Met trots presenteert Annet Gelink Gallery Theater van de Werkelijkheid, alweer een tentoonstelling van Ed van der Elsken (1925 – 1990) waarin we een belangrijke rode draad binnen Ed van der Elskens oeuvre uitlichten, waar nog niet eerder een tentoonstelling aan gewijd is.
In Theater van de Werkelijkheid staat centraal hoe werkelijkheid en verbeelding met elkaar verweven zijn in Van der Elskens fotografie. Hij maakt niet alleen foto’s van ‘de realiteit’ die hij op straat tegenkomt, maar ook van nagebootste of gecreëerde werkelijkheden zoals diorama’s, wassenbeelden, tekeningen, graffiti, reclame poppen en affiches. Door in één foto de realiteit van het moment met een tekst, sculptuur of tekening samen te brengen, zijn Van der Elskens foto’s vaak op meerdere manieren te duiden, en is het meer dan louter een registratie van een gebeurtenis. De foto’s krijgen een gelaagde betekenis.
Door in zijn boeken foto’s tegenover elkaar te zetten, en de geschilderde of gebeeldhouwde illusie van de werkelijkheid te confronteren met een actuele opname, ontstaat een beeldverhaal. Dit principe past hij ook toe in zijn journalistieke opdrachten, zoals de (reis-)reportages die hij in opdracht maakt voor magazines als Revu en Avenue, waarvoor hij dikwijls zijn foto’s selecteert, combineert en van persoonlijke teksten voorziet. Vandaar de toepasselijke tekst op Ed’s perskaart: ‘International brotherhood of rather honest reporters’. Van der Elsken is niet louter geïnteresseerd in ‘de waarheid’ maar vooral in de ambiguïteit, tegenstrijdigheid en dubbelzinnigheid van de werkelijkheid.
De titel van deze tentoonstelling is ontleend aan de tekst die Jan Vrijman schrijft voor Once Upon a Time, het boek waar Van der Elsken de laatste jaren van zijn leven aan werkt en in 1991 postuum uitkomt. Vrijman omschrijft hierin heel treffend hoe Ed als fotograaf en verslaggever de ruimte nam om vrij om te gaan met de realiteit die hij aantreft en documenteert. Iets wat in die tijd, jaren zestig en zeventig, in de geëngageerde fotografie ongebruikelijk is: “Ed opende de ogen van een nieuwe generatie fotografen en leerde hun kijken. Maar hij deed meer; hij liet zien hoe een verslaggever de realiteit kan beïnvloeden, veranderen, dramatiseren. Hij groeide uit tot een visueel kunstenaar, die wat hij waarneemt naar zijn hand zet en daarmee zijn theater van de werkelijkheid creëert.”
In de tentoonstelling beginnen we met wat Van der Elsken noemt zijn ‘affiche-serie’, foto’s die hij in de vroege jaren ’50 in Parijs maakt. Deze serie foto’s toont mensen op straat in Parijs in een vaak humoristische visuele dialoog met monumentaal opgeplakte reclameposters. De serie bestaat deels uit geënsceneerde foto’s, maar vooral uit foto’s van situaties zoals hij ze op straat aantreft., zoals een invalide oorlogsveteraan die banjo spelend liggend in een rolstoel met op hem gericht een pistool van een bad guy op een reclame- of filmposter. Zo ontstaat er een gelaagd verhaal in één beeld.
Van der Elsken maakt ook vaak gebruik van teksten die hij op straat aantreft, zo heeft hij zijn muze Vali Myers in Parijs leunend tegen een muur gefotografeerd. Op de muur staat in wit gekalkt de tekst ‘Grève’ terwijl hij de letter ‘G’ van het Franse woord ‘Grève’ (staking) buiten beeld laat en er nu ‘Rêve’ (droom) te lezen valt. De tekst ‘Rêve’ in combinatie met de figuur van Vali levert niet alleen een weemoedig maar ook hoopvol beeld op. Die tegenstrijdigheid zie je vaak wanneer Ed tekst in zijn foto’s gebruikt.
De illusie wordt door Van der Elsken niet alleen ingezet om een humoristische of meer poëtische weergave van de werkelijkheid te geven. Van der Elsken is ook maatschappijkritisch, soms expliciet en soms meer dubbelzinnig. In de jaren zestig wordt dit opgemerkt in een recensie in Die Zeit van Van der Elskens boek Sweet Life (1966): “Zijn belangrijkste prestatie is de reportage te hebben uitgebreid met zaken waarin dromen van mensen tot uitdrukking komen. Deze spirituele dimensie vindt hij in affiches, populaire kunst, wassenbeeldenmusea en affiches. (…) Deze schilderkunstige benadering verleent het beeld een stevigheid die het idyllische exotisme volledig doet verdwijnen; de foto’s krijgen een politieke lading.”
Zijn gebruik van techniek speelt een grote rol bij het afdrukken van zijn zwart-wit foto’s, door gebruik van sterke contrasten kan hij het beeld dramatiseren. Zoals in de bekende foto van het bankje in Durban, Van der Elsken toont zijn woede over apartheid in de suggestieve manier waarop hij deze foto afdrukt. Door gebruik van de techniek van het ‘doordrukken’ creëert hij een aureool rond het hoofd van de man waarmee hij heiligheid en superioriteit suggereert van de witte afrikaan. Of zoals hij zelf zei “ik had namelijk heel specifieke wensen over de reproductie van mijn foto’s, het beeld moest dramatisch, contrastrijk, agressief, expressief worden. Zo was de inhoud van de foto’s ook.”
Zelf beschrijft Ed deze aanpak als subjectieve fotografie, waarmee hij een positie kiest tussen document en fictie. Daarmee neemt hij afstand van de meer gangbare reportage en straat-fotografie van die tijd die meer ‘objectief’ georiënteerd is, Van der Elsken onderzoekt de fotografische beeldtaal. Een foto is meer dan een weergave of registratie van de werkelijke situatie, maar geeft de verbeelding de ruimte, soms levert dat haast cinematografische en verhalende beelden op, zoals de foto van de man op de stoep van 42nd Street in NY, Jackie Kennedy op tournee door Cambodja en niet te vergeten de foto van de bedelende veteraan in een winkelstraat in Kyoto.
Zoals Frits Gierstberg zo mooi in de catalogus voor de tentoonstelling Lust for Life (2019) beschrijft: “Zo lopen in zijn oeuvre werkelijkheid en verbeelding steeds door elkaar heen - er is eigenlijk geen verschil, net zomin als er in de hoofden van mensen een wezenlijk verschil bestaat tussen de ‘echte’ wereld en die van hun dromen, angsten en verdriet.”
Het werk van Ed van der Elsken is de laatste jaren te zien geweest in tal van grote solotentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zoals Feest, Rijksmuseum, Amsterdam (2020), Lust for Life, Nederlands Fotomuseum, Rotterdam (2019), Through the Eyes of Jan de Bont, Rijksmuseum, Amsterdam (2018), De Verliefde Camera, Stedelijk Museum, Amsterdam (2017), La Vie Folie, Jeu de Paume, Parijs (2017).
Hij wordt zeer geprezen om zijn karakteristieke publicaties, waarvan de meest memorabele; 'Love on the Left Bank' (1956), 'Bagara' (1957), 'Jazz' (1959), 'Sweet Life' (1966), 'Eye Love You' '(1977),' ‘Hallo’, Amsterdam! ' (1979) en 'Once Upon a Time' (1991).
Het werk van Ed van der Elsken maakt onder meer deel uit van de volgende collecties; Rijksmuseum, Amsterdam (NL), Nederlands fotomuseum, Rotterdam (NL), Stedelijk Museum Amsterdam, Amsterdam (NL), Louisiana Museum of Modern Art (DK), Bibliothèque Nationale de France, Parijs (FR), The Art Institute of Chicago, Chicago (VS); Museum voor Moderne Kunst, Kawasaki (JP); MoMA, New York (VS),; Fotomuseum Den Haag (NL), Museo Reina Sofia, Madrid (ES)