Svelte Thys (1998, Duffel) is, zoals ze zelf zegt, “een kipje dat ijsbeert”. ‘Ijsberen’ is het continu heen en weer lopen, doorgaans geassocieerd met nervositeit of verveling. Het woord is immers afgeleid van een specifiek gedrag van dieren in gevangenschap. Door een sterk beperkte bewegingsruimte en het ontbreken van prikkels vervallen veel dieren in de gewoonte om steeds maar weer hetzelfde kleine rondje te lopen. Voor Svelte is ijsberen echter iets positiefs. Het is “het denken door middel van schilderen in beeld gebracht”. Het heen en weer bewegen tussen verschillende beelden, het voortdurend terugkeren naar, opnieuw hernemen, herdenken en de tijd nemen iets te kunnen vatten, of ook niet. Haar ijsberen is niet het resultaat van een gebrek aan prikkels, maar daarentegen het aanhoudende verwerken van véél zintuiglijke prikkels, van indrukken in eerste instantie opgedaan in het landschap van haar kindertijd, de prachtige, ongerepte natuur langs de Grote Nete in haar thuisdorp Itegem. Van herinneringen aan steeds opnieuw bewandelde paden, wandelingen die de kunstenaar sindsdien overal en altijd op zak heeft, klaar in haar hoofd om andermaal te verkennen. Als een tevreden thuiskomen, refereren talrijke beeldelementen uit Sveltes schilderijen, alsook titels, aan een bijzondere plek in dat landschap: “de wei”, haar eigen klein Arcadië, een stuk tuin met vijver, een heem voor kippen, eenden en Svelte. Ze keert er telkens met een andere blik terug, ijsberend tussen toen en nu versmelten kostbare herinneringen aan spelmomenten met nieuwe perspectieven van vandaag.
Sveltes abstracte schilderijen zijn een inzoomen in het landschap, geen exacte weergave van, maar eerder een suggestie, een resoneren. Als reactie op wat ze “de oppervlakkigheid” noemt, communiceert ze bewust een “waas”. Daarmee hoopt de kunstenaar een denkproces bij de toeschouwer op gang te brengen, want die zal onwillekeurig toch steeds op zoek gaan naar iets dat hij of zij herkent. En zo is schilderkunst voor Svelte als een taal waarmee ze verbindt. Met haar schilderijen wil ze een gevoel overbrengen, een “abstracte emotie” noemde de Canadees-Amerikaanse abstract schilder Agnes Martin het, de onrepresenteerbare emotie die je voelt bij het aanschouwen van de natuur. Sveltes favoriete werk Watervalbeklimmer is geïnspireerd op Martins film Gabriel (1976), die een kleine jongen toont wandelend langs een rivier, de bergen in. Net als Svelte zoomt Martin in op de natuur, in haar geval het uitgestrekte landschap in het noordoosten van New Mexico, een plek waar ze bijna tien jaar woonde. Langs achteren gefilmd, is de uitdrukking van de jongen niet te zien, maar wordt deze weerspiegeld in langdurige close-ups van de rivier, bomen en bloemen.
Experimenterend met verf en andere materialen, wil Svelte niet zomaar een beeld creëren. Ze heeft een grote voorliefde voor structuren. Schilderijen horen niet vlak te zijn, “de materie moet meewerken in het beeld”, aldus de kunstenaar. Wanneer ze olieverf vermengt met talk zorgt die ervoor dat de olie uit de verf trekt en dat enkel het pure pigment overblijft. Dat geeft een matte afwerking als resultaat, maar het is “alsof je dieper in het schilderij kan kruipen”. Sveltes werken hebben de schilderkunst zelf als onderwerp. Het is een onderzoek naar diens eigenschappen en limieten, een onderzoek naar hoe de schilderkunst zelf een beeld kan worden. Wandelend doorheen de materie en herinneringen, is deze reeks nieuwe werken van Svelte Thijs een aangenaam verwijlen, een verzoek ook van de kunstenaar aan de toeschouwer én zichzelf om terug te mogen keren en de tijd te nemen, om te ijsberen.