Leyla Aydoslu zet figuren in de ruimte zodat je er niet omheen kunt. De stevige sculpturen zetten spanning en structuur om in verwarring over materiaal en samenhang. Haar opstellingen zijn decors om in rond te waren. Als een bos vol holtes, spelonken en glooiingen om te ontdekken, vormen de sculpturen een vrijplaats om te kijken. Waar eindigt het werk en begint de kamer? Hoe staat de toeschouwer tegenover een confronterende fysieke aanwezigheid? Aydoslu verzamelt zowel objecten als ideeën en concepten. In het zwaartepunt waar die vondsten elkaar ontmoeten, ontstaat haar kunst.
Zoekend naar een wankel evenwicht tussen aanwezigheid en confrontatie, presenteert Aydoslu een scenario waarin de toeschouwer actief meespeelt. Het is onmogelijk om een volledig beeld te vormen zonder verschillende standpunten in te nemen. Je kan er niet zomaar van op aan dat je blik de eerste keer veelvuldig genoeg was. Als kijker moet je moeite doen en meebewegen. Het menselijk lichaam deelt de standplaats van de sculptuur en verhoudt zich bijgevolg onvermijdelijk als een gelijke ten opzichte van het object dat soms zelfs in de weg staat. De slinger tussen bewustwording van presentatie en het innemen van ruimte blijft heen en weer wiegen.
De kunstenaar haalt inspiratie uit wat aan haar herinnering blijft haken; het onmiddellijke, stedelijke of architecturale. Contouren die zich een weg weten te wurmen tussen het zintuiglijke en het nieuwsgierige. Ze krijgen opnieuw vorm in de studio, waar Aydoslu de juiste materialen zoekt en de gedaanten verder laat schuiven. Referenties aan een realiteit buiten het werk zelf zijn nog voelbaar in de schaduw, al zijn de sculpturen nooit afbeeldingen of directe weergaven van de werkelijkheid. Het werk wil vooral zijn wat het is. De kunstenaar houdt de opbouw zichtbaar, de belasting voelbaar, het materiaal tastbaar.
Om haar intentie te duiden, verwijst Aydoslu naar spomeniks, monumenten gebouwd tussen 1950 en 1990 in het voormalige Joegoslavië. Hun constructie kende een politieke motivatie met in de kern herdenken of verheerlijken, maar het is vooral vanwege de plaats die ze innemen om een standpunt over te brengen dat de kunstenaar er oog voor heeft. In het klein zouden ze niet werken. Als een 3D-schets van een idee kunnen ze niet anders dan grandioos en imposant zijn om de zwaarte van de boodschap te dragen. Aydoslu ziet daarin vergelijkingen met land art: grootschalige markeringen van het landschap in gewichtige materialen die vanuit een zekere vanzelfsprekendheid gemaakt zijn. Alleen is het voor haar allemaal niet zo vanzelfsprekend. Door verval ruimt het ontzagwekkende van de spomeniks nu plaats voor vergetelheid. Alsof tijd ze wegsmelt. Op dit kruispunt van schaal, vormentaal en veranderlijkheid wil ze haar sculpturen enten.
Aydoslu’s voorstudies gebeuren direct in schaal 1/1; op ware grootte. Afmetingen leggen materiaal in de weegschaal en leiden tot de (dis)balans waarnaar ze op zoek is. Haar statische sculpturen suggereren bijna een beweging. Alsof ze tollen, deinen of knappen als je net even niet kijkt. Zoals Jengablokjes wisselen tussen torsen en wiebelen, voel je de druk in de onderdelen van haar structuren. Ze persen op elkaar in, hangen tussen elkaar vast, dragen een klemming. De textuur legt een lichamelijk laagje over de tensie. Het nodigt nader onderzoek uit. Mag ik hier aan trekken of volgt dan een lawine van puin?
Yasmin Van ‘tveld