Elke dag stromen wereldwijd ontelbare kranten, magazines en boeken in een duizelingwekkend tempo van de drukpersen. Ze worden telkens verspreid, deels of niet gelezen, weggegooid, gerecycleerd en terug bedrukt. De cyclus blijft ook versnellen, omgekeerd evenredig met het belang van de informatie die wordt meegegeven. Dit fenomeen, dat de voorbije twee decennia nog werd aangezwengeld door het internet, leidt tot informatie-overload, informatie-inflatie en uiteindelijk irritatie.
In essentie is deze ergernis de motor achter de artistieke praktijk van Denmark (Wilrijk, 1950). Tijdens zijn studies kunstgeschiedenis en archeologie aan de Universiteit Gent (1968-1972), verwerkt hij zijn cursusmateriaal door de reeds gekende delen ervan te doorstrepen. Het schrappen van de leerstof maakt het document onleesbaar en herleidt cursus tot enkel zijn materiële onderdelen. Zonder dat het op dat moment de intentie was een kunstwerk te maken, kan dit rituele handelen van een jonge student gezien worden als de start van de kunstpraktijk van Denmark.
Ook bij het scheuren van zijn studieboeken, ondekt Denmark nieuwe motieven. Al snel vormen zich de eerste bedoelde kunstwerken door boeken trapsgewijs of in reepjes te versnijden. De materialen die daarbij ontstaan worden opnieuw gemonteerd, vaak haaks op de bladspiegel waardoor enkel nog een gemiddeld beeld te zien is van de oorspronkelijke inhoud. Tegenover de machinale snelheid van de drukkerijen plaatst hij de rust van het ambachtelijke kunstenaarsatelier. Al snel ontstaat ook zijn typisch vouwwerk, waarbij hij secuur elke pagina van een publicatie vouwt tot de kleinst plooibare vorm, insnoert met metaaldraad en terug in volgorde op paneel monteert.
—“Wir meinen, Sie sollten in Ruhe Weiterarbeiten, Ihre Arbeit weiterentwickeln und noch nicht an Ausstellungen, etc... denken. Es ist noch zu früh - für uns.”—
De artistieke activiteiten van Denmark werden al vroeg opgemerkt. Na een van onze eerste contacten toonde hij mij een brief uit 1975 van de gerenommeerde Galerie Art In Progress uit Düsseldorf. Het was een weigeringsbrief waarin men terug kwam op een eerder gemaakte belofte voor een tentoonstelling. In de brief staat dat het voor hen nog te vroeg is om het werk te tonen. Ze geven hem de raad om in alle rust verder te werken en het werk te laten ontwikkelen. Ik kan me voorstellen dat zo een schrijven een koude douche moet zijn geweest voor de jonge ambitieuze kunstenaar maar wellicht heeft het hem ook aangesterkt. Drie jaar na de brief, in 1978 kreeg Denmark uiteindelijk zijn eerste tentoonstellingen: één in het ICC (Antwerpen) en één in de Brusselse galerie MTL. Sindsdien vindt het werk de weg naar museale en particuliere collecties in binnen- en buitenland.
2022 is het jaar waarin Belgisch kunstenaar Denmark kan terugblikken op vijftig jaar artistieke praktijk. Het gevarieerde oeuvre dat in die halve eeuw is ontstaan bleef altijd verbonden met de bron die hij al sinds zijn studietijd aanboort. Daarnaast is er in de werkwijze van de kunstenaar ook nog een andere constante aanwezig: hij is altijd in alle rust blijven verder werken.
Stijn Coppejans, Antwerpen 2022