Vier kunstenaars, uit verschillende generaties, met een gemeenschappelijke rode draad: geometrisch, abstract, 2D en 3D. Elk met hun eigen blik op de wereld, worden ze met elkaar in dialoog gebracht. Diverse materialen worden gebruikt: hout, cortenstaal, polystyreen, acryl, chinese inkt en papier.
Ado Hamelryck (1941)
Woont en werkt in Genk.
De eerste moeilijkheid is hoe zijn werken te benoemen “tekeningen” of “geschriften”.
Maar dat zijn ze evenmin. Ze zijn het schrift van het lichaam, onderbroken op- en afgaan, vloeiend of ritmisch, het verplaatst zich van links naar rechts en van boven naar onder.
Van het schrijven blijft slechts de pure “gestualiteit” over, door het zinloos schrijven is iedere betekenis eerder een weg van leegte naar leegte en verdwijnt iedere betekenis in het “niets”, het nachtelijke. Het zwart is “all over”.
Alex Kindt (1963)
Woont en werkt in Gullegem. Hij weet daarin op virtuoze wijze het natuurlijke aspect van het hout te versterken en durft het aan met kleur te spelen in de afwerking.
Zijn driedimensionale scheppingen vormen een tegengewicht voor de geschilderde werken, die in de opzet meermaals een reflectie blijken te geven van lijnen en onvolkomenheden die hij ontdekte in het hout.
De creaties van deze kunstenaar laten ons door hun pure vormgeving toe om in het hectische van deze wereld een verbinding te leggen met onze essentie.
Dieter Lannoo (1976)
Woont en werkt in Gent. Hij studeerde er af als interieurarchitect en genoot ook een opleiding als shoe-designer en goudsmid. Verder ontwikkelde hij een grote interesse voor de street-art. Die invloeden van ontwerpen en abstraheren concretiseerden zich in een eigen beeldende taal van harde contrasten en dito texturen. De conceptuele werken leunen sterk aan bij een grafische/architecturale vormgeving. Die uitgepuurde constructieve vormentaal bestaat vooral uit lijnen, vlakken en rechthoeken die een sterke identiteit weergeven.