Met de duo tentoonstelling ‘Speaking in Tongues’ toont Frank Taal Galerie tekeningen en schilderijen van twee kunstenaars uit New York, van Nederlandse afkomst. Ze hebben meer gemeenschappelijk. Als echte New Yorkers werken ze met hun voet op het gaspedaal, alsof de duivel op hun hielen zit. Ze combineren donkere beelden met een lichtvoetigheid die wij in Nederland niet kennen. ‘Humor’ in de kunst zoals de Vlamingen wel deden heeft in Nederland nooit voet aan de grond gekregen. Met Speaking in Tongues tonen de kunstenaars combinaties van beeld en tekst die je elke keer weer op het verkeerde been zet. Absurdisme. Ze komen voort uit vrije associaties en woordklanken en laten het publiek vrij hun eigen interpretatie van het werk te maken.
Guy Richards Smit (1970, New York City) is een man van vele talenten. Geboren als kind van twee professoren, past hij naadloos in het intellectuele milieu van New York: hij musiceert, is performancekunstenaar, schildert en tekent. Hij exposeerde als kunstenaar in de grote musea van de wereld zoals het MoMA en Centre Pompidou, maar werd vooral bekend voor zijn werk voor het tijdschrift The New Yorker die regelmatig cartoons van hem publiceert in hun wekelijkse magazine. Het zijn zogenaamde Gag-cartoons, tekeningen in een enkel beeld met een enkele zin daaronder. Veel van deze beelden hebben hun weg gevonden naar zijn schilderijen. De link met Nederland is via zijn Nederlandse vader en zijn studie aan de Rietveld Academie in Amsterdam.
Gerben Mulder (1972, Amsterdam) is grotendeels autodidact. Na een blauwe maandag aan de kunstacademie in Praag te hebben gestudeerd, concentreerde hij zich volledig op het schilderen en begon hij begin jaren ‘90 samen met vriend en collega-kunstenaar Sebastiaan Bremer een reeks groepstentoonstellingen met als naam ‘Collectief Album’. Het bracht hem van Amsterdam naar Rotterdam en uiteindelijk naar New York. In 2010 schreef Roberta Smith, vermaard kunstcritica, in de art & Design sectie van de New York Times een review voor zijn show.
Titels zoals ‘The Cheating Bird, it’s Fallen Drunkard and a Girl at the Gallows’ en ‘Dumb struck City’ tonen een diepgewortelde interesse in een onzichtbare donkere wereld die in ieder van ons zit.
Zijn galerie Fortes D'aloia & Gabriel in Sao Paulo en Rio de Jáneiro brengt op beurzen als Frieze, Armory, Art Basel, en recent nog op Art Rio. Dit voorjaar werd Mulder bij Fortes in Rio gepresenteerd in een prachtige duo expositie, waarin hij was uitgenodigd om te reageren op het werk van Iberê Gamarco (1914 - 1994), één van de grootste expressionistische schilders van Brazilië. Tegelijk presenteerden NONADA en Fortes D'aloia & Gabriel hem in de zeer succesvolle tentoonstelling Donkey Had Enough, a Retrospective.
De kunst van Mulder en Richards Smit is zowel esthetisch als rauw en refereert aan New York zoals deze door kunstenaar Keith Haring en fotografe Nan Goldin tot leven werd gebracht. Net als bij Haring en Goldin zijn de beelden niet altijd wat het lijkt te zijn. De kunstwerken zitten vol met betekenislagen die aansluiten op het dagelijkse leven in de grote stad, maar ook op de kunstgeschiedenis zoals onder meer Asger Jorn en Roy Lichtenstein. Ze gaan over de basisvraag wat kunst eigenlijk is, en wat wij erover af hebben gesproken om het een plek te geven in onze kapstok van betekenisvorming. Het maakt ook dat de werken blijven boeien.
Werner van den Belt, kunsthistoricus en curator.