Frank Depoorter vertaalt landschappelijke ervaringen, vaak opgedaan tijdens wandeltochten, in kunst. Het kunstwerk komt tot stand in het atelier. Er is dus een afstand, in tijd en ruimte, tussen buiten en binnen, tussen de ervaring en de kunst. Wat gebeurt daar, in die tussentijd en -ruimte? Hoe kleurt dit de creatie? En wat gebeurt er, vervolgens, wanneer het gecreëerde werk van de beslotenheid van het atelier naar de tentoonstelling verhuist? Bestaat er enige mogelijke overeenkomst tussen de oorspronkelijke landschapservaring van de kunstenaar en wat het kunstwerk uiteindelijk bij de bezoeker oproept?