Het werk van Clary Stolte (1970) kan het best omschreven worden als object research painting dat bestaat uit een minutieus onderzoek naar materiaal, eigenschappen en gedragingen.
Dit leidt tot minimale, maar daarin tegelijkertijd extreme ingrepen.
Naast verf gebruikt zij in haar werk industriële materialen maar ook hedendaagse die we van alledag kennen. Met een kwast brengt ze shampoo en acryldispersie op het doek; ze giet haargel, smeert aambeienzalf en giet suikerwater. De handeling bepaalt het werk.
Sleutelwoorden binnen het oeuvre zijn ritmiek, volume, humor, vernieuwing, nieuwsgierigheid en experiment. Ze benoemt haar werk expliciet als schilderkunst.
Stolte zoekt naar licht en transparantie. De vele gradaties van transparantie zijn afhankelijk van het materiaal waarmee zij schildert en de ondergrond.
Het oppervlak reageert op het aanwezige licht en reflecteert het. Er is schittering, glans.
Een presentatie is voor haar ook het plezier van het werken in het atelier communiceren met het publiek.