De titel van deze tentoonstelling, Echo's Answer, lijkt op het eerst zicht tegenstrijdig. Een echo is een herhaling, een weerklank van een geluid of van iets dat eerder is gezegd. Daarom kan het geen antwoord zijn. Toch kan in de resonantie van de herhaling misschien een antwoord schuilen. In de ritualistische, bijna sjamanistische herhaling worden gedachten gereflecteerd en onthouden.
De beeldtaal van Lysandre Begijn verwijst naar een soms archaïsche visuele taal die refereert naar zowel de Griekse mythologie als aan de Kretenzische en Etruskische kunst. Hoewel het verleidelijk is Minoïsche priesteressen (Minoan Electricity), Medusa's of andere verafgode vrouwen te herkennen, zijn deze figuren geen bekende mythologische godheden, maar Begijns eigen gecreëerde entiteiten die tegelijkertijd ook universeel zijn. Hoewel ze overwegend vrouwelijke vormen aannemen, zijn de wezens in dit nieuwe, intuïtief moederlijke universum niet noodzakelijkerwijs vrouw of man en kunnen ze tweeslachtig zijn.
Volslanke figuren, die vaak symbolische of geneeskrachtige planten of heilige bomen als attributen vasthouden, hebben pas recent hun intrede gedaan in Begijns oeuvre. Terwijl de hoofden eerder vierkant van vorm zijn, hebben de losstaande lichamen vaak golvende vormen. De hoofden of 'gezichten' zitten vaak op de meer verfijnde, vrouwelijke torso's of lijken erdoor gedragen te worden. Deze eigenzinnige figuren dragen een dubbel aspect; de Minotaurus, de griffioen of de centaur zijn nooit veraf. Zo ook de Lorelei, die aantrekt en vernietigt.
Meer dan gezichten doen deze hoofden denken aan maskers waarop uitdrukkingen ongegeneerd uitvergroot zijn. Maskers, of persona (waarvan het woord persoon is afgeleid) in het Latijn, hebben de neiging het gezicht van de drager te verbergen, die persoon een tweede persoonlijkheid te geven en het onbewuste de vrije loop te laten. Zij helpen het onderbewuste te externaliseren en het onbekende, de diepgewortelde angst, het bovennatuurlijke en de primitieve instincten te ventileren. Deze met een gezicht gemaskerde lichamen kunnen een metafoor zijn voor mensen in onrust. Het angstige gezicht, de apathische kijk, de droevige uitstraling en de gekwelde blik getuigen allemaal van de innerlijke strijd van de mens. Begijns werk gaat over de malaise die soms heerst in de ziel van de mens en die zichtbaar wordt doormiddel van angst en depressie.
De kunstwerken van Lysandre zijn meer dan schilderijen. Ze zijn ook objecten waarvan de vorm en bijkomende elementen het geschilderde beeld versterken en een geheel vormen. Het zijn moderne iconen van de menselijke conditie, iconen waarin de overgang tussen werelden, meerdere universa of werkelijkheden impliciet en alomtegenwoordig aanwezig is (bijvoorbeeld in Charon, Morpheus, Trans Hortus).
Hoewel Begijns werk kleurrijk en schijnbaar vrolijk is, heeft het een inherente dualiteit. De kleuren worden zorgvuldig maar intuïtief gekozen. Hoe aantrekkelijk ze esthetisch ook mogen zijn, van gifgroen of verleidelijk scharlaken tot verblindend violet, kleuren kunnen toxische connotaties dragen. Het ornament, waarvan kleur een onderdeel is, vormt een belangrijk aspect van het beeld. Dit element kom je in culturen over de hele wereld tegen en komt voort uit de noodzaak om zich te omringen met schoonheid als troost, als afleiding van het lelijke. Schoonheid is niet oppervlakkig, maar essentieel.
Het werk van Lysandre Begijn is niet vaststaand, noch is het nauw omschreven. Ze weigert een kluizenaarsleven te leiden en onttrekt zich aan het pragmatische leven dat de realiteit haar oplegt. Lysandre creëert veeleer haar eigen universum, dat voortkomt uit haar grote belangstelling voor het onderbewustzijn. Door zich te onttrekken aan de eigen geest en aan de kunst functioneert haar praktijk als een tegengif tegen de verspreiding van opgelegde collectieve ideeën en laat vrijheid toe. Kunst speelt zich af buiten de werkelijkheid, maar kan paradoxaal genoeg een invloed uitoefenen op de werkelijkheid. De kunstenaar als sjamanistische figuur, als priesteres, bewondert de wereld met gevoel.
Vertaald uit tekst geschreven door Georges Petitjean (curator/ onderzoeker/ auteur), 2022