Elke dag worden er over de hele wereld net geen 100 miljoen selfies gemaakt. Een obsessie om de eigen identiteit te etaleren die behalve ons, gewone stervelingen, ook kunstenaars niet vreemd is. Want datgene
wat we vandaag een ‘selfie’ noemen, vertoont belangrijke
overeenkomsten met het traditionele genre van het zelfportret.
Dat zelfportret verschijnt in de westerse kunst pas op het einde van de middeleeuwen en getuigt van een zelfbewustwording van de kunstenaar. Voordien werd de kunstenaar immers slechts als een uitvoerende producent gezien, een veredelde ambachtsman. In religieuze genrestukken en historische scènes duikt het portret van de kunstenaar voor het eerst op in de massa. De kunstenaar toont zich als een stille getuige van het gebeuren en bevestigt zo, bij wijze van signatuur, de eigen hand. Albrecht Dürer zou als eerste kunstenaar veel belang hechten aan het zelfportret. In een iconisch exemplaar uit 1500 neemt hij de pose aan van Christus als verlosser. Ontevreden met de toenmalige sociale positie van kunstenaars, representeert Dürer zich met dit portret als een uiterst belangrijke figuur met scheppende gaven grenzend aan het goddelijke. Met de romantiek ontstaat een nieuwe visie op de identiteit van de kunstenaar en wordt het zelfportret opgevat als een spiegel van de ziel. De expressionisten vervolgens zien het als een middel om de eigen emoties te bestuderen en beschouwen het zelfportret als een directe confrontatie met het zelf. Doorheen de kunstgeschiedenis zal het zelfportret een belangrijk genre blijven en zoals de prachtige bloemlezing in Selfies ons leert, is ook vandaag het zelfportret niet weg te denken. Maar hoe komt dat en op welke manier lijkt het zelfportret daarom op de selfie?
De selfie vindt zijn oorsprong in de Japanse kawaii cultuur. In de purikura, Japanse fotostickerhokjes, nemen voornamelijk vrouwen foto’s en bewerken deze met verschillende effecten om er ‘kawaii’ of ‘schattig’ uit te zien. Decoratieve achtergronden, pictogrammen en accessoires als haarextensies en diamanten tiara’s moeten hen daarbij helpen. Inspelend op het purikura-fenomeen beginnen Japanse en Koreaanse bedrijven mobiele telefoons te fabriceren met een camera aan de voorzijde om zo het nemen van selfies te vergemakkelijken. Het is de iPhone 4 die deze camera overneemt en zo de selfie, ook buiten Oost-Azië, internationaal weet te populariseren. Dat betekent de start van een globale obsessie voor het verfraaien van de zelfpresentatie in digitaal fotografische vorm. En hoewel selfies misschien oppervlakkiger lijken dan zelfportretten, zijn deze laatste niet zó heel anders. Want zoals selfie-isten met hun foto’s op sociale media de eigen status benadrukken, zo grijpen kunstenaars het zelfportret aan om te bepalen hoe zij gezien willen worden. Waar influencers selfies maken in designeroutfits om zich als geslaagde leden van de samenleving te portretteren, daar smukten renaissance kunstenaars om diezelfde reden in zelfportretten hun beeltenis op met kostumering en waardigheidsemblemen. Behalve dat ze beide ingezet worden om de zelfbeeltenis naar de hand te zetten, delen het zelfportret en de selfie ook een verlangen dat inherent is aan de menselijke natuur, namelijk de drang om een stukje van het eigen leven, hoe artificieel ook, te bevriezen en zo onsterfelijk te worden. Want in een dagdagelijks gevecht met de sterfelijkheid is het een troostende gedachte voor zowel de selfie-ist als de kunstenaar dat er iets is dat hen zal overleven, dat er dingen achterblijven die maken dat de herinnering aan hen levendig blijft.
Selfies is een tweeledige tentoonstelling die op ludieke wijze het zelfportret en de selfie samenbrengt. Beide delen tonen zelfportretten van kunstenaars, intrigerende werken die illustreren hoe de kunstenaars zichzelf zien of hoe ze gezien willen worden. Daarnaast wordt ook de toeschouwer gevraagd een bijdrage te leveren aan de expo. Hij wordt uitgenodigd plaats te nemen aan een tafel waar hij met behulp van een spiegel zijn zelfportret kan tekenen, om vervolgens in een ellips met fotozuil een selfie te maken met en zonder zijn getekend portret. Alle diptieken van zelfportret en selfie zullen in de loop van de tentoonstelling aan de galeriemuur te bewonderen zijn en in dialoog gaan met het werk van die andere stervelingen, oftewel de kunstenaars :
Selfies I en II, met werk van Krista Autio, Tina Berning, Lien Buysens, Laure Carré, Yvonne de Grazia, Tine Delbare, Terry Ekasala, Flexboj & L.A., Liza François, Raymond Fuyana, Gabrielle Graessle, Lisa ijeoma, Klaartje Lambrechts, Benedicte Lobelle, Lize Maekelberg, Steven Antonio Manes, JD Marnix, Takeshi Matsugami, Albert Pepermans, Piet Raemdonck, Madoka Rindal, Randoald Sabbe, Indré Svirplyté, Paulette Taecke, Svelte Thys, Tuyo-art, Janine Vandebosch, Nina Van Denbempt, Thomas Vandenberghe, Sofie Van den Bril, Luis Vidal, Jenny Watson, Jesse Willems, Christina Zimpel en jou!
- Tekst door Roxane Baeyens -