Waar Pot als ontwerper begint vanuit zijn interesse in materiaal onderzoekt Doodeman materiaal vanuit een meer filosofische en culturele benadering. Hoewel hun zoektocht en uiteindelijke werk verschilt, vinden ze elkaar ergens onderweg. Beiden zoeken naar een herhaling, een grid, of een rythme in materiaal en techniek en onderzoeken dit totdat het zijn oorsprong verliest en iets nieuws ontstaat.
Bertjan Pot (1975) is een ontwerper die bijna altijd start met de mogelijkheid van een materiaal of een productie techniek. Vaak is het een kleine vondst: een steek, een knoop of een andere manier om iets samen te brengen. Wanneer deze ingreep wordt herhaald, ontstaat een groter geheel, een ding. Dit principe, dat ook aan de basis staat van het maken van textiel, is steeds terug te vinden in zijn werk. Zelf zegt hij dat zijn houding vaak opportunistisch is. Het gaat om het beste te halen uit de gekozen materialen en productietechnieken. Uiteindelijk moet zijn resultaat meerwaarde hebben, iets wat meer is dan de optelsom van de losse materialen. Dingen met een functie verdienen de voorkeur, maar de laatste tijd kan het onderwerp dat wordt aangesneden steeds vaker beter gevat worden in een ding zonder direct praktisch nut. LED & Pompons: LEDstrip, Pompons, smelt-lijm, kabelbinders, bamboe, aluminium tape, foam-bord, geprint tapijt, acryl garen, wol garen, kralen, mattenklopper, kunststof-eieren sluit aan bij zijn recente solo Hot Glue in Museum Boijmans van Beuningen.
Koen Doodeman (1987) is een schilder die recent studeerde aan de Rijksakademie Amsterdam. Hij onderzoekt de technische mogelijkheden van schilder-en weeftechnieken vanuit een filosofische en culturele benadering. Doodeman herhaalt vorm, grid en rythme net zo lang tot het zijn origine, verhaal of techniek verliest en verandert in iets nieuws. Hij onderzoekt zijn waarneming. Hij zoekt naar een scheiding tussen illusie en materie om die dan weer tot elkaar te bevragen. Hij werkt vaak met beeld dat ontworteld is of beeld dat om meer plekken in verschillende tijdsperioden aanwezig zijn. Als beeld beweegt en op meer dan een plek of moment bestaat, heeft het meerdere gebruiken en betekenissen, meerdere waarden en misschien zelfs oorsprongen. Dat beeld blijft dynamisch, fixeert niet, net als zijn begrip ervan. In Koi Pond toont hij nieuwe weefwerken vanuit het kijken naar Koi Karpers.