Jean Bilquin (1938)
Chance creates the line.
Schilderijen en beelden.
Altijd maar zoeken, zo vat Jean Bilquin zijn kunstenaarsschap samen. Hij probeert steeds de gepaste techniek, esthetiek, het betere werk te vinden. De zaklamp waarmee Bilquin zijn doel tracht te beschijnen belicht het beeld steeds anders, waardoor de aanpak van de kunstenaar tijdens het werkproces in constante evolutie zit. Dit organische zoeken haakt in op waar deze expo met vooral nieuw werk op inzoomt: hoe toeval de lijn bepaalt. De uitpuring van toeval is van toepassing op zowel Bilquins artistieke proces als zijn blik op de mens. Voor deze kunstenaar is het bestaan noch de creativiteit lichtvoetig – en beide klikken in elkaar. Het toeval en wat je overkomt is als een onvoorziene spoorwissel: voor je er erg in hebt, ga je een andere richting uit. Volgens eenzelfde logica komen Bilquins lijnen op het doek terecht.
Voor Jean Bilquin is de existentiële kant van Chance Creates the Line zeer belangrijk. Voor hem zijn we collectief afhankelijk van omgevingen en situaties waar we amper invloed op hebben. Ziekte, natuurrampen, oorlogen, verlies – alles heeft invloed op leven en wereldbeeld, zonder dat het individu er greep op heeft. Je kan er hoogstens eens aan krabben, maar voor de rest moet je je schikken naar het toeval dat je te beurt valt. De mens is daardoor wroetend op zoek naar een comfortabele plek binnen het ondragelijke, net zoals de kunstenaar zelf niet weet wat het eindresultaat zal brengen en toch blijft doorwerken. De associatie komt achteraf. Bilquins werken zijn dan ook tegelijk studie, proces en eindproduct zonder einde. Wat interessant is, wordt verder uitgewerkt.
Dat Bilquin het dagelijkse leven van de mens benadrukt wanneer hij het over zijn praktijk heeft, hoeft niet te verbazen. Deze kunstenaar is voortdurend bezig met zijn werk, wat uitdraait op een natuurlijke wisselwerking tussen kunst en leven. Voor hem zitten het bestaan en de kunst op één lijn: leven is wroeten en maken is dat eveneens. Zijn werk is dan ook een barometer van wat er gaande is in zichzelf en zijn omgeving. Het artistieke werkproces dient daarmee tegelijk als manier om het toeval en dat wat je overkomt een plaats te geven of om de herinnering vast te houden. “Op een bepaald moment moet je je kunnen heroriënteren, anders ga je kapot. Via je werk ben je bezig met wat er in je omgaat. En je werk trekt je daarna ook weer recht”, aldus Jean Bilquin.
De zuiverheid van de imperfecte lijnen van zijn jongste schilderwerken is opvallend. Ze werden gemaakt na een heel moeilijke periode voor de kunstenaar. De gezichten, schaduwen en houdingen suggereren verdriet. De figuren die naar elkaar toe leunen proberen de andere te begrijpen. We benaderen elkaar in onze kwetsbare strijd op zoek naar steun, maar de vraag blijft of dit wel echt mogelijk is. Hoe belangrijk we voor elkaar ook mogen zijn, je weet nooit wat voor mentaal labyrint de andere doorloopt. Deze delicate balans krijgt een uitgepuurde plaats in Bilquins werk. De abstracte personages slaan een brug tussen de wereld van het kunstwerk en de levende wereld. De werken tonen de menselijke gedaante die ploetert en verschijnt tussen grenzen die de zijne niet zijn. Met weinig lijnen wordt een hele wereld uitgehouwen.
Yasmin Van ‘tveld