Tijdens de expositie ‘Passage’ in Galerie Roger Katwijk brengt John O’Carroll een nieuwe serie werken die verwijzen naar de aantrekkingskracht van uitgestrekte landschappen in de Egyptische woestijn en zijn eigen activiteiten als archeologisch tekenaar tijdens opgravingen. In deze werken zie je veelvuldig de schaduwfiguur Sheut, een menselijke figuur die is afgeleid van oude illustraties op papyrusrollen. De figuur is geplaatst op een van de hemelse schepen, die volgens de mythologie overal doorheen kunnen varen. Daaromheen hangen in de galerie monochrome, tweeledige wandsculpturen. Verderop zijn er ook enkele landschappelijke schilderijen: elegante en abstracte panorama’s van Egyptische woestijnlandschappen waarin de invloed van de vroege lakwerk-techniek, gebruikt in Japanse en Chinese kamerschermen, zichtbaar is. In deze panorama’s valt vooral de uitgestrektheid van de afgebeelde streken op: onbewoonde plekken waar de oerkreet nog hoorbaar is.
O’Carroll’s ijle, minimalistische schilderijen en mixed media wandobjecten liggen dicht tegen het Britse en Europese modernisme aan, en toch staan ze los van iedere historische context. De kunstenaar blijkt daarnaast een meester in de omgang met pigmenten, waarmee hij in zijn lange carrière een scala aan traditionele en moderne schildertechnieken leerde toepassen. Zijn zelfgemaakte verf waarvoor hij originele historische pigmenten gebruikt, is ontstaan vanuit zijn studie van vroege beschavingen en vormt het hart van zijn technisch kunnen.
De boot van miljoenen jaren geleden
Voor de oude Egyptenaren betekende de dood een reis langs de Nijl met de God van de onderwereld Aken en met de veerman Mahaf in een boot van papyrus. In zijn nieuwe werk gebruikt O’Carroll symbolen als de zonnegod Ra, een papyrus boot en de zon in een eenvoudige beeldtaal, die zijn belangstelling voor de zuiverheid van vorm weergeeft. O’Carroll ‘s werken zijn in esthetisch opzicht volstrekt mythopoëtisch: ze roepen oude mythologische verhalen uit vroege beschavingen op. Door directe historische narratieven te vermijden voorkomt hij al te nauwkeurige nabootsing van de originele figuren en objecten. De menselijke figuren in zijn werk, door hem in silhouet weergegeven, roeien stil en vorderen langzaam; het zijn droomschepen waarop wij mogen reflecteren.
In Herman Hesse’s iconische werk Siddharta, is de veerman een gids voor zowel de rivier als ook het pad naar verlichting. Helderziende media roepen de geesten op van diegenen die de rivier zijn overgestoken. Zo is in het hier en nu ook de langst dienende vorstin Koningin Elisabeth II de rivier overgestoken naar het hemelse leven na de dood. John O’Carroll ‘s schepen zouden een metafoor kunnen zijn voor de moeilijke tijd waarin we nu leven; ze maken ons attent op onze eigen sterfelijkheid.