog wat personages, is het niet?
Hahaha ja. Er is ook een prins carnaval. Het is te zeggen, iemand die het graag zou worden, maar hij heeft één en ander uitgespookt dat het daglicht niet mag zien, want anders kan hij het op zijn buik schrijven. En er is het model van het dorp. Maar ook bij haar is het één en al tristesse, want door te veel botox is ze een schaduw van zichzelf. Haar neus is om zeep dus draagt ze een nepneus.
Over carnaval gesproken.
Wat zegt dat allemaal over jou? Ben jij op zoek naar een soort van plek waar je thuishoort?
Ik ben op zoek naar zekerheid. Maar wie is dat niet?
Ik sta nu in het onderwijs en kan daarnaast al deze dingen doen. Ik kan creatief zijn. Ondertussen ken ik ook een paar andere mensen die het zo doen. Er zijn maar weinig kunstenaars in België die niet moeten werken.
Wat typeert jou het meest als fotograaf en als kunstenaar?
Daar moet ik niet over nadenken. Dat zijn mijn portretten. Eén op één in contact gaan met mensen vind ik zoveel boeiender dan een groep te benaderen.
Ga je soms een gesprek aan met de portretten in je atelier? Ze staan hier zo gezellig samen.
Dat nu niet, maar wel met de mensen die ik fotografeer. Het is soms meer een gesprek dat we hebben dan een fotoshoot. Het fotograferen is een tool om ergens binnen te geraken, een conversation starter. Ik heb er al vrienden aan overgehouden.
Of zij zichzelf nog zullen herkennen in de kleurrijke personages in dit dorp dat alle fictie overtreft, is maar zeer de vraag.
U bent alleszins heel erg welgekomen!
Francis Henri Vanhee in gesprek met Nicky Aerts.
Aartrijke, 8 juli 2025.