Stel je nachtlampjes voor die een warm licht uitstralen in een luxueuze slaapkamer. Illusionistische patronen op neon-kleurig behang. Slecht verlichte tikkende radiatoren. Elk roept een aparte atmosfeer op.
Het woord 'atmosfeer' wordt al lang gebruikt om “stemmingen in de lucht, de emotionele geladenheid van een ruimte” te beschrijven, zoals Gernot Böhme ooit schreef. De Duitse filosoof maakte inzichtelijke analyses van wat atmosferen zijn en hoe ze ontstaan. Atmosferen zijn volgens hem ongrijpbare totaliteiten; ze overkoepelen en doordringen alles. Ze communiceren een gevoel door “een diversiteit aan indrukken” te verenigen. Deze indrukken kunnen van bepaalde lichten, geluiden, objecten zijn. Waar het bij deze zintuiglijke dingen om gaat, is niet alleen hun concrete productie, maar "wat ze uitstralen naar buiten, de ruimte in". Waar het om gaat is "het verbeeldingsrijke idee dat door het object in de waarnemer opkomt". Want ten slotte zijn atmosferen niets zonder het bewuste subject. Ze kunnen voortkomen uit (een constellatie van) objecten, maar ze moeten worden ervaren om te kunnen bestaan. Nadenken over atmosferen betekent dus nadenken over ruimte, object
en persoon.
Het is dit denken dat de praktijken van Tramaine de Senna, Che Go Eun en Manon van den Eeden bindt. Alle drie kijken ze met volgehouden aandacht naar hun omgeving. Ze streven ernaar het immateriële te materialiseren: vluchtige momenten waarin dingen zich opstapelen. Hun sculpturale objecten zijn geladen met meerdere herinneringen, emoties,
sensaties; met referenties, geschiedenissen en betekenissen. Tegelijkertijd condenseren ze atmosferen en roepen ze ze op. De bezoeker moet zich tot de werken verhouden, moet aanwezig zijn in hun fysieke en/of mentale ruimte, zodat ze zich kunnen ontvouwen.
Hoewel de werken verschillen in hun formalisme - van minimalistisch tot maximalistisch - delen de materialen een verleidelijke kwaliteit. Glinsterende pailletten, reflecterende spiegels, glanzende oppervlakken - de werken die in deze tentoonstelling worden gepresenteerd, lokken de bezoeker naar binnen. Bovendien zijn het getuigen van het alledaagse - borden, vazen, huiselijke interieurs - maar op een open manier. Elk kunstwerk is de belichaming van een intens proces van beslissingen om talloze interpretaties mogelijk te maken.
In haar praktijk speelt Manon van den Eeden met deze dubbelzinnigheid tussen vorm en functie; tussen nep, echt en hyperreëel. Haar werken ademen een Unheimlichkeit uit: netjes afgewerkte, herkenbare objecten worden onbekend, onbetrouwbaar zelfs, doordat ze worden uitvergroot, vermenigvuldigd, samengevoegd, gemanipuleerd. Hierbij combineert ze meestal handarbeid en digitale technologieën. Dat is ook het geval bij de tentoongestelde sculpturale vloerinstallatie. Deze wordt gekenmerkt door een luchtige willekeur, net als die van een speelse tol, maar gepaard met een gespannen strengheid. Door de beweging van de objecten worden bezoekers zich ook bewust van hun bewegingen in de ruimte. Bovendien zorgen ze voor een soundtrack voor de tentoonstelling - maar is die ritmisch of claustrofobisch? Gevangen tussen draaien en vallen, in een schijnbaar eindeloze tussentoestand, vraag je je af: wat houdt dit evenwicht eigenlijk in? Welk universum
vertegenwoordigen deze borden?
De combinatie van analoge en digitale technieken zit ook in het werk van Che Go Eun. Ze is opgeleid in traditionele Koreaanse schilderkunst en werkt nu voornamelijk met digitale beelden op verschillende manieren, waaronder printen, 3D-rendering en XR. Verwijzingen naar kunstgeschiedenis, religieuze iconografie en cybercultuur worden gelaagd in haar eigenzinnige beeldtaal. Waar haar eerdere werken hedendaagse kwesties als gender, sociale constructies, geweld en ethiek behandelden, waren deze werken vanaf het begin persoonlijker. Ze liet een AI-applicatie beelden genereren op basis van zinnen uit haar dagboek of hoe ze zich voelde. Deze afbeeldingen combineerde en bewerkte ze vervolgens om ze opnieuw te maken als waterverftekeningen op doorschijnend papier. Dit was een belangrijke stap: het handgemaakte introduceert een dieper gevoel van iets menselijks, voorbij de vlakheid van het digitale. Deze tekeningen vertaalde ze vervolgens weer naar digitale collages voor behangpapier. Het gebruik van behang is mede geïnspireerd door regisseur Park Chan-wook, die er vaak naar teruggrijpt als middel om de emotionele toestand van zijn personages uit te drukken. Door dit behang te installeren in relatie tot bijpassende uitgesneden spiegels in de galerij, creëerde Che Go Eun vergelijkbare verhalende, meeslepende ruimtes, elk met een contrasterende sfeer. Ze dienen als intieme uitnodigingen om na te denken en te praten over mentale processen. Wat herken je in de patronen? Word je melancholisch van de paarse tinten? Waar word je aan herinnerd? Waar dwaal je naar toe? Kun je het opbrengen om te blijven en in de spiegel te kijken?
Wat dingen lijken te zijn, wat ze werkelijk zijn en wat ze betekenen is niet noodzakelijk hetzelfde - en dat is precies wat Tramaine de Senna onder e loep neemt. In haar werk gaan het visuele en het conceptuele altijd hand in hand. Ze is geïnteresseerd in wat ze 'de migratie van vormen' noemt, de manieren waarop beelden, thema's en design zich verspreiden - bijvoorbeeld hoe nucleair geweld uiteindelijk zijn weg vond in de verbeelding van Godzilla, of hoe Streamline Modernisme het ontwerp van huishoudelijke apparaten beïnvloedde. Ze vermengt vaak complexe geschiedenissen, persoonlijke herinneringen, terugkerende motieven in materiële cultuur en referenties aan popcultuur. Daarbij speelt ze met kleurenpaletten - hetzij bubblegum nillies hetzij Technicolor - en met materialen - hun texturen en tactiliteit, hun oppervlakken en afmetingen. Er zit een uitbundigheid in haar werken die een intens creatieproces verraadt. Werk maken is voor haar een viscerale ervaring; het is dingen uitzoeken al doende, een vaardigheid verwerven en dan alle regels en parameters ombuigen. Het is een aaneenschakeling van pogingen, benaderingen. De werken in de tentoonstelling sluiten hier bij aan. Ze maakte niet alleen een gewatteerd muurstuk, waarbij ze eerdere tekeningen in textielvorm vertaalde, ze maakte ook 3 keramische objecten. De vaas roept op zich al verschillende associaties op - kunsthistorisch verwijst hij bijvoorbeeld naar het stilleven en als vat om iets in te dragen doet hij denken aan het menselijk lichaam. De Senna voegde er echter nog veel meer aan toe - onder andere dat zeevruchten ook vaak voorkomen in nature morte schilderijen en dat de Senna als kind een korte broek droeg met een print van noedels. Al haar werken getuigen dus van haar brede onderzoek, waarbij hun vorm een belichaming is van al deze verhalen.
Dat geldt voor het werk van de drie kunstenaars in deze tentoonstelling: ze bevatten letterlijk en figuurlijk alle concepten, beelden en technologieën die in de loop van de tijd zijn ontstaan, alle werelden waarin ze leven, alle sferen waarover ze spreken.
Eline Verstegen